Research

Security and Defence

Op-ed

Her Majesty's nucleaire deterrent

06 Feb 2015 - 13:18
Source: Flickr / Quick fix

Ook op zee komen we de Russen tegenwoordig weer tegen. Bij ons in de buurt wel te verstaan, want iets verderop in de Baltische wateren was men er al aan gewend geraakt. We herinneren ons eind oktober nog de dagenlange jacht op vrijwel zeker een Russische onderzeeboot in de kustwateren bij Stockholm. The Hunt for the Red October kwam weer op het netvlies. Die operatie eindigde onbeslist. Maar rond Groot-Brittannië is het ook niet pluis.

Het is een publiek geheim dat de thuishaven van de vier Vanguard-onderzeeërs, waar de Britse Trident-raketten op gestationeerd zijn, de Schotse basis Faslane is. Om te patrouilleren op de oceaan moeten zij eerst de Clyderivier uitvaren. Dat was in vroeger tijden het ideale moment voor een Russische onderzeeër om zo'n Brit op te wachten en aan een schaduwgang te beginnen. In de Koude Oorlog was de Britse tegenzet dan standaard dat een Nimrod-2 maritiem patrouillevliegtuig boven de Russische periscoop ging hangen, de boot hinderlijk gezelschap kreeg van een Brits ASW-smaldeel, zich op haar beurt bedreigd wist, en zo was een 'vrijgeleide' voor de Vanguard verzekerd.

Niet niks: het gaat om de strategische afschrikking. Na de Koude Oorlog staakten de Russen dit spel. Het bezuinigingsvirus, lees vredesdividend, trof ook de Britse defensie-begroting. Whitehall plande nog wel een vervanging voor de Nimrod, maar in 2010 viel de bijl voor het Nimrod MRA4 opvolgingsproject. Niet eens zozeer omdat de Rus schitterde door afwezigheid, als wel omdat het programma toen al bijna tien jaar vertraging had opgelopen en worstelde met een kostenoverschrijding van bijna een miljard pond. Dat was teveel van het goede.

Maar in november zag een Schotse visser weer een Russische periscoop in de monding van de Clyde, toevallig toen een Vanguard het zeegat wilde kiezen. Twee Amerikaanse Orions, een Canadese Aurora en een Franse Atlantique snelden te hulp om de Britten in volgende gevallen uitgeleide te doen. In december was het zover. Twee Amerikaanse Skinny Dragons Orions, uit Hawaii weggehaald naar de RAF basis Lossiemouth, moesten assisteren toen een Russische onderzeeër opdook.

Dit maakt de tongen in het Britse defensie-establishment los. De grote vraag is eigenlijk: kan Her Majesty's nucleaire deterrent nog ernstig worden genomen? Hoe kun je van een onafhankelijke Britse afschrikkingsmacht spreken, als die afhankelijk is van het op-trommelen van oude vliegtuigen van bondgenoten?

Er is al geschamperd dat het VK de dubieuze eer te beurt valt om nu samen met lJsland, Micronesia, Madagascar, Estland, de Bahama's en de Salomonseilanden een klasse apart te vormen. Welke klasse in welke groep? De groep van vijfendertig landen met de langste kustlijn (het VK staat op die lijst 12e, met 12.429 kilometer kust) ter wereld. Negenentwintig van die landen hebben wel maritieme patrouille vliegtuigen, slechts zes dus niet. Overigens staat Nederland 99e op de lijst, sinds het afsluiten van de Zuiderzee met nog maar een kustlijn van 451 kilometer. Maar dat zou je weer mogen verdubbelen als je de Caribische koninkrijksdelen erbij optelt. Onze Orions zijn verkocht, en wij kunnen Her Majesty dus ook niet meer helpen.