Deze trendanalyse zal aantonen dat China’s contacten met Nederlandse gemeenten en provincies sterk worden gevormd door de geopolitieke en landelijk-politieke prioriteiten van China’s bestuur. Het bestrijkt vijf tijdvakken:

1954-1978 | de isolatie van Mao

1978-1989 | de hervormingen van Deng

1989-2004 | de tussenperiode van Jiang

2004-2012 | de schaalvergroting van Hu

2012-2021 | de geopolitiek van Xi

Voor elke periode behandelt het drie niveaus van analyse:

Wat zijn op dit moment China’s (geo)politieke prioriteiten?

Beïnvloeden deze prioriteiten China’s decentrale diplomatieke activiteiten?

Zo ja, heeft dat zijn weerslag op de manier waarop China decentrale banden met Nederland onderhoudt?

1954-1978 | de isolatie van Mao

China’s huidige structuren van decentrale diplomatie stammen uit de tijd van Mao. Ze zijn gevormd door de tweeledige uitdaging waar de Chinese staat toen voor stond. Na jaren van burgeroorlog en verval moest een functionerend staatapparaat worden opgebouwd dat de bevolking vertrouwen kon geven in de nieuwe leiders. Tegelijkertijd trachtte China diplomatieke banden op te bouwen en uit haar internationale isolatie te breken: tot 1971 erkenden de meeste landen de Volksrepubliek niet als het rechtmatige China. Om toch contacten te kunnen onderhouden met deze landen, investeerde China in ‘vriendschapsbanden’ en ‘people-to-people diplomacy’. Dit zijn door ogenschijnlijk onafhankelijke organisaties uitgevoerde, maar in feite partijgeleide diplomatieke kanalen, ook wel ‘non-onofficiële’ banden genoemd.[19] Stedenbanden worden in China nog steeds ‘vriendschapsbanden’ genoemd.

De term ‘vriendschap’ heeft een centrale rol in Chinees diplomatiek discours. [20] Het omvat zoveel als een strategische relatie met een vreemde (niet-Chinese, dan wel niet CCP-gelieerde) partij (persoon of organisatie) aangegaan vanuit de overtuiging dat die relatie de overkoepelende doelen van China’s buitenlands beleid kan bevorderen. Vriendschapsorganisaties hadden in Mao’s tijd voornamelijk het doel om China’s kritiek op de Sovjetunie en de V.S. in andere ontwikkelingslanden aan kracht te laten winnen. Ook zochten vriendschapsorganisaties vooraanstaande buitenlanders die geruchten van de rampzalige gevolgen van de Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie weerlegden in Westerse media. In 1954 wordt het CPAFFC opgericht. Het valt niet direct onder, maar behoort wel toe aan de invloedssfeer van het UFWD, China’s belangrijkste orgaan voor beïnvloeding van, onder andere, buitenlandse staten en bedrijven. Hierover later meer. In 1955 richtten de meeste provincies en grote steden bovendien organisaties op voor het onderhouden van vriendschappelijke relaties met buitenlanden, centraal gecoördineerd door landelijke partijorganen, inclusief het CPAFFC, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de partijcommissie aangaande buitenlandse zaken. Vriendschapsbanden sprongen als paddenstoelen uit de grond, al was daar in Nederland nog niets van te merken.[21]

In begin jaren ’70 haalde China de relaties met de VS aan, uitmondend in Nixons bezoek aan Beijing. De Volksrepubliek startte hierna officiële diplomatieke relaties met veel Westerse landen, waaronder Nederland. In 1973 begon de Chinese overheid met stedenbandenbeleid, onder de noemer van vriendschapsdiplomatie.[22] In 1977 werd de Vereniging Nederland-China (VNC) opgericht.[23] De toenmalige Chinese ambassadeur bracht bij die gelegenheid ‘de hartelijke gelukwensen en gevoelens van vriendschap over van de Chinese “Vriendschapsvereniging met de volkeren” en het Chinese volk’, aldus een verslag van de VNC.[24] Interessant is dus dat vriendschapsdiplomatie bleef bestaan tot na het einde van China’s diplomatieke isolatie.

1978-1989 | de hervormingen van Deng

Onder Deng krijgt het binnenhalen van buitenlandse kennis en kapitaal prioriteit, waartoe zowel officiële als non-onofficiële kanalen worden ingezet. Het opzetten van stedenbanden wordt een volwaardige nationaal-aangestuurde strategie.[25] Het CPAFFC krijgt de taak om contact te leggen met buitenlandse decentrale overheden. Lokale verbanden bieden toegang tot waardevolle bedrijven, kennisinstellingen en handelsinfrastructuur.

De eerste stedenbanden

Onder Deng vindt een toename in Chinese vriendschapsverenigingen en zusterstedenbanden plaats, veelal gericht op het aantrekken van buitenlands kapitaal en het opzetten van joint ventures. China’s diplomatieke structuren moderniseren naargelang. Het Kantoor Buitenlandse Zaken van de Staatsraad neemt de uiteindelijke coördinatie van diplomatiek beleid over van de CCP Centrale Commissie.[26] De Grondwet van 1982 besluit dat provinciale overheden verantwoordelijk zijn voor het economisch, onderwijs-, wetenschaps- cultuur-, en gezondheidsbeleid in hun bestuurlijk domein, alsook voor, onder andere, financiën, veiligheid en stadsontwikkeling. De Grondwet noemt buitenlands beleid niet, maar gebruikelijk wordt dat de uitvoering van buitenlands beleid met betrekking tot de eerdergenoemde beleidsterreinen praktisch gezien de verantwoordelijkheid van de provincie is, terwijl het strategisch kader van buitenlands beleid door het landelijk bestuur gesteld wordt.[27]

Beijing, Shanghai en Nanjing zijn de voorposten in de decentrale opening naar het Westen: zij mogen als eerste zelf vriendschapsbanden aangaan. In 1978 wordt de eerste stedenband tussen Nederland en China gesmeed, namelijk, die tussen Rotterdam en Shanghai. De stedenband is een manier om uitwisseling te bevorderen tussen de Rotterdamse Haven (toen ’s werelds grootste), en de juist ontwakende Shanghaise haven (sinds 2004 de grootste). Rotterdammers komen bovenal uit liefdadigheid en avontuurzin basale kennis brengen, bijvoorbeeld over het veilig en efficiënt graven van ondergrondse tunnels.[28]

Geopolitieke druk en de duikbootaffaire

De jaren ’80 kennen ook het eerste precedent voor het gebruik (hoewel ineffectief) van decentrale banden voor het uitoefenen van geopolitieke druk: de duikbootaffaire. In 1980 reisde premier Van Agt als eerste Nederlandse premier naar China – rap daarna, echter, gaf zijn regering scheepsbouwer Rijn-Schelde Verolme toestemming om duikboten te leveren aan Taiwan. Uit onvrede over deze order liet de Chinese overheid de China Ocean Shipping Company (COSCO) gebruik meer maken van de dokken voor reparaties en onderhoud in de Rotterdamse Haven. De Chinese provincie Shanxi zette onderhandelingen met Shell over de bouw van een smeeroliefabriek stil, de Chinese ambassade dreigde met een algeheel handelsboycot op Shell en hintte dat Chinese reders net zo lief gebruik maken van Antwerpen, in plaats van Rotterdam. Burgemeester van der Louw van Rotterdam lobbyde vlijtig – niet alleen in Den Haag, maar juist in Shanghai. Hij schreef een brief aan de burgemeester van Shanghai waarin hij zijn excuses maakt voor de duikbotenorder. Shanghai zette niettemin de stedenband in de ijskast en China verlaagt de status van zijn diplomatieke aanwezigheid in Nederland tot het laagste niveau.[29] Dit toont aan dat stedenbanden meebewegen met internationale verhoudingen en in momenten van crisis kunnen worden ingezet als kanalen van invloed, al dan niet met beperkt effect.

Amsterdam-Beijing, Eindhoven-Nanjing en Groningen-Tianjin

Pas nadat in 1983 een volgende Taiwanese order subiet wordt afgeslagen door de Nederlandse regering normaliseerde China de relaties met Nederland. Staatsecretaris Bolkestein bezegelde dit met een handelsbezoek in 1984. Prompt werden in 1985 drie stedenbanden tussen Nederland en China gevormd: Amsterdam-Beijing, Eindhoven-Nanjing en Groningen-Tianjin.

De relatie tussen de beide hoofdsteden werd gesloten tijdens een bezoek van een Amsterdamse delegatie onder leiding van burgemeester Ed van Thijn aan Beijing. Uitwisseling van deskundigen op het gebied van stadsvernieuwing, woningbouw en stedelijke organisatie stonden op de agenda. Amsterdam schonk de gemeente Beijing vijf jaar gratis kantoorruimte in het WTO Amsterdam. Er werd afgesproken universiteiten te betrekken in de decentrale relatie en een zusterhavenovereenkomst werd getekend tussen Amsterdam, Tianjin en Xiamen. Tianjin sloot in dat jaar ook een overeenkomst met Groningen. Een jaar later verslaat het Dagblad van het Noorden dat Groningse fruitboomtelers en zadenhandelaren tijdens een reis naar Tianjin kleine orders hebben weten te sluiten.[30]

De ontwikkeling van decentrale relaties tussen Nederland en China vindt niet alleen zijn oorsprong in Chinese strategische belangen: ook die van Nederland zijn belangrijk. De vriendschapsband tussen Eindhoven en Nanjing werd op instructie van Phillips gesloten. Phillips had tv-fabrieken in de Chinese plaats en zag een officiële band tussen haar twee standplaatsbesturen als handig instrument. Premier Zhao Ziyang werd ontvangen in Eindhoven, waar hij Phillips bezoekt.[31]

1989-2004 | de tussenperiode van Jiang

In 1989 vonden de studentenprotesten – en het bloedige neerslaan ervan door de Chinese overheid – op het Tiananmen-plein plaats. Internationale sancties en boycots volgen. Deze riepen de groei in China’s decentraal-diplomatieke verwevenheid met Nederland een halt toe. Jiang Zeming werd partijleider, al zou Deng tot ver in de jaren negentig zeer invloedrijk blijven. China stond allereerst voor de uitdaging diplomatieke banden te herstellen, om vervolgens haar agenda van economische globalisering voort te zetten.

De terugkeer van propaganda

Bij een groeiende rol in de wereld en een groeiende verwevenheid met democratische landen hoort een actiever propagandabeleid dat ideologische verschillen weet te overbruggen en het brand China verkoopt aan Europees publiek. [32] Juist daarin heeft decentrale diplomatie een cruciale rol. Zoals een bij een Nederlandse gemeente-werkzame geïnterviewde zegt: ‘stedenbanden hebben de kracht om te depolitiseren.’ Daar was de Chinese overheid zich na Tiananmen bewust van.

In maart 1990 werd de Buitenlandse Propagandagroep van de CCP Centrale Commissie opgericht, met het doel om ‘China’s successen in het bouwen aan een Socialistische spirituele en materiele beschaving’ aan buitenlanders toe te lichten. Alle provincies en veel gemeenten kregen een eigen Buitenlandse Propagandaeenheid binnen de kantoren voor buitenlandse betrekkingen. Oud-partijleider Deng gaf een speech waarin hij de potentie van Chinese diasporagemeenschappen als ‘buitenlandse propagandabasissen’ roemt en zegt dat middels hun hulp en die van buitenlandse vrienden, China uit de internationale isolatieban kan breken. Hierdoor groeide verenigd front-werk – zowel expliciete propaganda als heimelijke beïnvloeding – snel en sterk in omvang.[33]

Jiang droeg verscheidene diplomatieke gremia binnen de Chinese partijstaat op om persoonlijke contacten met buitenlandse vriendschappelijk-gezinde prominenten aan te halen en nieuwe vriendschappen aan te gaan. Een innovatieve manier om dit te doen zijn de verscheidene Vriendschapsprijzen en Vriendschapsambassadeurs, die gezwind op elk bestuursniveau en binnen elke economische sector worden uitgereikt aan invloedrijke buitenlandse, veelal westerse personen. Onduidelijk is of ook Nederlandse bestuurders uit deze tijd al in de prijzen vallen.[34] Het bevorderen van een positief imago werd een duidelijker aspect van China’s inzet in stedenbanden. Zo schonk de gemeente Shanghai in 1995 een vriendschapstuin aan de gemeente Groningen, geopend in de Hortus Haren door Koningin Beatrix.[35]

Stedenbanden en economische diplomatie

Halverwege de jaren ’90 maakte economische diplomatie een versterkte terugkeer binnen de decentrale contacten. Dit volgde uit veranderend nationaal beleid.

Ontevreden over het economisch-restrictieve beleid van na 1989, maakte Deng Xiaoping in 1992 een symbolisch betekenisvolle toer langs de speciaal-economische zones in het zuiden van China, de zogenaamde Zuidelijke Toer van Deng. Hij roept op tot een vernieuwde inzet op het aantrekken van buitenlands kapitaal en het aanhalen van de banden met het Westen. Bovendien vonden de door Deng ingezette parallelle processen van decentralisatie en internationalisering van lokaal en provinciaal bestuur versterkte doorgang. Veel staatsbedrijven kwamen onder het toezicht van provinciale besturen. De provincies mochten meer zelf beslissen over buitenlandse economische relaties, zo kregen ze het mandaat om grote projecten op basis van buitenlandse investeringen goed te keuren. Dit leidde ertoe dat provincies, de kustprovincies voorop, sterk inzetten op het aantrekken van buitenlands kapitaal. In de vroege jaren ’90 spraken sommigen zelfs van een ‘sterke lokaliteiten en een zwak centrum’, al lijkt dat voor buitenlandse politiek toen en nu niet op te gaan – decentrale overheden hebben op het niveau van uitvoering vrijheid, maar de strategische kaders voor diplomatie worden door de landelijke partijtop opgedragen aan de provinciale partijsecretaris, die met gouverneurs de invulling afstemt.[36]

Als gevolg van Dengs Zuidelijke Toer nam vanaf 1994 handelsuitwisseling tussen Nederlandse en Chinese decentrale overheden weer toe. Dit was te merken in bijvoorbeeld Amsterdam, Arnhem en Noord-Brabant. Nadat er bijna tien jaar weinig tot niets gebeurd is in de relatie met Shanghai, ontving Amsterdam in 1994 een studiegroep uit Shanghai, bestaande uit topmanagers van banken, financiële en fiscale adviseurs en directeuren van gemeentelijke economische diensten. Het doel van de studiereis was om kennis op te doen van het bankwezen en van lokale belastingsystemen, inzicht te krijgen in de ontwikkeling van infrastructuur, waaronder havens, vliegvelden en wegen, stedelijke expansie en het opvangen van de daarmee samenhangende problemen, de samenhang met regionale ontwikkelingen, regionale samenwerking en de randvoorwaarden waaronder grootstedelijke gebieden zich in West-Europa ontwikkelen. In Amsterdam bracht de studiegroep onder meer een bezoek aan het Gemeentelijk Havenbedrijf, Westpoint Terminal, Schiphol, en het Amsterdamse gemeentebestuur en aan het hoofdkantoor van ABN-AMRO Bank.[37] Hieruit blijken duidelijke economisch-strategische doelen.

Hetzelfde geldt voor Eindhoven. In 1994 startte de vriendschapsrelatie tussen de provincies Noord-Brabant en Jiangsu, gevolgd door een handelsmissie naar Nanjing in 1995, onder leiding van provincie Noord-Brabant. De Declaration of Friendly Relations van september 1994 legt vast dat de provincies Noord-Brabant en Jiangsu samenwerkingsprojecten zullen stimuleren op het gebied van economie, handel, landbouw, cultuur, sport, onderwijs, gezondheidszorg, wetenschap en technologie.[38] In feite richtte de relatie zich op agrofood, hightech en logistiek.[39] In 1996 was er een handelsmissie vanuit provincie Jiangsu en gemeente Nanjing naar Noord-Brabant, Eindhoven en Tilburg, waaruit in 1997 de zusterband van de gemeente Tilburg zusterband met de gemeente Changzhou ontstond, die focust op logistiek en stedelijke economie.[40] Chinese provincies brengen thematische focus aan, op basis van een strategisch inzicht in welke kennis zij willen halen en welke Nederlandse regio’s toonaangevend zijn op dat gebied.

Dat blijkt ook uit de casus Arnhem-Wuhan. Arnhem had eerste contacten met Wuhan in 1995, waarna in 1999 een officiële stedenband werd aangegaan. De stedenband kwam voort uit de stedenband die Wuhan heeft met Duisburg. Wuhan zocht naar een stedenpartner die kennis kan bieden op het gebied van afvalverwerking en wateroverlast, praktische problemen waar Wuhan als snelgroeiende miljoenenstad mee te maken krijgt. Duisburg verwees Wuhan naar Arnhem, waar Arcadis zetelt, een bedrijf met relevante expertise. Eén van de eerste projecten waar Arnhemse kennis werd ingezet, was de ontwikkeling van een stortplaats voor huishoudelijk afval voor 800.000 inwoners van Wuhan. Expertise vanuit de dienst Milieu van de gemeente en de voormalige afvalverwerker ARA werd daarbij ingezet, gedeeltelijk gefinancierd door de Rijksoverheid en relationeel gesteund door de Gemeente Arnhem.[41]

Spurts en sluimering

Onderzoek van de VNC uit 2003 wijst uit dat op dat moment een significant deel van de stedenbanden inactief is: Amsterdam, Eindhoven, Tilburg en Noord-Brabant worden inactief genoemd, wat betekent dat er geen betekenisvolle reguliere uitwisseling meer plaatsvindt sinds de eerdergenoemde mijlpalen.[42] Dat is opvallend, omdat deze relaties in de jaren ervoor juist met ambitie zijn opgetuigd en ook later weer aan belang toenemen.

Nederlandse gemeenten geven aan dat ze maar soms worden verbonden aan Chinese bedrijven, wat lijdt tot teleurstelling. China leidde de decentrale relatie nog vooral vanuit overheid en non-onofficiële ngo’s: de link naar het Chinese bedrijfsleven blijft achter. China’s relaties met Arnhem, Groningen en Rotterdam worden wel als ‘actief’ bestempeld.[43] De sluimering in de ontwikkeling van China’s decentrale diplomatie in het begin van deze eeuw kan ook worden verklaard door de politieke prioriteiten in Beijing. In de eerste helft van de jaren ’00 is de partijtop bezig met de overdracht van macht van Jiang naar Hu Jintao.

2004-2012 | de schaalvergroting van Hu

Hoewel hij in 2002 aan de macht komt, consolideert Hu pas in 2004 zijn leiderschapspositie. Het is opvallend dat vanaf 2004 een volgende spurt plaatsvindt in de groei van stedenbanden en andere decentrale contacten: China zal in het decennium dat volgt bijna net zoveel stedenbanden vormen als in de jaren sinds 1973.[44] Twee overkoepelende strategische thema’s stonden centraal: enerzijds de lokale technologische en bouwkundige vraagstukken die komen kijken bij het besturen van de Chinese miljoenensteden en anderzijds de landelijke economische speerpunten, zoals de ontwikkeling van hightech, landbouw en de financiële sector.

Het opschalen van Hu

Decentrale diplomatie past bij Hu’s geopolitieke houding: politiek onopvallend, economisch stoutmoedig, gericht op integratie in alle beschikbare diplomatieke kanalen en een meer prominente rol voor het Chinese bedrijfsleven in de prioritering van diplomatie thema’s.[45] Waar Deng en Jiang de basisstructuren van China’s decentrale diplomatie opbouwden, die het mogelijk maken commerciële en geopolitieke prioriteiten flexibel via overheid, partij en non-ngo’s na te streven, breidde Hu uit en schaalde hij op.

Verschillende Nederlandse geïnterviewden laten weten dat het aantal verzoeken tot vriendschapsbanden en bezoeken vanuit China in deze periode snel toeneemt, en dat het niet altijd duidelijk is waarom een bezoek of band wordt aangevraagd. Sommige geïnterviewden verklaren dit aan de hand van het fenomeen ‘visumtoerisme’: een bezoek, al is het kort, aan een Nederlandse gemeente is een valide reden voor Chinese ambtenaren om een uitreisvisum toegekend te krijgen, ook voor een langere reis met nog andere, plezieriger bestemmingen. Daarnaast is de bedrijfsmatige wijze waarop landelijk bestuur decentralisatie beheert ook een factor. Het landelijk bestuur waardeert de prestaties van Chinese gouverneurs, partijsecretarissen en burgemeesters op basis van targets, ook in hun diplomatieke activiteiten. Voor Chinese bestuurders is de kwantiteit van zusterbanden dus een belangrijk aspect van succesvolle diplomatie: een toename in zusterbanden betekent een betere score op de factor diplomatie in de bestuurlijke prestatie-matrix. Een geïnterviewde zegt: ‘Waar wij discussiëren over of het wel opportuun is om een tweede of derde stedenband aan te gaan, werd bij onze Chinese tegenhanger de honderdste band groots gevierd.’

Provincies en bedrijfsleven

Decentralisatie en schaalvergroting zorgden er in deze periode voor dat Chinese provincies een nog belangrijkere rol krijgen in decentrale diplomatie. Als logische tegenhangers werden ook Nederlandse provincies meer aangesproken. Bovendien nam in deze periode de belangstelling van Chinese bedrijven om zelf handels- en investeringsrelaties in het buitenland aan te gaan, snel toe.

In 2005 ging een gezamenlijke missie van de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant naar Hebei en Jiangsu, alsook Shanghai en Beijing. Nederlandse bedrijven uit de gespecialiseerde technische sector, software en ICT, logistieke dienstverlening en de financiële sector namen deel: met het oog op de aankomende Olympische Spelen is sport voor de Chinese autoriteiten het belangrijke thema. De burgemeester van Nanjing benadrukte de centrale rol van Eindhoven in Europa’s hightechsector en uit de wens om uitwisseling te versterken. Er werd bovendien afgesproken om een dependance van het Jiangsu Trade and Economic Office, dat al in Düsseldorf huist en valt onder MOFCOM, in Brabant te vestigen. Chinese autoriteiten vroegen ook naar mogelijkheden om de uitwisseling van studenten en onderzoekers op te schalen: in 2010 zei de provincie Noord-Brabant toe een uitwisselingsprogramma op te zetten tussen de universiteit van Nanjing en Brabantse universiteiten. Nieuwe energie, en in het bijzonder zonne-energie en ‘slimme energienetwerken,’ werden een nieuw economische speerpunt: als wapenfeit sluit een het Eindhovense bedrijf OTB Solar een ‘miljoenendeal met een belangrijke klant uit Nanjing’.

Al sinds 1993 werkte Zuid-Holland samen met de provincie Hebei. Die samenwerking noemde men pas in 2007 officieel een vriendschapsrelatie.[46] In 1999 werd de West-Holland Investment Agency opgericht met oog voor de groeiende kansen voor regionale acquisitieactiviteiten richting China. In 2004 vormden de provincie Zuid-Holland en het districtsbestuur Shanghai-Pudong een band. De samenwerking richtte zich met name op het gebied van innovatie, watermanagement, biotechnologie, voedselveiligheid en moderne stedelijke landbouw.[47]

Deze periode kent ook de intrede van het grote Chinese bedrijfsleven, die de agenda van vriendschapsrelaties mede-vormt. Door directbetrokkenen wordt de provinciale samenwerking op China-acquisitie als belangrijke factor gezien in het ‘binnenhalen’ van bedrijven als Huawei (2005)[48] en ZTE (2008) voor Den Haag:

"Ik wist dat onze stad op het verlanglijstje stond, maar ook Londen was in de race", vertelt de Haagse wethouder van economische zaken Henk Kool. Medewerkers van de West-Holland Foreign Investment Agency hebben jarenlang geïnvesteerd in contacten om ondernemingen en werkgelegenheid naar de Haagse regio te halen, aldus Kool.[49]

China’s vlaggenschipbedrijven vonden hun ingang in Nederland via een vriendschapsrelatie, de weg bereidend voor kleinere bedrijven. Huawei opende in 2004 al een groot verkoopkantoor in Amsterdam, waarop tientallen kleinere Chinese bedrijven volgen.[50] In 2007 tekenen Amsterdam en Beijing een MoU waarin hightech, creatieve industrie, financiële sector, sport en watermanagement centraal staan. Het echte ‘watershed-moment’ voor Amsterdam, aldus directbetrokkenen, kwam in 2011, toen als gevolg van de bilaterale relatie met Beijing ‘de grootste bank van China en ter wereld’ een kantoor opende in Amsterdam: ICBC brengt heel veel Chinese investeerders en bedrijven mee en ‘lijkt daarin ook nauw samen te werken met de Chinese ambassade’, aldus een geïnterviewde. De relatie tussen Chinese overheid en bedrijfsleven verloopt niet met een vanzelfsprekend gemak, maar roept juist vaak frictie op, waarbij de ambassade tracht de Nederlandse kantoren van Chinese bedrijven te mobiliseren voor allerhande diplomatieke evenementen, maar die bedrijven dat liever niet willen. Een staatsbank als ICBC is een belangrijke mediërende actor.

Groningen ging in 20014 een tweede vriendschapsrelatie aan, met Xi’an. Groningen wilde een deel van het terracotta-leger in een regionaal museum tentoonstellen en Xi’an nam daarvoor een zusterband in ruil. Een paar jaar later schreef het college van B&W aan de Groningse Raad dat de band met Xi’an zich heeft ontwikkeld tot een gelijkwaardig aan die met Tianjin.[51] Daarnaast tekende Groningen Seaports – het bedrijf dat de haven van Delfzijl en de Eemshaven exploiteert – een intentieverklaring met Tianjin om handelsstromen tussen de twee steden op gang te brengen.[52] Een gemeentestuk uit 2006 concludeert het volgende:

In het algemeen kan voorzichtig worden geconcludeerd dat na jarenlange investeringen in de relaties met onze partners in China de tijd van oogsten is aangebroken.

Het stuk verwijst onder andere naar de Stichting China Center, die in 2005 zou zijn opgericht om alle activiteiten in Noord-Nederland met betrekking tot China te coördineren, en naar de verwezenlijking van een ‘Chinees Sciencepark’.[53] Heden ten dage is van deze aangekondigde successen niets bekend. Het China Park in de Groningse Hortus ‘zal worden gehuurd door een Chinese investeerder die naast cultuur ook handelsactiviteiten zal ontplooien’, aldus hetzelfde gemeenterapport uit 2006.[54] In 2008 liepen twee medewerkers van de gemeente Tianjin stage bij de Gemeente Groningen en in 2010 werkten twee Chinese ambtenaren tijdelijk bij Groningen.[55] Op 27 mei 2011 opende het Groningen Confucius Institute (GCI).[56]

Relaties en bemiddelaars

Persoonlijke relaties blijven belangrijk in decentrale diplomatie. De casus Wageningen illustreert dit. De toenmalige collegevoorzitter van de Universiteit Wageningen (WUR) werd in 2005 benoemd tot persoonlijk adviseur op het gebied van landbouw- en voedselbeleid van de gouverneur van de provincie Fujian. Dat leidde tot een gedeeld onderzoekscentrum van de WUR in Fujian. Samen met een lokale zakenman nam de toenmalige collegevoorzitter het initiatief om bestuurlijke banden te smeden tussen de gemeente Wageningen en de gemeente Zhangzhou in Fujian. De stedenrelatie fungeert als diplomatieke paraplu van relaties tussen de WUR en verscheidene Chinese tegenhangers.[57] In het algemeen valt op dat in deze periode een veelheid aan verschillende soorten bemiddelaars ontstond – Nederlands en Chinees, van de Fujianse zakenman in Wageningen tot het Jiangsu Trade and Economic Office en het Groningse Stichting China Center. Naast de klassieke overheid-tot-overheid-contacten namen grote Chinese bedrijven een belangrijke rol in. Het CPAFFC wordt in deze tijd minder belangrijk in de directe contacten met Nederlandse actoren, al was het nog steeds de organisatie die stedenbanden in China landelijk coördineert via de lokale afdelingen die parallel aan de gemeentelijke of provinciale kantoren voor buitenlandse betrekkingen werken. MOFCOM neemt de overhand.

2012-2021 | de geopolitiek van Xi

Sinds Xi Jinping aan de macht is, is China’s decentrale diplomatie duidelijker politiek gekleurd, sterker centraal aangestuurd en strategischer ingevuld met specifieke economische ambities. Voor een aantal geïnterviewden is deze omslag in China’s diplomatieke houding evident. Een bij een Nederlandse ontwikkelingsmaatschappij werkende geïnterviewde illustreert dit met het volgende beeld:

De groeiende invloed van de overheid op bedrijven neemt toe, en dat vind ik verontrustend. Bedrijven hebben nu ruimtes voor partijlectuur en –bijeenkomsten. Opeens staan, ook bij private partijen, de vlaggetjes van de partij op tafel. Ik hoor van een buitenlands directielid van een Chinees privaat bedrijf dat opeens allerlei zaken niet meer bespreekbaar zijn. Het FAO spreekt òns aan op de Nederlandse houding ten opzichte van Huawei en de relaties met de V.S.

Nederlandse partijen geven aan dat de kanteling merkbaar is vanaf 2018. Toch komt die deels voort uit beleidsveranderingen die eerder door Xi Jinping zijn ingezet, waaronder:

de herpositionering van het CPAFFC en het UFWD

de lancering van BRI

sterkere focus op hightech en digitale samenwerking

en een groeiende interesse in biotechnologie en levenswetenschappen.

Om deze beleidsontwikkelingen met meer diepte te kunnen behandelen, beschrijft dit hoofdstuk ze apart in plaats van chronologisch verweven.

Het CPAFFC en het UFWD

Het cultiveren van goede relaties bij buitenlandse prominenten is een belangrijk doel van het CPAFFC.[58] In 2014 houdt Xi Jinping een toonzettende toespraak waarin hij het belang van stedenbanden en vriendschapsdiplomatie in die context benadrukt. De gelegenheid is de zestigste verjaardag van de CPAFFC. Xi zegt:

… more efforts need to be made on the sister city project to encourage exchanges at the local government level for the benefit of resources sharing, mutual complementarity and win-win cooperation. Attention should be given to public diplomacy to promote broad participation in NGO activities across the world, spread China’s message, share China’s story, and present to the world a true, multi-dimensional and full picture of China.[59]

Voorzitter Li Xiaolin trekt in haar toespraak bij dezelfde gelegenheid uitvoerige historische parallellen, waarbij ze het belang van het ‘winnen van vriendschap’ in tijden van groeiende vijandigheid benadrukt, zoals in het volgende citaat:

In the early years of New China, a pressing diplomatic task for the country was to oppose war, advocate peace and break Western countries’ blockade. The CPAFFC, since its founding, regards conducting people-to-people diplomacy and making friends for the country as its mission, and has made unremitting efforts to present China and win friendship.[60]

Li zet haar woorden kracht bij in 2019 wanneer de CPAFFC midden in de escalerende handelsoorlog tussen de V.S. en China samen met de Amerikaanse verenging van gouverneurs een top organiseert om handelsuitwisseling tussen Chinese provincies en Amerikaanse deelstaten te bevorderen.[61] De Chinese ambassadeur in Washington steekt in zijn toespraak niet onder stoelen of banken dat regionale samenwerking de kracht en de effecten van Amerikaans nationaal beleid ten aanzien van China kan verminderen en dat decentrale diplomatie voor China dus een belangrijk kanaal van invloed is:

Given the current circumstances, it is more important than ever that sub-national representatives from China and the United States gather to explore how to advance cooperation and identify win-win opportunities that benefit all.[62]

Het CPAFFC krijgt onder Xi de taak om de banden met grote Westerse bedrijven aan te halen. In 2013, bijvoorbeeld, organiseert het een evenement om ‘de geest’ van de laatste sessies van de CPPCC en het Nationaal Volkscongres (National People’s Congress of NPC) uit te leggen aan CEO’s van buitenlandse multinationals en de Amerikaanse, Europese, Franse, Duitse en Italiaanse Kamers van Koophandel.[63] Ook richt het in datzelfde jaar een Global CEO Council op, een adviesraad persoonlijk voorgezeten door premier Li Keqiang. De bestuursvoorzitters van bedrijven zoals Coca-Cola, Dell, Volkswagen, Carrefour, BHP Billiton, Standard Chartered Bank, Disney en Honeywell worden lid, net als DSM.[64], [65] Later organiseert het de Investment Promotion Conference for Fortune Global 500 and World-Renowned Foreign Companies/International Friendship City Forum – een samenkomen van Westerse multinationals en zustersteden, waaronder Nederlandse.[66]

De herpositionering van het CPAFFC onder Xi Jinping vertoont straffe parallellen met de ontwikkeling van het UFWD in diezelfde periode. Sinds zijn aantreden heeft Xi het belang van het UFWD keer op keer benadrukt, oproepend tot het vormen van een ‘Groot Verenigd Front’, wat betekent dat alle partijorganen bij moeten dragen aan verenigd front-werk, met sterkere centrale aansturing door het UFWD. Daartoe heeft hij ook een leidende kerngroep binnen de partijleiding in het leven geroepen en het UFWD grondig gereorganiseerd. Xi benadrukt het belang van buitenlandse bedrijven en prominenten uit het zakenleven en bestuur als doelwitten van het UFWD.[67]

In Nederland wordt het CPAFFC de laatste jaren actiever. In 2017 organiseren de VNC en het CPAFFC de Dutch-Sino Sister City Conference. Key-note speeches worden gegeven door onder andere mevrouw Uyunqimg, President van de China-EU Association (een door de CPAFFC-gesponsorde vriendschapsorganisatie)[68] en Vicevoorzitter van het 12de Staand Comité van het Volkscongres, meneer Song Jingwu, Vicevoorzitter van het CPAFFC, en ambassadeur Wu Ken; aanwezig zijn 22 Chinese en 18 Nederlandse afvaardigingen van decentrale overheden.[69] Een verslag vermeldt de volgende thema’s als relevant:

In dit geval is enerzijds gekozen voor een thematische invulling van het programma met issues als gezondheidszorg, wederzijdse internationalisering van het midden- en kleinbedrijf, agribusiness, duurzame ontwikkeling en innovatie – die uitstekend samenvallen met het topsectorenbeleid van het kabinet. Maar ze blijken ook te passen in het nieuwe beleid van de huidige Chinese machtshebbers. [70]

In datzelfde jaar tekenen de VNC en CPAFFC een samenwerkingsovereenkomst en besluiten de conferentie herhalend te zullen organiseren. Door de coronacrisis is dit nog niet gebeurd.

Het CPAFFC begint met het uitdelen van vriendschapsprijzen aan lokaal bestuur, vaak volgend op doorbraken in economische samenwerking. In 2012 ontvangen Tilburg en Changzhou van het CPAFFC de prijs voor hun vriendschapsband. Beide steden ontvangen de prijs vanwege de ‘duurzame relatie op het gebied van economie, cultuur en educatie’[71]. Op 29 november ontving de gemeente Wageningen tijdens de Internationale vriendschap-steden-conferentie in China een speciale prijs voor haar inzet en activiteiten met de stad Zhangzhou.[72] Op andere momenten vallen Arnhem, Breda, Rotterdam, Tilburg, Noord-Holland, Zuid-Holland, Limburg, en Groningen in de prijzen.[73] Recent is een Nederlandse burgemeester door het CPAFFC benoemd tot ‘Internationale Vriendschapsafgezant’ (International Friendship Envoy) voor zijn inzet op een zusterstadrelatie. Prominenten van het lokale Volkscongres en CPPCC jureerden de benoeming.

Decentraal-diplomatieke banden blijken bovendien het primaire kanaal voor mondkapjesdiplomatie in Nederland. Veel gemeenten en provincies vertellen dat zij in eerste instantie gevraagd werden om medische benodigdheden te doneren door hun Chinese tegenhangers. Later wordt de tegenprestatie – de donatie van mondkapjes aan Nederlandse gemeenten – door Chinese partijen als publiciteitsmoment gebruikt.

BRI, logistiek en e-commerce

Een andere belangrijke trend in China’s huidige decentrale diplomatie is Xi Jinping’s geopolitieke vlaggenschipproject: het Belt and Road Initative (BRI). Het BRI benadrukt de opkomst van logistiek als belangrijk thema in China’s strategie ten aanzien van decentrale overheden in Nederland: Rotterdam, Tilburg, en verschillende plekken Limburg zijn inmiddels punten van focus voor verschillende Chinese partijen.

De Tilburgse vervoerder GVT gaat samen met Rotterdam Partners (de ontwikkelingsmaatschappij van de stad Rotterdam) in 2010 op een missie naar Chengdu. De belangrijkste belangen zijn dat Chengdu een greep grote elektronicaproducenten huist en GVT en Rotterdam de treinverbinding tussen de haven van Rotterdam en Tilburg willen positioneren als een belangrijk knooppunt in de Europese afzetmarkt, concurrerend met andere Europese steden. Inmiddels is de goederenlijn Chengdu-Tilburg-Rotterdam officieel geopend, al was die al vanaf 2016 operationeel. De dienst wordt uitgevoerd door Railport Brabant, onderdeel van GVT, samen met de Chinese railoperator Chengdu International Railway Service (CDiRS). GVT draagt inmiddels ook het officiële agentschap uit van CDiRS, een Chinees staatsbedrijf. [74]

Vanuit Chinese zijde werd al snel na de ouverture van GVT serieus politiek gewicht gegeven aan de ontplooiende relatie; bezoeken en ontvangsten van burgemeesters, gouverneurs, gemeentelijke en provinciale partijsecretarissen zijn inmiddels de norm, soms met, soms zonder de aanwezigheid van de Gemeente Tilburg of Provincie Brabant. Zoals een betrokkene zegt:

Je hebt stedenbanden nodig om de deuren te openen en dan kan je als bedrijf zelf verder.

Het Jiangsu Trade and Economic Office en de Chinese Ambassade tonen zich ook zeer betrokken partners, [75] zowel in ondersteuning als in allerhande voorlichting over sociale, politieke en economische aspecten van samenwerken met China. Zo organiseert de ambassade voorlichtingsactiviteiten over onder andere China’s mensenrechtenpolitiek en de situatie in Xinjiang voor sleutelpersonen uit het bredere BRI-netwerk.

Wat interessant is om op te merken is dat gaandeweg logistiek en e-commerce steeds vaker thematisch gelinkt raken. In 2018 vond er bijvoorbeeld een handelsmissie naar China plaats met als thema Logistiek/E-Commerce onder leiding van Minister Kaag. De Haven van Rotterdam gaf hier een presentatie over het belang van Rotterdam voor BRI en er werd een strategische samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen Chengdu International Railway Port Investment Development Cooperation en GVT.[76] Ook geïnterviewden uit Arnhem en Limburg geven aan dat waar logistiek op de agenda stond, in de laatste jaren e-commerce ook werd geagendeerd door Chinese zijde. Het is de vraag of die trend aan zal houden, nu de Chinese overheid juist onder andere de Chinese e-commerce giganten hard aanpakt.[77] Weert onderhield vanaf 2016 een zeer intensieve band met verschillende Chinese partijen teneinde een groot distributiecentrum van Alibaba te acquireren. Dit proces werd persoonlijk gedreven door voormalig burgemeester Heijmans en is met zijn vertrek stil komen te liggen. Weert heeft inmiddels de zusterband opgezegd.[78]

Samenwerking onder de noemer van BRI kan veel omvatten. In 2015 tekenen Gemeente Rotterdam en de Bank of China een MoU ten behoeve van logistiek, containers, scheepsvaart en infrastructuur, en belooft de burgemeester van Rotterdam Chinese steden hulp te bieden op het gebied van technologische applicaties ten behoeve van havenveiligheid. Een Chinese kraanbouwer gaat zich tevens vestigen in Rotterdam. Het strategische partnerschap wordt geschaard onder de noemer van het BRI.[79] Interessant genoeg waaiert de invulling van de band toch snel uit naar andere onderwerpen: in 2019 bezoekt de politie van Shanghai Rotterdam om kennis op te doen over smart city- en crowd control-technologieën.[80] BRI is vaak al snel niet alleen maar BRI, maar eerder een label waaronder allerhande samenwerking wordt verbreed en verdiept.[81]

Ook de haven van Amsterdam ontplooit spoorverbindingen met China in het kader van BRI.[82] Wuhan Asia Europe Logistics (WAE), Nunner Logistics, Samskip, TMA Logistics en de Amsterdamse haven sluiten daartoe een samenwerkingsverband. WAE heeft daarenboven een kantoor in Arnhem.[83] Burgemeester Marcouch wordt uitgenodigd voor en neemt deel aan een handels- en investeringscongres in 2017 met als thema Meeting Friends along the Belt and Road, Promoting Friendship and Cooperation.[84]

MIC25, smart cities en hightech

Met de publicatie van de beleidsstrategie Made in China 2025 (MiC25) en de lancering van de Digital Silk Road (DSR)[85] als deel van het BRI – beiden in 2015 – zoeken Chinese partijen met sterkere nadruk samenwerking en uitwisseling met Nederlandse tegenhangers op het gebied van hightechindustrieën. Hierbij spelen zowel private en publieke Chinese partijen een rol.

Huawei opent in datzelfde jaar een smart city-offensief richting Nederlandse steden. [86]Het bedrijf sluit samenwerkingsovereenkomsten met Den Haag,[87] Tilburg,[88] Groningen,[89] Amsterdam en Amstelveen.[90] Die samenwerkingsovereenkomsten richten zich onder andere op het opzetten van grootschalige open-acces WLAN-netwerken, zoals in de Amsterdam ArenA, het doorvoeren van huisautomatisering in bejaardenwoningen, telezorg, en ‘safe city’,[91] al is het niet duidelijk wat daadwerkelijk is geïmplementeerd.

De gemeente Eindhoven en Brainport Eindhoven staan volop in de belangstelling van Chinese decentrale overheden. Er komen jaarlijks meer dan 300 verzoeken tot bezoeken binnen. Vaak gaat interesse van Chinese actoren uit naar de vraag ‘hoe zet je een hightech-ecosysteem van overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen zoals Brainsport op?’ Nanjing vindt de inbedding van deze harde belangen in bredere culturele samenwerking belangrijk. Zo schonk het Eindhoven een vriendschapspaviljoen om technologische samenwerking tussen Chinese en Nederlandse bedrijven te vieren.

Nanjing is bovenal geïnteresseerd in concrete samenwerking op het gebied van de semiconductor-industrie, medische technologie en mobiliteit. Het zoekt naar manieren om Eindhovense bedrijven ingangen in de Chinese markt te geven via samenwerkingen met Chinese partijen. De Jiangsu-afdeling van Tsinghua University Sciencepark (TusPark), een Chinees hightechconglomeraat dat wereldwijd science parks bouwt en investeert in hightech startups, heeft een branche in Eindhoven. Het zoekt, faciliteert en financiert joint ventures op hightech gebied. Zo heeft het ter ere van de zusterband Eindhoven-Nanjing een ‘soft landing’ programma opgezet, dat Nederlandse hightech startups begeleidt in de gang naar China, en werkt het samen met PhotonDelta, de clusterorganisatie van o.a. Brainport, de Provincie Brabant, de TU/e en diverse fotonicabedrijven. Deze samenwerking is naar TusParks eigen zeggen geheel in lijn met China’s nationale ambities:

The “14th Five-year Plan” recently released by the CPC Central Committee stressed the importance of enhancing national strength in strategic technology and developing cutting-edge frontiers such as Artificial Intelligence, Quantum Information (QI), Integrated Circuit (IC) and Life Health (LH). The development of the foregoing frontiers is closely linked with photoelectronic industry, and the photoelectronic technology level and industry capacity have become a key indicator to measure a country’s comprehensive strength and international competitiveness. … TusPark Jiangsu seizes the opportunity by joining hands with PhotonDelta Foundation to give full play to their respective advantages and sharing their resources to achieve a win-win cooperation.

TusPark schrijft dat de zusterrelatie Eindhoven-Nanjing van cruciaal belang is geweest in het opzetten van haar activiteiten in de Brabantse hightechhoofdstad van Europa.[92]

Life sciences en biotechnologie

Een zeer recente toevoeging aan China’s palet aan interesses in Nederlandse kennis zijn bio(medische)- technologie en levenswetenschappen. Focusgebieden zijn Groningen, Wageningen en Limburg. Zoals beschreven staat Wageningen in het spotlight vanwege de rijkheid aan kennis over agritech en voedselvoorziening die het herbergt. De Groningse samenwerking met Tianjin en Xi’an richt zich momenteel vooral op healthy ageing. Hierbij zijn de Groningse kennisinstellingen – de RUG, de Hanzehogeschool en het UMCG – de belangrijkste punten van interesse. Het UMCG onderhoudt contacten met de gezondheidsautoriteiten in Tianjin. Het UMCG ondertekende in Tianjin intentieverklaringen met het Public Health Bureau op het gebied van gezondheidszorg met de University China Armed Police Force (betreffende de advisering over een nieuw hospitaal, medische opleidingen e.d.) en met Tianjin University over bio-engineering en e-medicine.[93] Technologie aangaande ouderenzorg is ook een punt van Chinese interesse in Rotterdam en Maastricht. In Limburg staat onder andere nieuwe technologieën op het gebied van biomaterials en farmaceutica centraal.

Brady, A.M. Make the Foreign Serve China: Managing Foreigners in the People’s Republic.. (Rowman & Littlefield, 2000). Wang Chao, “People-to-people diplomacy key to tell China’s story,” China Daily, December 31, 2019.
Brady, A.M. Make the Foreign Serve China: Managing Foreigners in the People’s Republic.. (Rowman & Littlefield, 2000).
Brady, A.M. Make the Foreign Serve China: Managing Foreigners in the People’s Republic.. (Rowman & Littlefield, 2000).
Xingjian Liu, Xiaohio Hu, “Are ‘Sister Cities’ from ‘Sister Provinces’? An Exploratory Study of Sister City Relations (SCRs) in China,” Networks and Spatial Economics 18, (2018): 473 – 491.
Lees meer over de VNC op deze website.
VNC Archief, "Feestelijk oprichting VNC 1977,” China Nu, 2e jaargang, nr 3, 1977. /
Xingjian Liu, Xiaohio Hu, “Are ‘Sister Cities’ from ‘Sister Provinces’? An Exploratory Study of Sister City Relations (SCRs) in China,” Networks and Spatial Economics 18, (2018): 473 – 491.
Brady, A.M. Make the Foreign Serve China: Managing Foreigners in the People’s Republic.. (Rowman & Littlefield, 2000).
Tavares, R. Paradiplomacy: cities and states as global players. (OUP, 2016).
Dave Datema, “Rotterdam eerste slachtoffer van duikbotenaffaire RSV; geen Chinese schepen meer naar Rotterdamse dokken,” De Dag van Toen, 19 januari 2021. En met dank aan Fred Sengers voor verdere inzichten.
Harry Hesseling, “Twee bedrijven met orders uit China,” Nieuwsblad uit het Noorden, p. 3, 10 juni 1985.
Gilles W. B. Borrie, “Herinneringen en ontmoetingen: burgemeester, historicus, vrijmetselaar,” (Amsterdam University Press, 2008).
Joshua Cooper Ramo, “Brand China ( 淡色中国 ),”The Foreign Policy Centre, 2007.
Brady, A.M. "Magic Weapons : China political influence activities under Xi Jingping,” Conference paper presented at the conference on “The corrosion of democracy under China’s global influence,” supported by the Taiwan Foundation for Democracy, and hosted in Arlington, Virginia, USA, September 16-17, 2017.
Brady, A.M. Make the Foreign Serve China: Managing Foreigners in the People’s Republic.. (Rowman & Littlefield, 2000).
Zie voor meer informatie de website van de Hortus Botanicus Haren. De huidige website van de Hortus Haren schrijft dat de gemeente Shanghai het bouwmateriaal beschikbaar stelde ‘en Nederland de benodigde fondsen’.
Chen Zhimin, Jian Junbo, “Chinese Provinces as Foreign Policy Actors in Africa,” China in Africa Project, Occasional Paper No 22, January 2009.
Amsterdamse missie in najaar naar China,” Nieuwsblad Transport, 30 juni 1994.
Provincie Noord-Brabant Commissie voor economische zaken en arbeidsmarktbeleid, commissievergadering, 14 december 2000.
Provincie Noord-Brabant Commissie voor economische zaken en arbeidsmarktbeleid, commissievergadering, 14 december 2000. Voor meer informatie zie de pagina van de provincie Noord-Brabant.
Provincie Noord-Brabant Commissie voor economische zaken en arbeidsmarktbeleid, commissievergadering, 14 december 2000.
Voor meer informatie zie de website van de gemeente Arnhem. Intervisie, nummer 15, jaargang 08, juni 2011.
Na een kort bezoek van een nieuwe gouverneur in 1999, valt de uitwisseling tussen Brabantse partners en de vrienden uit Jiangsu stil. Voor Amsterdam geldt dat een bezoek in 1994 naar verschillende steden in China een laatste mijlpaal betekent.
VNC, p.30. Hetzelfde onderzoek kondigt aan dat in 2004 een eerste bedrijvenreis naar Tianjin georganiseerd zal worden, door de gemeente Groningen, geënt op life sciences en ICT. Groningen ziet dat bedrijven in aanmerking komen voor subsidies van Chinese overheid om op deze gebieden joint ventures op te zetten
Xingjian Liu, Xiaohio Hu, “Are ‘Sister Cities’ from ‘Sister Provinces’? An Exploratory Study of Sister City Relations (SCRs) in China,” Networks and Spatial Economics 18, (2018): 473 – 491.
Zhao Suisheng, “Chinese Foreign Policy under Hu Jintao: The Struggle between Low-Profile Policy and Diplomatic Activism,” The Hague Journal of Diplomacy, January 1, 2010.
Voor meer informatie zie de website van Huawei.
Diederik Toet, “Chinese netwerkreus krijgt Haags hoofdkantoor,” Computable, 11 december 2008.
Stadsarchief Amsterdam in samenwerking met amsterdam inbusiness en Amsterdam Marketing, “China-Amsterdam Historische Banden,” 10 december 2013.
Gemeente Groningen, “Stedenband met Xi’an,” 21 oktober 2011.
Auteur onbekend, “Groningen doet zaken met Chinese haven Tianjin,” Nieuwsblad Transport, 26 oktober 2004.
Gemeente Groningen Commissie Financien en Veiligheid. “Verantwoording GSB III jaarschijf 2005,” 13 december 2006.
Gemeente Groningen Commissie Financien en Veiligheid. “Verantwoording GSB III jaarschijf 2005,” 13 december 2006.
Auteur onbekend, “Groningen en Tianjin vieren 25 jaar zusterstad,” Groninger Internet Courant, 2 december 2009. Voor meer informatie zie de website van de Great China Trading Strategy.
N.B.: Zie hier een video-samenwerking tussen de CPAFFC en CUC, waarin ‘vrienden van China’ van over de hele wereld zich uitspreken over het belang van samenwerking inde strijd tegen Covid-19.
Overeenkomst voor het tot stand komen van een vriendschappelijke relatie tussen de stad wageningen, provincie gelderland, koninkrijk der nederlanden en de stad zhangzhou, provincie fujian, volksrepubliek china.
Larry Diamond, Orville Schell, “China’s Influence & American Interests: Promoting Constructive Vigilance,” Hoover Institution, November 29, 2018.
Li Xiaolin, "Build on Past Achievements to Write a New Chapter in the Cause of People-to-people Diplomacy,” The International Friendship Conference In Commemoration of the 60th Anniversary of the CPAFFC, May 15, 2014.
John Dotson, “China Explores Economic Outreach to U.S. States via United Front Entities,” The Jamestown Foundation, June 26, 2019.
In die tijd vertegenwoordigd door CEO Feijke Sijbesma.
Wang Dakun, “CPAFFC Initiates Global CEO Council,” CPAFFC, June 5, 2013.
Alex Joske, “The party speaks for you: Foreign interference and the Chinese Communist Party’s united front system,” Australian Strategic Policy Institute, Policy brief No. 32, 2020.
Toshi Yoshihara, Jack Bianchi, “Uncovering China’s Influence in Europe: How Friendship Groups Coopt European Elites,” Center for Stategic and Budgetary Assessments, 2020.
Jaarplan China 2019.pdf; Voor meer informatie over de Dutch-Sino Sistercity Conference zie deze website.
Henk Kool, “Nieuwe betekenis voor stedenbanden,” Binnenlands Bestuur, 2 augustus 2017.
Auteur onbekend, “Tilburg wint Chinese prijs voor stedenband met Changzhou,” Tilburg.com, 21 september 2012.
Voor een overzicht van nieuws over stedenbanden van Wageningen zie deze website. In november 2014 bracht een delegatie uit Zhangzhou een bezoek aan Wageningen. Leider van de delegatie was de heer Wu Yuhui, directeur van het staand comité van het Volkscongres. De delegatie was in Nederland op uitnodiging van Huisman Equipment BV in Schiedam en Koninklijke Vopak N.V., een tankopslagbedrijf in Rotterdam.
Zie: link
Roland Samuëls, “Nieuwe treinverbinding, de Chengdu-Tilburg-Rotterdam-Express,” Tilburgers.nl, 2 november 2016.
Recent onderzoek van Pieke (F.N.-Pieke.-Chinas-invloed-en-de-Chinese-gemeenschap-in-Nederland.pdf (leidenasiacentre.nl)) wijst uit dat het Jiangsu Trade and Economic Office ook de China Cultural Center in Den Haag runt.
Auteur onbekend, “Havenbedrijf Rotterdam kijkt terug op succesvolle handelsmissie naar China,” Port of Rotterdam, 23 april 2018. Hans de Boer, “Handelsmissie China: One Belt, One Road, One Rotterdam,” VNO NCW, 11 april 2018. Cecily Liu, “Dutch companies eye Belt and Road opportunities,” China Daily UK, September 26, 2018.
Hiroshi Murayama, “China’s tech crackdown widens to Tencent and Alibaba,” Nikkei Asia, August 8, 2021.
Voor meer informatie over het bezoek gemeente Weert and zusterstad Yuhang zie deze link.
Auteur onbekend, “Haven Rotterdam gaat met Bank of China samenwerken,” Schuttevaer, 29 oktober 2015. John Versleijen, “Rotterdam haalt hoofdkantoor Chinese kraanbouwer binnen,” Nieuwsblad Transport, 26 maart 2015. Koninklijk Huis (@koninklijkhuis), “Koning en @sharon_dijksma bij FreeTradeZone #Shanghai en seminar transport Nieuwe Zijderoute die eindigt @Rotterdam,” Tweet, 28 oktober 2015. Auteur onbekend, “Rotterdam gaat Shanghai helpen bij veiligheid in haven,” NOS Nieuws, 28 oktober 2015.
Auteur onbekend, “Bezoek uit Shanghai aan Fieldlab Rotterdam,” Fieldlab Rotterdam, 25 september 2019.
Een andere sub-trend die kan worden benoemd in de context van het BRI is de aankoop van onroerend goed door Chinese partijen in plaatsen die belangrijke knooppunten worden in het BRI. Een geïnterviewde zegt: China kent het belang van het kopen van onroerend goed op strategische plekken. Dat doet het om in alle omstandigheden goederenstromen te kunnen beheersen. Dat gebeurt ook in Duitsland en in Polen, en begint nu in Nederland ook merkbaar te worden. Meer onderzoek is nodig om deze trend in kaart te brengen en een volledig beeld te ontwikkelen van welke partijen hierbij betrokken zijn.
Nadia el Khannoussi, “11.000 kilometer spoor verbindt Amsterdam met China,” Trouw, 6 maart 2018. AND link
Auteur onbekend, “Nieuwe joint venture HyMove in China,” Aandrijf Techniek, 21 november 2017. link
Brigitte Dekker, Maaike Okano-Heijmans, “Unpacking China’s Digital Silk Road,” The Clingendael Institute, July 27, 2020.
Sanne van der Lugt, “A smart Smart City plan: The importance of controlling the flow and storage of ‘the new coal’,” The Clingendael Institute, October 2019.
Sander Hulsman, “Huawei maakt van Tilburg een ‘smart city’,” Computable, 18 maart 2015.
Wouter Hoeffnagel, “Groningen tekent Smart City overeenkomst met Huawei,” Dutch IT-channel, 3 juni 2015.
Wouter Hoeffnagel, “Huawei en Amstelveen tekenen Smart City overeenkomst,” Executive-People, 4 juni 2015.