Research

Trade and Globalisation

Articles

Soft en hard power, hand in hand

07 Jul 2016 - 12:21
Source: AP / Peter De Jong

De veiligheidssituatie in Europa wordt gekenmerkt door onzekerheid. NAVO en Europese Unie hebben elkaar meer dan ooit nodig.

Collectieve verdediging – verdediging van het bondgenootschappelijk grondgebied – is het belangrijkste onderwerp op de NAVO-top in Warschau op 8 en 9 juli. Het betreft hier een herschikking van materieel en personeel richting het Oosten.

Zo komen er vier robuuste, multinationale bataljons (totaal 4000 man) in Estland, Letland, Litouwen en Polen.
De bataljons zijn onderdeel van de afschrikking door de NAVO. Zo zal de NATO Response Force van 13.000 tot 40.000 militairen worden uitgebreid. Daarnaast voorzien de Amerikanen in Europa in een gepantserde brigade van ongeveer 5000 militairen. Bovendien slaan ze materieel en uitrusting voor een tweede brigade op.

Putin
De Verenigde Staten heeft voor het fiscale jaar 2017 niet minder dan 3,4 miljard dollar voor het European Reassurance Initiative uitgetrokken. Dit bedroeg 789 miljoen voor 2016. Momenteel zijn 65.000 Amerikanen permanent gestationeerd in Europa, van wie 33.000 landmachtmilitairen. Washington neemt de Europese veiligheid nog steeds serieus. En dit vooral als gevolg van een assertieve Russische president Putin, die van een partner in een vijand van de NAVO veranderde.

Hybride oorlogvoering
De NAVO beschouwt ‘collectieve verdediging’ weer als prioriteit. Maar de veiligheidssituatie kenmerkt zich door voortdurende onzekerheid.

De Oekraïense crisis toonde het gevaar van de zogenoemde ‘hybride oorlogvoering’ – een mix van militaire en civiele middelen en paramilitairen, gericht op politieke subversie en desinformatie, zonder dat er sprake is van een oorlogsverklaring. Kortom: een schemergebied tussen oorlog en geen oorlog.

Een puur militair antwoord zou niet voldoende zijn, aangezien dit weinig flexibel is en tot belangrijke politieke consequenties kan leiden. In de nieuwe veiligheidssituatie is zowel hard power (militair) als soft power (niet-militair) vereist.
Het eerste is zoals bekend de kern van de NAVO, het tweede die van de Europese Unie. Zo leidde de annexatie van de Krim tot militaire maatregelen van de NAVO en economische sancties van de EU.

Om te voorkomen dat toekomstige dreigingen het Westen verrassen, is nauwere samenwerking van de NAVO met de EU dan ook zeer gewenst. Maar beide organisaties hebben het altijd gemakkelijker gevonden over samenwerken te praten dan dit daadwerkelijk te doen. Ze werken eerder parallel dan tezamen, hetgeen leidt tot verkwistend dubbel werk en tot verwarring. Gedeeltelijk is dit te wijten aan het al jarenlang durende dispuut tussen Turkije (NAVO-lid, geen EU-lid) en Cyprus (EU-lid, geen NAVO-lid). De urgentie van nieuwe bedreigingen dwingt echter tot verandering.

Ondanks verschillende politieke visies en belangen, zullen in Warschau de NAVO en EU dan ook een verklaring afleggen over een gezamenlijke aanpak van hybride dreigingen. Daarnaast zullen ze partners ondersteunen bij de opbouw van militaire capaciteit en grotere maritieme veiligheid. Zo gaan beide organisaties inlichtingen delen en samen analyseren en hun netwerken tegen cyberaanvallen beschermen. Ook worden er informele handboeken (playbooks) ontwikkeld. Deze boeken dienen om hybride dreigingen te coördineren en de besluitvorming te bespoedigen. Mede hierdoor is dan van tevoren bekend wie wat doet.

Cyberoorlog
Daarnaast zullen EU en NAVO bij elkaars oefeningen betrokken worden op het gebied van hybride dreigingen. Aangezien elke operatie een cyberdimensie heeft, wordt cyberoorlog – naast lucht, zee, en land – als het vierde domein van oorlogvoering aangemerkt.
De NAVO en de EU zijn in de onzekere veiligheidssituatie steeds meer op elkaar aangewezen. Soft power en hard power gaan hand in hand, zei EU-buitenlandchef Federica Mogherini bij de presentatie van de nieuwe EU-strategie voor buitenlands en veiligheidsbeleid op 28 juni.

Budget
Ook de Amerikanen juichen meer samenwerking tussen de NAVO en de EU toe. Maar zij vinden het vooral belangrijk dat hun Europese bondgenoten meer geld aan hun militaire capaciteit besteden. De EU-lidstaten hebben hun militaire middelen met liefst 25 procent gereduceerd in het afgelopen decennium. Terwijl de Amerikanen 72 procent van de uitgaven van het bondgenootschap voor hun rekening nemen.
Ook militaire planning is een stiefkindje. Deze geschiedt nog steeds voornamelijk nationaal, zonder voldoende rekening te houden met de tekorten en overschotten bij NAVO en EU. En dat is noch effectief noch efficiënt. Zo beschikt men in totaal over te veel jachtvliegtuigen en te weinig helikopters.
Hopelijk geeft de samenwerking die op de NAVO-top wordt afgesproken, een voldoende politieke impuls af om ook op deze terreinen effect te krijgen.