Research

Trade and Globalisation

Op-ed

Hoezo blijft het Westen Afghanistan steunen?

19 Nov 2014 - 15:09
Source: Afghanistan landscape - Flickr / cc / soldiersmediacenter

Nederland heeft een morele verantwoordelijkheid tot nazorg in zowel Irak als in Afghanistan.

Na de F-16-bombardementen begint de Nederlandse trainingsmissie in Irak in januari volgend jaar. Het is wonderbaarlijk hoe Nederland zich zo snel weer volop in een nieuw gewapend conflict gestort heeft. Regering en parlement zouden eerst eens moeten nadenken over de mogelijkheden om langetermijnsteun en nazorg te kunnen bieden, in plaats van deelname aan mediagenieke, snelle militaire responsmissies. Zelfs in Afghanistan is die noodzakelijke continuïteit al lastig te bewerkstelligen.

Wat er mis ging in Irak dreigt een voorbode te worden van wat er in Afghanistan mis kan gaan als de internationale gemeenschap niet voor adequate nazorg kan zorgen. Als men de propaganda van een van de IS-gijzelaarsvideo's mag geloven hebben de 'pre-9/11 Afghanen' (de Taliban) Afghanistan alweer grotendeels in handen.

Aan de vooravond van het einde van de grootste NAVO-geleide militaire operatie ooit is dit wel het grootste angstbeeld voor Westerse politici. Dat verschillende Talibangroepen onder aanmoediging van hun strijdmakkers in de regio succesvol de mede door Nederland opgeleide Afghaanse veiligheidstroepen in gebieden als Baghlan, Uruzgan en Kunduz zullen bevechten, is verre van ondenkbaar. Ook dan zal door het Westen geleverd wapentuig in handen komen van opstandelingen, met al dan niet een extremistische agenda.

Waar Afghanistan op weinig vlakken te vergelijken is met Irak of Syrië, is de wijze van westers optreden wel nagenoeg identiek gebleken. Ondanks de veelvuldig gebruikte toverwoorden Afghan ownership hebben de VS en Europa de belangrijkste politieke keuzes voor Afghanistan gemaakt. Het meest zichtbaar is dit in de uitrusting en grootte van leger en politie: 356 duizend man met moderne wapens ten koste van minstens 4 miljard euro per jaar aan lopende kosten.

De plannen van de NAVO en de EU voorzien in voortzetting van militaire en civiele steun en de retoriek is dat 'wij Afghanistan blijven steunen'. In de praktijk blijkt daar echter weinig van. Sterker nog: de Verenigde Staten en Europa keren Afghanistan op militair vlak al grotendeels de rug toe. Ook Nederland trekt die lijn: met nog slechts honderd adviseurs en trainers voor de nieuwe NAVO-missie volgend jaar, circa dertig Nederlandse politie- en civiele deskundigen binnen de EU-politiemissie en een behoorlijk gekrompen ambassade in Kaboel.

Ondanks de vooruitgang sinds de val van het Talibanregime, blijft Afghanistan een land dat etnisch, cultureel en politiek extreem verdeeld is. Een regering van nationale eenheid mag dan de juiste oplossing voor dit moment lijken, de publieke tendens na de aankondiging is er een van teleurstelling en angst. Met Ghani en Abdullah die beiden circa 50 procent van het electoraat vertegenwoordigen, worden de scheidslijnen tussen Noord en Zuid, respectievelijk de niet-Pashtun- en de Pashtunstammen, eerder versterkt dan verzwakt.

Daar komt bij dat het compromis tot stand kwam onder druk van de VS en door bemiddeling door de VN. Oftewel, er lijkt een groot gebrek aan bereidheid tot compromissen en overeenstemming bij beide Afghaanse regeringsleiders.

Voor nu is het belangrijk dat Ghani en Abdullah duidelijkheid scheppen over de binnenlandse politieke koers, inclusief mogelijke vredesbesprekingen met de Taliban; daarvoor is nauwe betrokkenheid van het Westen van groot belang. Zonder buitenlandse steun is het risico groot dat het land terugvalt in chaos en de Taliban daadwerkelijk verder voet aan de grond krijgen. Nederland zal er samen met bondgenoten op moeten toezien dat het op westerse leest geschoeide veiligheidsapparaat en de nog prille democratie overeind blijven.

Daarvoor is de bereidheid nodig om adequate middelen in te zetten: politiek, diplomatiek, financieel en zeker ook militair. De huidige bereidheid om honderd logistiekelingen aan de nieuwe NAVO-missie in Afghanistan bij te dragen is in die context verre van voldoende.

De actualiteit in Irak wijst ons niet alleen op een morele verantwoordelijkheid tot nazorg, maar ook op het eigen belang dat hiermee gepaard gaat. Helaas zal goede nazorg niet goedkoop en risicoloos zijn, noch in Afghanistan, noch in Irak.