Research

Trade and Globalisation

Op-ed

Perzisch gambiet: de presidentsverkiezingen in Iran

12 Jul 2013 - 11:12

In de Internationale Veiligheidsstrategie van Nederland, die op 21 juni het licht zag, stond ‘economische veiligheid’ als derde strategische belang genoemd. Hoewel het aan minister Jeanine Hennis is om de toekomst van de krijgsmacht te kiezen die bij die IVS  past, licht het document alvast één tipje van de sluier op want we lezen op blz. 11: ‘De Nederlandse krijgsmacht moet ook in de toekomst de mogelijkheid behouden om aan de verschillende soorten interventies te kunnen bijdragen’.

Hoewel uit de IVS niet duidelijk wordt om welke interventies het gaat, houd ik het erop dat daaronder ook een marine-optreden in de buurt van de Perzische Golf zou kunnen vallen, in het belang van onze economische veiligheid.

Dat brengt me bij de presidentsverkiezingen op 13 juni in Iran. De uitslag verraste vriend en vijand, omdat de relatief gematigde outsider Hassan Rohani in één ronde won. De manier waarop was fascinerend, omdat zelfs in een land waar verkiezingen niet erg - laten we het voorzichtig uitdrukken - transparant zijn, een substituut voor de volkswil zijn weg wist te vinden. Geen democratie, maar beter dan niks, en je zou zelfs kunnen zeggen ‘alsnog gerechtigheid’ omdat het neerslaan van de Groene Revolutie na de valse verkiezingen in 2009 alsnog is afgestraft. Een herhaling daarvan wilde de reactionaire clerus hoe dan ook niet. De kansrijke, misschien bedrogen winnaar van toen, Moussavi, heeft nog altijd huisarrest.

Het spel werd nu zo gespeeld dat de geestelijke censuur, belichaamd in de Raad van Hoeders van de Grondwet, de meest hervormingsgezinde kandidaten simpelweg verbood mee te doen aan de verkiezingen. Dat gebeurde zo laat mogelijk, opdat de twee compromiskandidaten die nog in de race mochten blijven te weinig tijd zouden hebben om de kiezers van de verboden kandidaten naar zich toe te trekken. De een, Mohammed Reza Aref, liet men ‘bungelen’ om zijn aanhangers onzeker te maken. Het regimetrouwe persbureau Fars manipuleerde de verkiezingen door opiniepeilingen te publiceren waarin de ander, Rohani, een (kansloze) derde plaats werd toegedicht. In een race waar alleen nummers een en twee het in een eventuele tweede ronde uitvechten zou dat genoeg moeten zijn om zowel Rohani als Aref verder te marginaliseren. Maar het Perzische gambiet bevatte een geniale surprise. Een van de verbodskandidaten, ex-president Rafsanjani, sloeg samen met (ook al ex-president) Khatami terug door vier dagen voor de verkiezingen Mohammed Reza Aref tot terugtrekken over te halen, en op de tv de kiezer op te roepen toch te gaan stemmen en eensgezind voor Rohani te kiezen.

Toen waren in het terugtrekkingsspel de conservatieven weer aan zet. En in tijdnood. Via het ajatollahdagblad Kayhan werd de conservatieve kandidaten op de laatste dag voor de verkiezingen verordonneerd ‘zo snel mogelijk bij elkaar te komen en een fundamentalist uit hun midden te kiezen’. Te laat, de drie speelden een verloren strijd, terwijl Rohani alle proteststemmen trok en zelfs een absolute meerderheid behaalde. Niet de democratie won, maar de grootmeesterlijke tactiek en timing van de gedoodverfde verliezer. Dat zou misschien een interventie bij de Perzische Golf kunnen schelen.