Research

Europe and the EU

Op-ed

'De tijd van openingszetten is voorbij'

05 Mar 2018 - 15:37
Source: Tiocfaidh ár lá 1916 Follow/flickr

Deze column is oorspronkelijk verschenen in de Brexit Nieuwsbrief van VNO-NCW en MKB-Nederland.

Een gedurfde openingszet. Zo zou je de speech van Theresa May over de toekomstige economische betrekkingen tussen de EU en het VK kunnen noemen. Het VK zal uit de interne markt en uit de douane unie vertrekken, maar de Britten willen wel een handelsrelatie met Europa opbouwen die de eigenschappen van de douane unie en de interne markt in stand houdt. Anders geformuleerd, May wil een zo zacht mogelijke harde Brexit. Maar dat ballonnetje gaat in Brussel niet op.

De wensenlijst van Theresa May is een afspiegeling van de spanningen binnen haar eigen partij. Aan de ene kant willen de Brexiteers een eigen handelsbeleid kunnen voeren, en aan de andere kant willen de gematigden juist de banden met de Europese Unie, vooral op economisch vlak, zo innig mogelijk houden. Theresa May kan de eenheid binnen haar partij niet bewaren als ze een duidelijke keuze tussen beide maakt. En dus deed ze dat niet; om de partij bij elkaar te houden, en om aan de macht te kunnen blijven. En daarmee werd de speech vlees noch vis.

May deed geen moeite om een bod op tafel te leggen die op de steun van de EU27 kan rekenen. De speech was wel realistischer dan voorgaande toespraken over Brexit. Premier May gaf aan dat Britse toegang tot de Europese interne markt minder zal zijn - en dus ook vice versa. Verder zei ze dat niet iedereen zijn zin kan krijgen, en dat het Europees Hof van Justitie, ondanks de wensen van de Brexiteers, nog een rol zal spelen in het VK, bijvoorbeeld bij de rechten van EU burgers.

Theresa May kan de eenheid binnen haar partij niet bewaren als ze een duidelijke keuze tussen beide maakt. En dus deed ze dat niet; om de partij bij elkaar te houden, en om aan de macht te kunnen blijven. En daarmee werd de speech vlees noch vis.

Maar het was vooral een speech vol dromen en wensen. Dromen over ‘frictieloze handel’ door middel van technologische snufjes aan de Ierse grens, toegang tot EU agentschappen die voor andere derde landen gesloten zijn, en speciale deals voor de financiële sector.

De EU27 zegt geen 'cherry-picking' te zullen accepteren. Als de Britten wel de lusten maar niet de lasten krijgen van de interne markt, dan zouden andere lidstaten ook wel eens een Brexit kunnen overwegen. De Britse economie is ook te groot voor de uitzonderingen die May wil bedingen. Liechtenstein hoeft bijvoorbeeld geen vrijheid van verkeer van personen te accepteren, en heeft toch toegang tot de interne markt. Maar het VK is de tweede economie van Europa. 'Cherry picking' op zo’n schaal zou de integriteit van de interne markt op het spel zetten.

May zegt dat alle vrijhandelsakkoorden een vorm van 'cherry picking' zijn. Dat klopt. Alle handelsakkoorden zijn toegespitst op de specifieke economische opmaak van het land waarmee onderhandeld wordt. Met Japan over auto’s en rijst. Met Canada over grondstoffen en esdoornsiroop. En dus wil May een speciale deal voor de financiële sector, al erkent ze zelf dat het nog nooit gelukt is om financiële diensten in een handelsakkoord op te nemen. Maar de Britten willen niet dat hun economie onder het juridisch toezicht van het Europees Hof van Justitie valt, en dus zal een speciale deal er voor de City niet in zitten. Als alternatief stelt May voor om een gezamenlijke commissie op te richten die toezicht zal houden op een financiële deal. Maar dat is complex, omslachtig, en is nog nooit gedaan.

De Britten vragen om creativiteit en flexibiliteit. Maar ze vergeten dat de Europese Unie een veranderlijke en fragiele balans van rechten en verplichtingen is, waarbij elke lidstaat elkaar in de gaten houdt of de een niet te weinig betaalt of de ander teveel krijgt.

De Britten houden vol dat ze een aparte status verdienen. Ze zijn groter dan Noorwegen, en belangrijker dan Canada. Sterker nog, zeggen ze, het VK is straks 'hors categorie'; een voormalig EU-lidstaat. Verdienen zij daarom niet een betere deal dan Noorwegen (wel toegang tot de interne markt, maar ook de vrijheid van verkeer van personen) of Canada (een vrijhandelsakkoord)? De huis-tuin-en-keuken psychologie helpt. Het is makkelijker om je flexibel op te stellen tegenover iemand die meer toenadering zoekt, dan iemand die zich van je wil verwijderen. De Britten vinden de EU blijkbaar niet goed genoeg en willen het op bepaalde punten anders. Scheiden doet pijn.

De Europeanen zijn bezorgd dat als ze zich te flexibel opstellen richting het VK het 'level playing field' verloren gaat. En dus zegt May, ‘geloof mij, we gaan onze milieustandaarden heus niet verlagen en onze regelgeving over staatsteun niet versoepelen.’ Maar het wederzijds vertrouwen is er de afgelopen maanden niet sterker op geworden. Integendeel.

De realiteit is dat wanneer May zegt dat een Brits-Europees akkoord de handel 'zo frictieloos als mogelijk' moet maken, frictie dus het resultaat zal zijn. En zelfs een beetje frictie, bijvoorbeeld in de vorm van douaneformulieren of langere wachttijden, kan al een dempend effect hebben op de wederzijdse handel.

Openingszetten zijn vaak ambitieus en een beetje irrationeel, om zo de tegenpartij uit te lokken. En daar zit nu juist het probleem. Er resteert nog 7 maanden tot in oktober het uittredingsakkoord er moet liggen. De tijd van openingszetten is voorbij.