Research

Articles

Barroso is uitstekend voorzitter

16 Sep 2009 - 15:30
Waarschijnlijk stemt het Europees Parlement (EP) woensdag in met de herbenoeming van Barroso als voorzitter van de Europese Commissie.

De benoeming van de commissievoorzitter is van groot belang voor het Europese integratieproces, vooral nu de EU niet meer vanzelfsprekend is en er grote economische problemen zijn. Daarbij komt dat voor kleinere landen als Nederland de Commissie staat voor 'de Europese belangen' en zij de grote landen hierop met gezag kan aanspreken.

Dat Barroso's benoeming al maanden sleept, geeft aan hoezeer er aan hem wordt getwijfeld. Zijn hele voorzitterschap verloopt eigenlijk al stroef. Barroso geldt als ambitieloos en hij schijnt alleen te luisteren naar de grote landen.

Om duidelijkheid over hem te krijgen, heeft het EP hem een beleidsplan laten schrijven. Dit plan is weggezet als vaag en tandeloos. Toch wordt hij straks herbenoemd, al was het maar omdat er geen andere kandidaat is. Voordat geconcludeerd wordt dat het geharrewar duidt op Barroso's gebreken, moet bedacht worden dat zijn voorganger, Prodi, ook een moeilijk voorzitterschap had. Diens voorganger, Santer, heeft zelfs moeten aftreden. Er is iets dat de functie kennelijk behoorlijk compliceert. Wat voor capaciteiten heeft een voorzitter nodig, en heeft Barroso die?

De stroperigheid rond de herbenoeming duidt erop dat alles gevoelig ligt in de EU en dat sommige landen, vooral bij benoemingen van topposities, een quid pro quo willen. Dit is typisch het complexe Europese krachtenveld dat een commissievoorzitter moet kunnen bespelen. Nationale ministers met hun politieke achterban en een diversiteit aan fracties in het EP moeten instemmen met de commissievoorstellen.

Bij Europese besluiten spelen echter niet alleen partijkleuren, maar moet ook steun worden verkregen van lidstaten die, om wat voor reden dan ook, niet altijd blij zijn met Europese inmenging. Het verkrijgen van steun van vooral de grote landen kan moeilijk zijn. Daarbij kunnen, ook in pro-EU landen, problemen bestaan van tijdelijke aard. Duitsland, bijvoorbeeld, is al een jaar bezig bepaalde besluiten - onder meer over de benoeming van Barroso - over hun eigen verkiezingen heen te tillen.

Cruciaal is tevens dat de interne markt zo ongeveer klaar is en elke verdere stap bevochten moet worden. De consensus dat Europese integratie goed is, bestaat niet meer.

Met al deze obstakels moet een commissievoorzitter het Europese politieke spel beheersen, een perfecte timing hebben, soms met aplomb opereren, successen veelal aan anderen laten en vooral argumenten vinden waarmee iedereen kan instemmen.

Wat dat betreft lijkt Barroso de juiste persoon. Zijn 'gebrek aan ambitie' past bij het afgenomen Europees enthousiasme. Iemand met concrete Europese ambities zou vooral tegenstanders vinden. Toch heeft Barroso veel gepresteerd de afgelopen vijf jaar.

Tegen de zin van Duitsland heeft hij energieliberalisering doorgevoerd en de samenwerking op justitie en binnenlandse zaken versterkt. Hij schroomde niet Frankrijk, Polen, Italië en Spanje onder druk te zetten vanwege hun protectionisme. De Commissie is voorzichtig doorgegaan met Turkije, waar landen als Duitsland op bevriezing aandrongen. Onder zijn invloed zijn gevoelige besluiten genomen, zoals de heroriëntaties van het Europese budget en het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Barroso's optreden kenmerkte zich door pragmatisme. In zijn eigen woorden heeft hij natuurlijk een 'grootse visie', maar benadrukt meteen dat 'het vooral gaat om hoe je doelen bereikt'. Het imago van saai, richtingloos en neigend naar de grote landen koestert hij misschien heimelijk. Intussen is de Commissie hervormd, heeft het EU-beleid verre van stilgestaan op grote onderwerpen en heeft de crisis niet geleid tot egoïstisch beleid van lidstaten zoals in de jaren '70 en '80.

Het verwijt dat de Commissie niets doet aan de economische crisis komt te vroeg. Er wordt hard gewerkt aan het opzetten van drie Europese reguleringsagentschappen voor de financiële markten. Aan Barroso's capaciteiten om het Europese krachtenveld te bespelen, hoeft niemand te twijfelen.