Research

China

Articles

We hebben China niet aan een touwtje

11 Oct 2022 - 16:41
Bron: Reuters

Ingrid d’Hooghe, Coordinator Clingendael China Centre, gaat de Tweede Kamercommissie Buitenlandse Zaken bijpraten over het buitenlands beleid en mensenrechtenkwesties van China in relatie tot Europa en Nederland. De datum wordt nog bepaald. Haar te behandelen position paper volgt hieronder.

Op 6 oktober van dit jaar behaalde China een grote overwinning in de Mensenrechtenraad van de VN, waar een motie van westerse landen om de mensenrechtenschendingen in de Chinese provincie Xinjiang op de agenda te zetten geen meerderheid behaalde, terwijl deze schendingen onlangs nog scherp werden veroordeeld in een rapport van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten bij de VN. Een dergelijke overwinning voor China is geen incident, maar past in een trend van succesvolle Chinese diplomatie.

China’s buitenlands beleid en diplomatieke acties stellen Nederland en Europa voor steeds meer uitdagingen, niet alleen waar het gaat om China’s ontkenning van de universaliteit van mensenrechten en overtreding van internationale handels- en investeringsregels, maar ook ten aanzien van China’s bullying /harde machtspolitiek tegenover kleine landen, en kwesties zoals de Russische invasie in Oekraïne, die China weigert te veroordelen.

Hoe moeten wij ons verhouden tot China, een land dat de internationale liberale wereldorde ondermijnt, maar dat ook de op een na grootste economie ter wereld is, en een hoofdrolspeler in het geglobaliseerde systeem van waardeketens en strategische bronnen, van zeldzame aardmetalen en halfgeleiders tot bouwmaterialen en medische hulpmiddelen en medicijnen? Alvorens op deze vraag in te gaan is het belangrijk een paar hoofdpunten van China’s buitenlands beleid in het vizier te houden.

China’s buitenlands beleid en diplomatie in hoofdpunten

China’s buitenlands beleid wordt gedreven door verschillende behoeftes:

  • Behoud van nationale veiligheid, inclusief de veiligheid (lees: behoud van machtpositie) van de Chinese Communistische Partij en Partijleider Xi Jinping.
  • De noodzaak van binnenlandse economische en technologische ontwikkeling, als onderdeel van China’s streven zijn (veronderstelde) historische positie als een welvarende en leidende wereldmacht te herstellen (rejuvenation).
  • Het creëren van een stabiele internationale omgeving die gunstig is voor het realiseren van bovengenoemde doelen
  • Geen concessies met betrekking tot wat China zijn ‘kernbelangen’ noemt: aantasting van China’s (geclaimde) soevereiniteit en territoriale integriteit met betrekking tot Taiwan, Hong Kong, Tibet, Xinjiang en de Zuid-Chinese Zee.

Ten aanzien van deze behoeftes voelt China zich bedreigd en ingeperkt door Westerse landen; in de eerste plaats door de Verenigde Staten maar ook steeds meer door de Europese Unie (EU), die China in 2019 tot systeemrivaal bestempelde en beleid ontwikkelt dat in de ogen van Beijing anti-Chinees is. Deze Chinese perceptie draagt bij aan de volgende kenmerken van China’s buitenlands beleid:

  • Opstelling als geopolitieke speler die harde machtspolitiek niet schuwt; dit uit zich bijvoorbeeld in het straffen van landen, organisaties en individuen die zich in de ogen van China onwenselijk gedragen (coercion).
  • Inzet op hervorming van het huidige systeem van global governance, met als doelstelling meer erkenning van, en ruimte voor China’s politieke systeem en visie op de wereldorde, waarin de universaliteit van liberale waarden en mensenrechten niet wordt erkend. China probeert zijn rol in global governance te versterken door meer invloed te verwerven in het maken van regels, het bepalen van de agenda, en het beïnvloeden van de mondiale opinie, en boekt daarin de nodige successen.
  • Veranderde positie van de EU binnen de Chinese diplomatieke hiërarchie. Naast een focus op buurlanden en de Aziatische regio, richt China’s diplomatie zich sterk op de grootmachten, in de eerste plaats de VS en Rusland, zoals geïllustreerd door China’s ‘vriendschap zonder grenzen’ met Rusland. Ook de EU wordt door China weliswaar als ‘grootmacht’ gezien, maar wel een die door interne problemen en verdeeldheid zijn geopolitieke ambities maar moeilijk kan waarmaken en daarmee een minder krachtige speler is. Tegelijkertijd blijft Europa wel een belangrijke economische partner voor China.

Hoe moeten wij ons verhouden tot China?

Wat betekent dit alles voor Nederland en Europa? Allereerst is duidelijk dat Nederland als eenling geen invloed kan uitoefenen en dat de huidige inzet op gezamenlijk optrekken binnen de EU en met andere gelijkgezinde landen een verstandige en noodzakelijke is. China spreekt immers de taal van macht en daarin tellen aantallen. Daarnaast moeten we accepteren dat de economische verwevenheid met, en afhankelijkheden van China dermate groot zijn dat een ontkoppeling van China niet mogelijk is zonder ernstige schade toe te brengen aan Europese economieën. Ook is samenwerking met China bij de aanpak van grote mondiale problemen zoals klimaat, voedsel, en gezondheid noodzakelijk.

China provoceren, inperken, en trachten te isoleren zal Beijing niet afremmen in zijn streven om welvarend, sterk en zelfvoorzienend te worden. Het is daarom beter te engageren met China waar mogelijk en nuttig, en ons te richten op het versterken van onze eigen economische en politieke weerbaarheid. Zolang Nederland en Europa veerkrachtige kenniseconomieën zijn, vormen we een belangrijke speler met wiens belangen en opvattingen China rekening dient te houden. Ook waar het gaat om global governance is versterking van de eigen capaciteit en inzet binnen multilaterale organisaties de beste manier om naleving van onze normen en waarden te stimuleren. China beconcurreren in de Global South vergt wel een wezenlijk andere benadering van deze landen, namelijk een waarbij we de daad (en financiële middelen) bij het woord moeten voegen. Er zal ook een ‘battle of the narratives’ moeten worden gevoerd. China is kwetsbaar op zijn binnenlands model, waarvan de aantrekkelijkheid, ook voor de Global South, beperkt is, maar heeft inmiddels wel een behoorlijk politiek kapitaal vergaard als leider van de niet-Westerse wereld.

Samenvattend, vanuit het besef dat de vanzelfsprekendheid van onze liberale wereldorde voorbij is en dat China isoleren weinig effect zal sorteren, moeten we de competitie met China aan gaan door te vertrouwen op en te investeren in onze eigen kracht. Dit alles vergt een intensieve diplomatie, want alleen mooipraten overtuigt niemand.

Lees ook Ingrid d’Hooghes position paper Open strategische autonomie en de uitdaging van China: op zoek naar balans ten behoeve van de Hoorzitting van de Commissie voor Buitenlandse Betrekkingen van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers.