EU Forum

EU Integration

De 19e Bundestag: uitbreiding van politieke vertegenwoordiging

02 Oct 2017 - 12:27
Source: Fexes/flickr

Op zondag 24 september mochten de Duitsers naar de stembus voor de verkiezing van de negentiende Bundestag, de federale overheid in Duitsland. De peilingen zaten er niet ver naast, maar desondanks kwamen de nederlaag van de grote regeringspartijen en de overwinning van de nationalistische, conservatieve AfD voor velen als een donderslag bij heldere hemel. Tot voor kort gold Duitsland nog als een van de weinige Europese landen met een politieke kern van rotsvaste middenpartijen. Waar in Frankrijk het Front National, in Nederland de PVV en in Oostenrijk de FPÖ de peilingen bestormden – en de FPÖ daadwerkelijk een plaats in de regering wist te veroveren – bleef het rechts-populisme in Duitsland steken in de politieke periferie. Dat de Duitse politiek verstoken was van een rechts zwaargewicht, betekende echter niet dat het Duitsland ontbrak aan nationalistische en anti-establishment sentimenten. Vooral Merkels vluchtelingenbeleid leidde voor anti-islamitische bewegingen als PEGIDA tot meer aanhang. Nu de AfD deel van het parlement uitmaakt, vormt Duitsland geen politieke uitzondering in Europa meer. De verkiezingsuitslag domineerde de nationale en internationale media, die deze omdoopten tot een ‘breuk’ in de Duitse politiek, een ‘aardbeving’ in het Duitse politieke landschap en een ‘schok’ voor de regering. De uitslag belemmerde dan ook Merkels vermogen om te reageren op de ambitieuze EU-integratieplannen van Macron. Hoe kunnen we de veranderingen in het stemgedrag van de Duitse kiezers verklaren? 

Gekozen partijen

Zetelverdeling Bundestag

Hoe hebben Duitse media en politici de politieke verschuiving verklaard?

Nadat iedereen enigszins van de schok was bekomen, stelden de media en de politiek dezelfde voor de hand liggende diagnose: de partijen aan de uiteinden van het politieke spectrum maken de meeste kans om van grote coalities te profiteren. In een regering met meerdere partijen vervagen de grenzen tussen centrumrechts en centrumlinks het meest, waardoor er een politiek vacuüm ontstaat waarvan de partijen met een extremere inslag profiteren. Daardoor raakt het uiteindelijke politieke landschap gefragmenteerd. Zodoende was voor de sociaaldemocraten na de nederlaag de enige zinvolle strategie een plek in de oppositie in te nemen. “Voor ons komt de grote coalitie vandaag tot een einde,” verklaarde partijleider Schulz vlak na de uitslag. Maar is het gebrek aan onderscheid tussen de centrumpartijen echt de oorzaak van de opmars van de AfD? Zo ja, dan zou de centrumrechtse kiezers nog rechtser zijn gaan stemmen (op de AfD), terwijl centrumlinkse kiezers juist naar links zouden zijn opgeschoven (naar die Linke). Maar uit de tegenvallende prestaties van de CSU, het Beierse ‘broertje’ van Merkels CDU en de partij die tijdens campagnetijd flink inspeelde op het nationalistisch-conservatieve sentiment, wordt duidelijk dat je niet alleen maar de stijl en werkwijze van de AfD kunt na-apen. ‘De kiezer houdt altijd vast aan het origineel’, luidt het adagium onder politieke partijen. Dat komt in de Duitse verkiezingen perfect naar voren. 

Fragmentatie of uitbreiding van het kiezersbestand?

Het is wellicht zinvoller om de tweedeling links-rechts en de polarisatie dan wel fragmentatie even te laten voor wat ze zijn en het politieke landschap meer als een beweeglijk wezen te beschouwen. Uit de onderstaande tabel over het kiesgedrag tussen 2013 en 2017 wordt duidelijk dat de kiezer zich niet meer duidelijk herkent in het links-rechtsspectrum.

 

 

Partijwinst (standaardjaar: 2013)

 

 

CDU/CSU

SPD

Linke

Grüne

AfD

FDP

Partijverlies

CDU/CSU

n.v.t.

-

90.000

30.000

980.000

1.360.000

SPD

20.000

n.v.t.

430.000

380.000

470.000

450.000

Linke

-

-

n.v.t.

-

400.000

60.000

Grüne

-

-

170.000

n.v.t.

40.000

110.000

AfD

-

-

-

-

n.v.t.

-

FDP

-

-

-

-

40.000

n.v.t.

Niet-stemmers

380.000

-

270.000

230.000

1.200.000

700.000

Winst/verlies

-2.860.000

-1.750.000

+540.000

+470.000

+3.870.000

+2.910.000

 

 

 

 

 

 

 

Hoewel er een zekere mate van onzekerheid in deze data zit, laat de algemene trend zien dat de uitslag ingewikkelder in elkaar zit dan de theorie dat de twijfelende centrumstemmers op extremere partijen hebben gestemd. Inderdaad, de CDU/CSU zijn bijna een miljoen kiezers kwijtgeraakt aan de AfD. De echte verliezer is echter de FDP (1,36 miljoen), die politiek gezien, hoewel veel kritischer op Macron’s EU plannen dan Merkel’s CDU, dicht bij de CDU/CSU  ligt. En om nu te spreken van ‘polarisering’ van de middenpartijen omdat de kiezer op liberaal in plaats van liberaal-conservatief stemt, gaat enigszins ver. De zogeheten bürgerliche Lager (de conservatief-liberale en centrumrechtse kiezers) is in Duitsland niet noemenswaardig gekrompen. Dit deel van het kiezersbestand is echter wel over twee partijen verdeeld. Dit wordt duidelijk wanneer we het totale aandeel van de stemmen van CDU/CSU en FDP in 2013 en 2017 vergelijken. De AfD heeft veel kiezers van de sociaaldemocraten en de socialistische Linke weggenomen. Die laatste partij staat op het links-rechtsspectrum het verst weg van de AfD. Ook de SPD is minder kiezers kwijtgeraakt aan links dan aan de rechtse AfD. Uit geen van deze ontwikkelingen valt op te maken dat kiezers die normaliter op de centrumpartijen stemmen, zijn opgeschoven naar de extreme partijen in het spectrum, terwijl de uitslag dat in het licht van de eendimensionale tweedeling van links-rechts wel doet vermoeden. 

Niet-stemmers mobiliseren

Wie de winst van de AfD en in mindere mate de FDP echt wil begrijpen, moet een andere kiezersgroep onder de loep nemen: kiezers die eerder niet hebben gestemd. Op dat vlak heeft de AfD 1.2 miljoen mensen gemobiliseerd en de FDP 700.000. Dat is veel meer dan de andere vier partijen en maakt duidelijk dat met name de AfD een politiek herkenningspunt vormt voor - voornamelijk Oost-Duitse - kiezers die waaraan het hen voorheen ontbrak. Zowel de FDP en de AfD heeft geen kiezers ‘afgepakt’ van de centrumpartijen, maar juist meer diversiteit aangebracht in het politieke spectrum van Duitsland. De volgende Bundestag vormt in wezen een betere vertegenwoordiging van de politieke overtuigingen van de Duitse bevolking dan ooit tevoren. En met een opkomst van 75% zijn er nog genoeg niet-stemmers die, eenmaal overtuigd om toch hun stem uit te brengen, het politieke landschap in het land écht anders kunnen vormgeven. Dit is zeker geen op zichzelf staande ontwikkeling: de opkomst was in Nederland, Frankrijk en Oostenrijk ongeveer even hoog als in Duitsland, waardoor die landen potentieel eenzelfde politieke onvoorspelbaarheid herbergen.

Adrian Arab van de Duitse krant Die Welt heeft een interessant gedachte-experiment bedacht over dat grote aantal niet-stemmers. Stel dat alle niet-stemmers van de vorige verkiezingen zich zouden laten vertegenwoordigen door één partij in het parlement, dan zou een meerderheidskabinet alleen kunnen ontstaan uit een coalitie van vijf partijen: de CDU/CSU, de SPD, de FDP en de Groenen. Nu is het natuurlijk niet heel realistisch om alle niet-stemmers onder een en dezelfde partij te scharen, maar dit experiment maakt wel duidelijk dat de vijf grote politieke partijen lang niet alle politieke overtuigingen in Duitsland vertegenwoordigen. Ze zouden weliswaar een coalitie kunnen vormen, maar met de hakken over de sloot. Anders gezegd: hoewel de Duitse politiek in zekere zin gefragmenteerd is, worden er ook meer overtuigingen dan ooit tevoren vertegenwoordigd – namelijk ook de overtuigingen waar eerder amper of helemaal geen vertegenwoordiging voor bestond, in het bijzonder die van de vergeten 'verliezers van de globalisering' in het oosten. Men hoeft die nieuw vertegenwoordigde overtuigingen, of het feit dat ze nu een nationaal platform krijgen, uiteraard niet te bejubelen, maar het bestaan ervan mag niet worden ontkend.