Research

Security and Defence

Op-ed

Charlie staat voor welke beschaving?

12 Jan 2015 - 12:20
Source: Matthieuk / Flickr /CC

En opeens heten we allemaal Charlie. Althans bijna allemaal. Want sommigen afficheren zich opeens onder de naam Kouachi. En wie zich nu Charlie noemt is daar boos en verontwaardigd over. Moslims voelen zich opgeroepen (of onder druk gezet) om zich openlijk te distantiëren van de daden van de gebroeders Kouachi en Coulibaly. Sommige moslims zijn daar weer boos over, omdat de protestanten zich ook niet hoefden te verantwoorden voor de misdaden van de Ku Klux Klan, of ieder katholiek voor het seksueel misbruik binnen de Katholieke Kerk.  Hun argument: ik heb niets te maken met deze terroristische daden zogenaamd uit naam van de Islam, en wil er ook niet voortdurend op worden aangesproken. En ja, daar zit ook weer wat in.

Ondertussen lijkt de wereldtop in Parijs verzameld om gearmd met president Hollande in optocht door de straten van Parijs te trekken. Een mooi beeld van verbroedering en standvastigheid tegen de onverdraagzaamheid en intolerantie die deze gewelddadige extremisten aan de dag leggen. Wij laten ons niet de mond snoeren! Wij staan voor de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting, en alles wat recht doet aan de pluriformiteit van onze democratische rechtstaat. Maar is dat echt zo?

Op twitter gaat er een lijst rond van regeringsleiders die weliswaar meelopen in de optocht, maar het in eigen land ook niet zo nauw nemen met de vrijheid van meningsuiting of de persvrijheid. In die lijst met 20 namen onder andere: Koning Abdullah van Jordanie waar afgelopen jaar een Palestijnse journalist tot 15 jaar werkkamp werd veroordeeld; Premier Davutoglu van Turkije waar meer journalisten gevangen worden genomen dan in menig ander land; Minister van Buitenlandse Zaken Skhoukry van Egypte, waar onder andere journalisten van Al Jazeera worden vastgezet voor hun berichtgeving over de Moslim Broederschap; en Minister Lavrov van Rusland, waar ook journalisten worden vastgezet voor hun kritiek op het regime van Poetin. En voordat we met zijn allen meteen schande van spreken van zoveel hypocrisie, is het goed ons af te vragen hoe schijnheilig we wellicht zelf zijn als het gaat om wie we het gebruik van de vrijheid van meningsuiting wel of niet gunnen.

Behoort tot diezelfde vrijheid van meningsuiting ook de ‘minder, minder, minder’- uitspraak van Geert Wilders? Of gaat hij daar over een grens? En hoe zit het –aan de andere kant van het spectrum- met de vele ‘likes’ op Facebook bij onthoofdingsfimpjes die door IS worden verspreid? Begrijp me niet verkeerd: in beide gevallen vind ik het walgelijk. Maar in beide gevallen vraag ik me ook af of hiermee de grens die de wet stelt aan de vrijheid van meningsuiting is overschreden. Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie is enthousiast over het idee om radicalen op sociale media ‘aan te pakken’. Uiteraard is nog niet duidelijk wat hij daarmee bedoelt. Zouden daar de genoemde ‘likes’  ook onder vallen? En als dat zo is, volgt dan ook vervolging van iedereen die een ‘like’  onder de ‘minder, minder, minder’- uitspraak van Wilders heeft gezet? Het Openbaar Ministerie gaat het druk krijgen op deze manier.

Ik geef het eerlijk toe. Zelfs als jurist en terrorismeonderzoeker, maar misschien vooral als mens worstel ook ik met de vraag of we de vrijheid van meningsuiting in alle gevallen maximaal moeten uitbuiten. Vooral als dat betekent dat het alleen om het beledigen gaat, zonder een greintje relativering of poging een spiegel voor te houden? Het is tenslotte ook een teken van beschaving als we een ander respecteren, en niet ons recht op vrijheid van meningsuiting misbruiken om een samenleving uit elkaar te spelen en de boel op scherp te zetten.  Gezien de gespannen situatie waarin onze samenleving zich bevindt, zijn we meer gebaat bij woorden van verbinding dan bij woorden van uitsluiting. Maar uiteindelijk is dat mijn afweging, en mag een ander een andere maken. De rechter zal uiteindelijk toetsen. Want dat is ook beschaving.

Als terrorismeonderzoeker weet ik echter wel dat mensen met radicale ideeën en met neigingen verder af te glijden naar een stadium waarin ze zelfs geweld legitimeren, of zelfs zichzelf moreel verplicht voelen geweld te plegen, niet op andere gedachten worden gebracht door een menigte die ze voorhoudt hoe achterlijk hun gedachtengoed is. Als ze nog luisteren, dan is dat naar de imam, de buurtwerker, de oom of hun vriend die met ze in gesprek gaat om ze een andere weg te wijzen. Van alle maatregelen die de afgelopen maanden zijn genomen en aangekondigd, put ik dan ook de meeste hoop uit het initiatief genomen door het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders die een telefonische hulplijn heeft geopend om familie en vrienden van (potentiele) jihad-reizigers te ondersteunen. Niet alleen omdat ze die steun hard kunnen gebruiken, want het is hartverscheurend als dit in je eigen gezin gebeurt, maar ook omdat deze mensen als enigen nog kans maken door te dringen tot het brein van deze Syrië/Irak-gangers. Familie, vrienden, imams, buurtwerkers, onderwijzers of misschien wel de voetbalcoach zijn de zogenoemde geloofwaardige boodschappers, de sleutelfiguren die kunnen zeggen wat geen overheid met enige overtuigingskracht ze kan vertellen.

En als er enige kans is dat dat werkt, rust er dan niet een taak op ons allemaal, om naar dat voorbeeld, onze vrijheid van meningsuiting te gebruiken om te pogen te verbinden, omdat we daarmee het sterkste wapen inzetten tegen iedere terrorist die meent met haat en geweld onze samenleving uit elkaar te spelen. Hoeveel is het u waard?