“Voor de gewenste grip op migratie hebben we geen grote woorden en politieke proefballonnetjes nodig, maar evidence informed beleid. Er bestaat veel kennis en onderzoek, maak daar gebruik van en kom tot concrete afspraken”

Europees asiel- en migratiebeleid is nodig

Het kabinet zal een goede balans moeten vinden tussen aan de ene kant grens­bewaking en aan de andere kant toegang verlenen aan degenen die daar recht op hebben, vanwege asielbescherming of hun gezinsleven. Ook moeten we toegang verlenen aan degenen wiens arbeid of kennis we nodig hebben, of die we in Nederland willen laten studeren. Daarvoor zijn op de eerste plaats effectieve onderhandelingen nodig met landen buiten de EU, waarin wederkerigheid en inachtneming van internationale standaarden de uitgangspunten zijn. Ten tweede moet een eenheid binnen de EU worden gecreëerd, ondanks de onderlinge geschillen, over een gezamenlijk asiel- en migratiebeleid. Tenslotte is publiek draagvlak voor dit beleid van groot belang.

Duidelijke migratiepartnerschappen

De internationale en EU-agenda’ s als de Compacts en het EU Migratie en Asiel Pact bieden in ieder geval een aanknopings­punt voor verbetering en versterking van asielbescherming. Hierin worden bestaande afspraken als het Vluchtelingenverdrag bevestigd en over het algemeen niet ter discussie gesteld. Legale migratie was tot nu toe een ondergeschoven kindje in de beleidsagenda van het kabinet, met heel weinig concrete initiatieven. Daar komt met dit regeerakkoord verandering in, nu ook de inzet van legale migratie in de context van migratiepartnerschappen met derde landen expliciet wordt aangekondigd. Dit zal de onderhandelingspositie van Nederland ten goede komen. Ontwikkelings­samenwerkingsgelden zouden geen onder­deel moeten uitmaken van deze onderhandelingen vanwege de doelstelling van OS-gelden om mensen in de betreffende landen perspectief te bieden. Ze zijn dus bedoeld om juist te voorkomen dat mensen geen andere perspectief zien dan te migreren.

De verruiming van legale migratie­mogelijk­heden blijft helaas beperkt tot arbeidsmigratie. Het voorstel voor vluchtelingen­bescherming is zeer teleurstellend. Officieel gaat het quotum omhoog van 500 naar 900 vluchtelingen. Maar dit lijkt afhankelijk te worden gemaakt van terugkeerresultaten en kan ook worden ingevuld via relocatie binnen de EU. Relocatie van vluchtelingen van bijvoorbeeld de Griekse eilanden naar Nederland is echter een zaak van interne EU-solidariteit, en gaat zo ten koste van solidariteit met de landen daarbuiten en de meest kwetsbare vluchtelingen. Nergens worden daarvoor aanvullende kanalen genoemd, in tegenstelling tot het Global Compact on Refugees.

Voorkom een EU-splijtzwam

De investering in opvang in de regio toont continuïteit en is positief, zeker gezien het structurele financieringsprobleem daar. Er ontbreekt echter een uitwerking – zo is bescherming nodig, dat wil zeggen naast veiligheid ook een toekomstperspectief in plaats van louter opvang. Van buurlanden kan niet worden gevraagd dat zij het overgrote deel van de vluchtelingen duurzaam opvangen, zonder enig strategisch en solidair engagement van Nederland in de vorm van substantiëlere hervestigingsquota. Het regeerakkoord dreigt desnoods via kopgroepen van welwillende landen voortgang te willen boeken in de totstand­koming van een Europees asiel- en migratie­beleid. Op onderdelen zal dit wellicht ook werken, bijvoorbeeld in relocatie en terugkeersamenwerking. Terugvallen op kopgroepen heeft echter ook een keerzijde: het geeft een carte blanche aan gelijkgestemde opponenten van Nederland binnen de EU om hetzelfde te doen, zo laat het recente voorstel van twaalf lidstaten zien, dat in strijd is met het non-refoulement. Dit zou een dynamiek naar desintegratie van de EU tot gevolg kunnen hebben.

Geen proefballonnen maar bewijsgestuurd beleid

Wat ontbreekt is een beleidsprogramma voor migratie. Het is nu veel wát, maar nog erg weinig hóe. Voor de gewenste grip op migratie is vooral ook rust nodig op dit beleidsterrein. Geen grote woorden en politieke proefballonnetjes, maar goed onderbouwde inzet, vanuit haalbaarheid en uitvoerbaarheid. Er bestaat veel kennis en onderzoek, en er liggen al veel relevante adviezen. Maak de uitwerking van het regeerakkoord dus evidence informed en zoek de samenwerking met denktanks. Tot slot: pacta sunt servanda – verdragen moeten worden nagekomen. In het regeerakkoord staat heel braaf een aantal keer ‘conform internationale verdragen’. Maar de Europese waardengemeenschap moet niet alleen bestaan uit mooie woorden, maar ook uit concrete daden. Ze moet zich niet alleen uitspreken tegen schendingen en niet-naleving, maar ook straffen. Internationale standaarden en fundamentele waarden vormen onze ankers, en juist in situaties waarin deze onder druk staan, zoals recentelijk aan de oostelijke buitengrenzen, moeten we ons daartoe blijven verhouden om afglijden te voorkomen.