“Een nationaal kompas wordt de grote opdracht voor het nieuwe kabinet”

De wending naar geopolitiek

Het regeerakkoord staat in het teken van geopolitiek. Voor Nederland - traditioneel zeer gehecht aan markt en recht - is dit een strategisch keerpunt. Van bewaker van rode lijnen in Europa - die ten strijde trekt tegen ‘spilzieke Italianen’ en ‘rule of law backsliding Polen en Hongaren’ - naar voortrekker in een Europa als geopolitieke speler. Een nieuw narratief, dat recht doet aan deze tijd van sterk veranderde machtsverhoudingen en assertieve grootmachten. Eveneens ademt het akkoord het besef dat de Europese manier van leven kwetsbaar is, en niet noodzakelijkerwijs het ijkpunt van beschaving voor alle gemeenschappen en regimes in de wereld.

Kompas en kompanen

Geopolitiek betekent allereerst machtspolitiek en het inzetten van machtsmiddelen. Het kabinet investeert aanzienlijk en structureel in capaciteit waarop de eerste kabinetten-Rutte nog bezuinigden: defensie, ontwikkelingssamenwerking, en versterking van het postennetwerk. Met de forse verhoging van het defensiebudget lijkt Nederland serieus bij te gaan dragen aan een EU die meer strategische verantwoordelijkheid neemt, en minder mee te liften op Amerikaanse kracht. Het regeerakkoord wijst ook op de economische macht van de EU en is bereid die strategisch in te zetten. Het kabinet kiest voor een actieve alliantiepolitiek, met alle ijzers in het vuur, met de aankondiging van “…een voortrekkersrol in de EU en multilaterale organisaties, via het versterken van de trans-Atlantische band en nieuwe partnerschappen.” Met een jaar van strategische herijking binnen de EU (Strategisch Kompas) en NAVO (Strategisch Concept) voor de boeg, is het van belang dat Nederland ook het nationale kompas gaat herijken: wat wordt de Nederlandse koers, en met welke kompanen gaan we dat doen? Opvallend genoeg ontbreekt een nadere invulling van de koers ten aanzien van China, Rusland, Oost-Europa en het Midden-Oosten. De geopolitieke relevantie van Afrika wordt bovendien vergeten als een nieuwe Afrikastrategie ouderwets wordt aangekondigd onder het kopje ‘buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking’.

Geopolitiek gaat ook over een strategische reflectie op de ligging en kwetsbaarheid van ons territorium. Binnen de NAVO-samenwerking kiest Nederland voor een focus op de territoriale regio rond Europa, met een erkenning dat Europese landen vaker op eigen kracht conflicten moeten oplossen, en een concentratie van Nederland op de bescherming van de eigen regio. Het regeerakkoord wil ook de strategische onafhankelijkheid versterken met de productie van cruciale (half)producten in Europa, door vitale processen te beschermen en ongewenste zeggenschap in bedrijven te voorkomen. In het economisch beleid zien we een voor Nederland significante draai naar ‘open’ strategische autonomie en ‘slimme industriepolitiek’. Daarnaast zet het akkoord in op de versterking van migratiepartnerschappen met landen rond de Europese Unie. Door het positieve instrument van tijdelijke legale en circulaire arbeidsmigratie mogelijk te maken zal Nederland aanzienlijk beter toegerust zijn in onderhandelingen met buurlanden, terwijl tegelijk dringende tekorten op de Nederlandse arbeidsmarkt worden geadresseerd. De uitwerking van deze migratiesamenwerking per land van herkomst in concrete programma’s onder moeilijke omstandigheden heeft topprioriteit.

Economische, sociale en culturele verbondenheid

Geopolitiek vereist tenslotte ook lotsverbondenheid van de gemeenschap binnen het afgebakende territorium. Het kabinet zet vooral in op nieuwe instrumenten voor een Europese politieke gemeenschap (een Europese veiligheidsraad, mogelijkheid van meerderheidsbesluitvorming en kopgroepvorming). Het regeerakkoord besteedt veel minder aandacht aan de economische, sociale en culturele verbondenheid die eveneens nodig is voor een slagvaardige Unie. De economische ongelijkheid tussen en binnen Europese landen neemt toe, en opwaartse economische convergentie blijft vooralsnog uit. Bespreking van de uitdagingen rondom sociale samenhang, cohesie en solidariteit in Europa ontbreekt. En hoewel het regeerakkoord wel noemt dat de EU ook een waardengemeenschap is, mist een strategie hoe om te gaan met culturele botsingen tussen oost en west binnen Europa over bijvoorbeeld asiel- en migratiebeleid. Investeren in meer economische, sociale en culturele verbondenheid zal op de langere termijn noodzakelijk zijn als de EU echt wil transformeren van markt naar gemeenschap en een geopolitieke speler van belang.

De ambitie van geïntegreerd beleid

Door internationalisering zijn buitenland en binnenland zo sterk verweven geraakt, dat effectieve integratie tussen binnen- en buitenlandbeleid is vereist, naast coherentie en betere afstemming tussen verschillende invalshoeken van het buitenlandbeleid. Er klinkt ook wel een duidelijke poging in het akkoord door om bij elk beleidsterrein de internationale dimensie te integreren. Op sommige terreinen, bijvoorbeeld klimaat en energie, is dat beter gelukt dan op andere terreinen, zo is het thema veiligheid vooral binnenlands ingevuld. Het is een goede zaak dat Nederland ook een global health-strategie gaat ontwikkelen, waarmee de focus van de afgelopen jaren op seksuele en reproductieve gezondheid en recht wordt aangevuld met een internationaal beleid gericht op het voorkomen en aanpakken van pandemieën, op internationale kennisdeling, en meer samenhang tussen onderwerpen als vaccindiplomatie en onderhandelingen over prijzen van geneesmiddelen en apparatuur.

Coördinatie, coherentie en cockpit

Het regeerakkoord geeft geen aanknopingspunten hoe de internationalisering van al deze beleidsterreinen te coördineren. Wat worden de belangrijkste doelen waarop coherentie wordt nagestreefd, welk doel krijgt prioriteit? Impliciet lijken dat nu: veiligheid, migratie en klimaat. Opmerkelijk daarbij is dat de VVD twee voor migratiebeleid cruciale posten verwierf in het kabinet: de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Hoewel ontwikkelingssamenwerking en vluchtelingenbescherming genoemd worden in het regeerakkoord, zal moeten blijken of in de praktijk niet veiligheid en migratiebeperking boven armoedebestrijding en bescherming gaan. Met de aankondiging van de oprichting van een nationale en Europese veiligheidsraad wordt de vraag ook dringender hoe de cockpit wordt ingericht voor de internationale strategie: wat wordt de rol van de premier, de ministers van Buitenlandse Zaken en Financiën? In het Regeerakkoord van 1994 kondigde het kabinet-Kok tegen de achtergrond van de omwenteling van 1989 een herijking van het buitenlandbeleid aan, met een heroriëntatie op kompas en koers, organisatorische kwesties en coördinatie en financiering van het buitenlands beleid. Met Poetin aan het roer in plaats van Gorbatsjov, de aankomst van China op het wereldtoneel, de wending naar geopolitiek en open strategische autonomie, en de oprichting van een nationale en mogelijk Europese veiligheidsraad, is er alle aanleiding tot een nieuwe herijking.

Leiderschap en luisteren

Bevolkingsonderzoek van Clingendael naar de houdingen en opvattingen van Nederlanders over het buitenland en buitenlandse politiek laat zien dat de perceptie van dreigende internationale ontwikkelingen een belangrijke factor is in gevoelens van maatschappelijk pessimisme en declinisme in Nederland. Thema’s als migratie en klimaatbeleid zijn bovendien gepolariseerd. Die polarisatie in de Nederlandse samenleving loopt steeds meer langs scheidslijnen van internationalisten versus nationalisten, en van exclusieve versus inclusieve nationalisten in plaats van links versus rechts in de politiek. We zien een ‘culturalisering’ van de kijk op Rusland en Amerika. Mensen kijken steeds meer door de bril van identiteitspolitiek in plaats van door het perspectief van internationale veiligheid en allianties. Het kabinet treedt aan op een moment dat het vertrouwen in de politiek op een dieptepunt is. Om het nationale kompas gedragen te herijken, is een goede balans nodig tussen leiderschap en luisteren. Een goed geïnformeerd publiek gesprek over de Nederlandse internationale koers, waarbij scheidslijnen in de Nederlandse samenleving worden overbrugd.