In voorgaande EWEA-rapporten heeft Clingendael vier factoren geïdentificeerd die bepalend waren voor het verloop van het conflict en de daarmee samenhangende migratie- en terugkeerintenties van Oekraïners. Deze vier factoren en de onderliggende aannamen zijn:
Deze vier factoren blijven nog steeds van toepassing en zijn geoperationaliseerd in een aantal indicatoren die door Clingendael worden gemonitord. Naarmate de situatie zich verder ontwikkelt worden hier specifieke indicatoren aan toegevoegd. In dit rapport wordt met name aanvullende analyse gedaan op het gebied van verschuivende maatschappelijke opvattingen en beleid ten aanzien van vertrek en terugkeer van Oekraïners, zowel in Oekraïne zelf als in de landen van opvang.[3]
Het ligt niet in de lijn der verwachting dat de oorlog in de nabije toekomst beëindigd zal worden. De politieke doelstellingen van Oekraïne en Rusland blijven diametraal tegenover elkaar staan, wat een compromis vrijwel onmogelijk maakt. Toch zijn er wel ontwikkelingen op diplomatiek vlak en wordt er significant meer gesproken over onderhandelingen dan in de voorgaande maanden.
Zo scharen steeds meer landen zich achter de “vredesformule” van Oekraïne en heeft Zwitserland tijdens de vierde bijeenkomst van National Security Advisers (NSAs) in Davos aangeboden een mondiale vredesconferentie te organiseren.[4] De afwezigheid van Rusland en andere invloedrijke landen zoals China in deze gesprekken maakt echter dat valt te betwijfelen of dit proces op korte termijn tot een duurzame vrede zal leiden. De tien punten van de vredesformule van Oekraïne zijn voor de huidige Russische regering onacceptabel.
Achter de schermen zijn er af en toe geluiden dat Poetin zou willen onderhandelen.[6] De Russische eisen lijken echter nog niet veel veranderd en komen nog steeds neer op een volledige Oekraïense overgave. Publiekelijk blijft Poetin aan zijn positie vasthouden en beweert hij onder andere dat onderhandelingen neerkomen op “een poging om onze veroveringen van het afgelopen anderhalf jaar op te geven” en dat “iedereen begrijpt dat dit onmogelijk is”.[7]
Rusland blijft volharden in het eigen narratief dat het Oekraïne wil “denazificeren” en zet nog steeds in op een volledige verovering van de vier Oekraïense provincies die het in 2022 heeft geannexeerd en die volgens Poetin “historisch aan ons toebehoren”.[8] Ook de woordvoerder van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken blijft herhalen dat Oekraïense troepen moeten vertrekken uit het door Rusland geclaimde “Russisch grondgebied”.[9] Deze Russische eisen zijn op hun beurt weer onacceptabel voor Oekraïne. Kyiv vreest dat Rusland met een eventueel staakt-het-vuren alleen maar tijd wil winnen om later nogmaals toe te slaan.[10]
Waarschijnlijk zal Rusland afwachten tot de presidentsverkiezingen in de VS, aangezien Poetin niet geheel ten onrechte rekent op afbrokkelende westerse steun. Zowel Washington als Brussel hebben ambitieuze nieuwe steunpakketten van elk tientallen miljarden opgesteld, maar hebben te maken met afnemend politiek draagvlak voor goedkeuring daarvan.
In de VS blijft een Republikeinse minderheid tegenstribbelen en speelt ook een heroriëntatie op andere prioriteiten zoals het Midden-Oosten een rol. De loskoppeling van de steun voor Israël van de steun voor Oekraïne door de Republikeinen alsook het felle verzet van Donald Trump maakt het steeds minder waarschijnlijk dat er een significant steunpakket goedgekeurd zal worden.[11] Trump speelt daarbij in op een verminderend draagvlak onder de Amerikaanse bevolking.[12] Ongeveer een derde van de Amerikanen is mening aan dat de VS te veel steun aan Oekraïne leveren, en onder Republikeinse kiezers is dat zelfs bijna de helft.[13]
De Europese Unie is er uiteindelijk wèl in geslaagd een Hongaars veto tegen het steunpakket voor Oekraïne van 50 miljard euro af te wenden. Dit biedt Kyiv een positief perspectief op meerjarige financiële steun. Er blijft een groot draagvlak onder de Europese bevolking voor de steun aan Oekraïne: een meerderheid van de bevolking geeft aan het EU-beleid ten aanzien van Oekraïne en Rusland te steunen. Dit loopt uiteen van een overgrote meerderheid die humanitaire hulp aan mensen die getroffen zijn door de oorlog steunt (89%), tot bijna tweederde van de respondenten die voorstander is van het financieren en leveren van militair materieel aan Oekraïne.[14]
De EU worstelt echter met het opschalen van de eigen defensie-industrie en zou het wegvallen van Amerikaanse militaire steun niet kunnen compenseren. Hoewel de EU van plan is om de productie snel op te voeren, wordt het doel van het leveren van één miljoen artilleriegranaten aan Oekraïne niet gehaald; de EU verwacht slechts ongeveer de helft op tijd te kunnen leveren.[15] Vijf lidstaten, waaronder Nederland, hebben onlangs hierover publiekelijk zorgen geuit.[16]De EU-landen zijn het voorlopig ook nog oneens over het op te richten Ukraine Assistance Fund van 5 miljard euro voor wapensteun aan Oekraïne en kibbelen over de verdeling van de kosten.[17] In de tussentijd hebben Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Italië, Canada en ook Nederland bilaterale veiligheidsverdragen met Oekraïne gesloten waarin vastgelegd is dat zij de komende tien jaar militaire, technische, financiële en politieke steun zullen blijven leveren aan Oekraïne, ook in het geval van een nieuwe Russische aanval in de toekomst.[18] Hoewel de Europese Unie inmiddels meer steun aan Oekraïne heeft gegeven dan de Verenigde Staten, zou de Europese militaire steun moeten verdubbelen om het wegvallen van Amerikaanse steun te kunnen compenseren.[19] Verkiezingen in een aantal landen – waarbij partijen die zich sceptisch opstellen ten opzichte van steun aan Oekraïne gewonnen hebben – versterken de gedachte in Rusland dat ze alleen maar hoeven vol te houden om deze strijd op de langere termijn te winnen.
Het vooruitzicht op een lange oorlog maakt door- en voortzettingsmacht gebaseerd op industriële, economische en demografische factoren steeds belangrijker. Rusland heeft hier ontegenzeggelijk een voordeel op het kleinere Oekraïne, dat weliswaar de eigen wapenproductie probeert op te voeren met westerse steun maar komend jaar duidelijk in het nadeel zal zijn – zowel wat betreft militair personeel als materieel.[20]
Rusland heeft de wapenproductie stevig opgevoerd. Volgens de Russische staatscoöperatie Rostec zou deze voor verschillende wapens vertweevoudigd tot zelfs vertienvoudigd zijn.[21] Hoewel officiële Russische statistieken vaak een vertekend beeld geven, kan Rusland op grote schaal en veel goedkoper dan westerse leveranciers munitie produceren. Ook produceert Rusland nu naar schatting 100.000 drones per maand: dit is ongeveer het dubbele van waar Oekraïne toe in staat is.[22]
Cruciale technologie voor de wapenindustrie komt nog steeds aan in Rusland via allerhande vormen van sanctie-ontwijking. Zo is Taiwan inmiddels de belangrijkste leverancier geworden van machines die met hoge precisie metaal kunnen bewerken, en worden er onder andere Kinzjal-raketten gevonden met chips van het Amerikaanse Texas Instruments.[23] Ook de import van wapens en munitie uit onder andere Noord-Korea geeft Rusland in 2024 een kwantitatief voordeel over Oekraïne. Daarbij levert Noord-Korea niet alleen op grote schaal enigszins verouderde artilleriemunitie, maar ook de nieuwste (ballistische) raketten.[24]
Ook wat betreft mankracht heeft Rusland een relatief voordeel. Poetin heeft afgelopen december een decreet ondertekend waarmee het aantal soldaten in het Russische leger met maximaal 170.000 man zou moeten toenemen, tot ongeveer 1,3 miljoen.[25] In eerste instantie worden Russen verleid met propaganda en financiële vooruitzichten van hoge salarissen en een vergoeding voor naasten bij overlijden. Van verplichte grootschalige mobilisatie is (nog) geen sprake, maar Rusland houdt deze binnenlands impopulaire optie achter de hand.[26] Rusland blijft ook gestaag in strafkampen ronselen voor de strijd; naar schatting zijn er al 100.000 gevangenen naar het front gestuurd.[27] In toenemende mate ronselt Rusland ook onder arbeidsmigranten en heeft de wetgeving voor naturalisatie voor buitenlanders die dienen in de Russische krijgsmacht vereenvoudigd.[28]
Oekraïne, met een bevolkingsaantal dat drie keer kleiner is dan Rusland, krijgt daarentegen steeds meer moeite om genoeg militair personeel aan te trekken. Begin 2022 kon het land nog rekenen op een grote groep vrijwilligers die wilden dienen in de relatief grote krijgsmacht van 800.000 tot één miljoen mensen. Inmiddels zijn echter naar schatting 650.000 mannen van dienstplichtige leeftijd het land ontvlucht en zijn er verschillende berichten over mannen die via omkoping in de medische sector, wervingskantoren en grenswachten proberen de mobilisatie te ontduiken.[29] De combinatie van het gebrek aan nieuwe rekruten en gebrek aan capaciteit om deze op te leiden betekent dat Oekraïne het zich niet kan veroorloven om grootschalige aanvallen te blijven uitvoeren en navenante verliezen te incasseren. Dit draagt bij aan de overweging om een meer defensieve strategie te hanteren (zie ‘intensiteit gevechten’ hieronder).
De Oekraïense regering overweegt een grootschalige mobilisatie. Dit stuit wel op binnenlandse weerstand en legt ook toenemende spanningen tussen het militaire en politieke leiderschap bloot. De legerleiding wil veel meer rekruteren dan de politiek van de samenleving durft te vragen en er zijn ook meningsverschillen over de te volgen strategie. Een eerdere versie van de controversiële mobilisatiewet werd door het Oekraïense parlement verworpen. De huidige wet ligt nu voor en omvat ook strenge straffen voor het ontduiken van de mobilisatie en de mogelijkheid om mannen in het buitenland op te roepen om te dienen.[30] Dit kan er echter ook toe leiden dat meer mannen juist zullen proberen het land te ontvluchten (zie paragraaf 2.3.).
Een ander voorbeeld van de toenemende spanningen tussen het militaire en politieke leiderschap van Oekraïne is de recente wisseling in de legertop. Zelensky heeft Oleksandr Syrsky aangesteld als nieuwe opperbevelhebber van de Oekraïense krijgsmacht ter vervanging van Valery Zaluzhny.[31] De positie van Zaluzhny werd al maanden besproken, in december en januari waren er spanningen tussen hem en Zelensky vanwege hun uiteenlopende ideeën over de te volgen koers. Zaluzhny is niet zozeer ontslagen maar krijgt een andere positie binnen het team: als populaire militair is het belangrijk om Zaluzhny aan boord te houden voor de publieke steun in het land.
Tot slot neemt zowel binnen Oekraïne als Rusland het maatschappelijk draagvlak voor de oorlog licht af, maar nog niet zodanig dat het de politieke leiders tot een koerswijziging dwingt.[32] Zo laat opinieonderzoek van december zien dat een meerderheid van de Oekraïners erin gelooft dat zij op korte termijn (6%), deze zomer (21%), binnen één tot twee jaar (31%) of op de langere termijn (15%) de oorlog zullen winnen.[33] Ander opinieonderzoek uit diezelfde maand laat zien dat 58% van de Oekraïners het noodzakelijk vindt om de strijd tegen Rusland voort te zetten, zelfs als de hulp vanuit het Westen aanzienlijk vermindert en het risico bestaat dat Oekraïne meer grondgebied verliest.[34] Daar staat tegenover dat 32% van de ondervraagden in deze survey het beter vindt om de gevechten te staken indien het Westen zeer serieuze veiligheidsgaranties kan bieden, ook als dat de bevrijding van grondgebied voor onbepaalde tijd vertraagt. In eerder onderzoek van oktober blijkt een meerderheid (60%) te willen dat het land blijft vechten tot Oekraïne de oorlog wint, wat nog steeds veel meer is dan het aantal Oekraïners dat wil dat er onderhandeld wordt om de oorlog zo snel mogelijk te beëindigen (31%).[35] Wel is het aantal Oekraïners dat zo snel mogelijk wil onderhandelen met 5 procentpunt toegenomen ten opzichte van 2022.
In een recente peiling onder de Russische bevolking geeft 37% van de respondenten aan dat zij de beslissing om Oekraïne binnen te vallen het liefst zouden terugdraaien.[36] Uit de laatst beschikbare peiling onder de Russische bevolking van het Levada Centrum blijkt dat hoewel een meerderheid (57%) van de ondervraagden liever vredesbesprekingen dan voortzetting (36%) van de oorlog wil, nog steeds een overgrote meerderheid (75%) de acties van de Russische strijdkrachten steunt.[37]
Er zijn slechts incidentele tekenen van oorlogsmoeheid in Rusland. Een voorbeeld is de beweging van familieleden van gemobiliseerden die zich hebben verenigd via Telegramkanaal A Way Home.[38] Ook kwam een verrassend groot aantal Russen op de been om de kandidatuur te ondersteunen van Boris Nadezhdin, een Russische politicus die zich openlijk heeft uitgesproken voor het beëindigen van de oorlog, maar uitgesloten is door de Russische kiescommissie.[39] Verder vonden er in januari demonstraties plaats in de etnische republiek Basjkortostan.[40] Hoewel de ratio achter deze protesten was dat er naar verhouding erg veel etnische minderheden aan het front sneuvelen waren deze protesten niet direct tegen Poetin of de invasie gericht.
Hoewel de intensiteit van het conflict zowel op de grond als in de lucht hoog blijft, zijn er relatief kleine verschuivingen aan de frontlinie. Het zeer intense Oekraïense tegenoffensief in het zuiden langs de Orikhiv-as van afgelopen najaar heeft niet de gestelde doelstellingen bereikt: de landbrug naar de Krim is niet afgesneden en ook het strategisch belangrijke plaatsje Tokmak is niet bereikt. Rusland is vervolgens in de aanval gegaan, met name rond de Kupyansk-Svatove-Kreminna linie en nabij Avdiivka, waar het inmiddels een hardbevochte overwinning heeft behaald en de Oekraïense troepen heeft verdreven.[41] Hoewel de Oekraïense strijdkrachten beweren dat ze het front inmiddels ten westen van Avdiivka gestabiliseerd hebben, is het nog de vraag of dat ook daadwerkelijk zo is, zeker omdat zij zich na de val van Avdiivka ook nog uit drie dorpen ten westen van de stad moesten terugtrekken.[42]
Oekraïne lijkt inmiddels overgeschakeld te zijn op een strategie van “actieve verdediging” en legt daarvoor de nodige verdedigingswerken aan.[43] Langs het bijna 1000 kilometer lange front zijn nieuwe loopgraven opgetrokken, ondergrondse commandocentra ingericht en ook andere maatregelen getroffen uit vrees voor een nieuw Russische offensief in de aanloop naar de zomer.[44] Ook de langetermijnstrategie van de VS voor Oekraïne zet in op het verdedigen van Oekraïens gebied, in plaats van het bevrijden van door Rusland bezet gebied. Dit heeft als doel dat Oekraïne de oorlog kan blijven volhouden en er aan het einde van dit jaar sterker voor zal staan.[45]
Beide partijen delen informatie over de eigen militaire verliezen en die van de ander selectief en als onderdeel van de informatie-oorlog. Amerikaanse bronnen schatten de totale militaire verliezen op meer dan een half miljoen, waarvanaan Russische zijde 315.000 doden en gewonden zijn gevallen.[46] Op basis van openbare bronnen hebben Mediazona en de BBC Russian Service de dood van 43.460 Russische soldaten bevestigd.[47] Het totale aantal geschatte Russische verliezen is hoog en komt neer op 90% van het aantal soldaten in Russische dienst bij de start van de invasie.[48] Volgens Poetin zouden er nu in totaal 600.000 Russen actief zijn in de gevechtszone.[49]
President Zelensky heeft inmiddels gebroken met de radiostilte van Kyiv over het aantal Oekraïnse slachtoffers en heeft toegegeven dat 31.000 Oekraïense soldaten om het leven zijn gekomen in de oorlog.[50] Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk hoger: Amerikaanse bronnen schatten dat er aan Oekraïense zijde zo’n 100.000 tot 120.000 gewonden en 70.000 doden zijn gevallen.[51] De Russische minister van defensie, Sergej Sjojgoe, claimt dat er 125.000 Oekraïense troepen gesneuveld zijn.[52] Ongeacht het exacte aantal is dit een bijzonder hoge prijs voor Oekraïne en zijn er bovendien ook nieuwe manschappen nodig om moegestreden troepen aan het front te vervangen. Er moet echter een afweging gemaakt worden tussen het aantal mensen dat kan vechten en het aantal dat nodig is om de economie draaiend te houden.[53]
De intensiteit van de gevechten is vrij stabiel gebleven.[55] Toch is het een misvatting dat de oorlog daarmee tot stilstand is gekomen: zowel aan de frontlinie als in het achterland gaan de beschietingen continu door en proberen beide partijen elkaar te ‘slijten’. Rusland laat daarbij adaptief vermogen zien en zet aan de frontlinie met enig succes zowel first-person view (FPV) drones als zware ‘gliding bombs’ in.[56] Het heeft in de zomer kruisraketten en langeafstandsdrones opgespaard en voert sinds december het aantal beschietingen op Oekraïense infrastructuur in het achterland fors op.[57] Er vallen daarbij regelmatig burgerslachtoffers en er wordt veel schade aangericht.
De United Nations Human Rights Monitoring Mission in Oekraïne waarschuwt dat het aantal burgerslachtoffers weer fors toeneemt.[59] De Oekraïense luchtverdediging heeft in toenemende mate moeite om de Russische aanvallen af te slaan en vreest zoals eerder gezegd tekorten aan munitie.[60] De kans is klein dat Rusland met een saturatie-strategie de Oekraïense luchtverdediging geheel kan overrompelen en een luchtoverwicht kan afdwingen, maar het is voor Oekraïne schier onmogelijk om alle kritieke infrastructuur te beschermen gezien de grootte van het land. Met name de graanexport en de energievoorziening zijn daarbij kwetsbaar.[61]
Oekraïne valt op haar beurt ook steeds vaker doelen in Rusland zelf aan: als represaille, om de Russische oorlogsmachine te beschadigen en om de oorlog tastbaarder en zichtbaarder te maken voor de Russische bevolking.[62] Zo heeft Oekraïne een gasterminal in Sint-Petersburg en een olieraffinaderij in het zuiden van Rusland aangevallen.[63] Hoewel dergelijke aanvallen in toenemende mate schade toebrengen aan de Russische olie-export[64] lijkt het onwaarschijnlijk dat de Russische oorlogsinspanningen hiermee zo geschaad worden dat de situatie op het slagveld in 2024 wezenlijk zal veranderen.
Ook de humanitaire omstandigheden zijn nog precair: ook dit jaar zullen 14,6 miljoen mensen in Oekraïne humanitaire hulp nodig hebben, waarvan 3,3 miljoen aan de frontlinie.[65]
Het herstel van de Oekraïense economie zet voorzichtig door. De groei van het Oekraïnse bruto binnenlands product (bbp) bedroeg in 2023 naar verwachting ongeveer 5%.[66] Het IMF voorspelt 3,2% groei in 2024,[67] terwijl het Oekraïense ministerie van Economische Zaken dat optimistischer inschat op 4,6%.[68] Het herstel van de Oekraïense economie is ook terug te zien in de dalende inflatie (van slechts 7,1% in september 2023 naar 4,7% in januari 2024) en werkloosheid (van ongeveer 108.700 personen eind augustus 2023 naar 101.400 eind januari 2004).[69] Een belangrijk succes voor Oekraïne is ook de “graancorridor” waarlangs schepen via de Oekraïense, Roemeense en Bulgaarse kust de Bosporus kunnen bereiken. Ondanks het feit dat Oekraïne zelf praktisch gezien geen marine meer heeft, is het er toch in geslaagd om met drones en raketten de Russische Zwarte Zeevloot sterk te verzwakken en terug te drijven ten oosten van de Krim.[70] Mede hierdoor is het ondanks het einde van de graandeal toch mogelijk geworden om de export aanzienlijk uit te breiden. De Oekraïense export bereikte in januari 2024 wat het fysieke gewicht van de exportproducten betreft een recordhoogte sinds het begin van de Russische invasie.[71] De economische stabilisatie heeft de Oekraïense centrale bank begin oktober 2023 doen besluiten om de vaste wisselkoers van de hryvnia ten opzichte van de dollar los te laten. Op deze wijze slaagt men er momenteel in om de Oekraïense munt op gecontroleerde wijze beperkt te laten depreciëren om zo de export te bevorderen en daarmee de handelsbalans te verbeteren.[72]
Ondanks deze relatief positieve cijfers ziet de economische situatie er verre van rooskleurig uit. Volgens onderzoek van de Okeraïense regering, de Wereldbank, de Europese Commissie en de Verenigde Naties zijn de totale kosten van de wederopbouw van Oekraïne voor de komende tien jaar in 2023 toegenomen van $411 naar $486 miljard.[73] Economen gaan ervan uit dat het zelfs onder relatief gunstige omstandigheden nog vele jaren zal duren voordat het vooroorlogse welvaartsniveau (dat toch al heel laag was naar Europese maatstaven) weer gehaald wordt.[74] In 2022 kromp het Oekraïense bbp immers met 29,1%. Oekraïne heeft bovendien aanzienlijke delen van zijn grondgebied verloren en miljoenen mensen zijn het land ontvlucht. Dit maakt de interpretatie en vergelijking van de cijfers lastig. Gezien de onduidelijkheid over hoeveel mensen zich daadwerkelijk op het grondgebied onder controle van Kyiv bevinden, zijn vergelijkingen in inkomen per hoofd van de bevolking praktisch onmogelijk.
Wel duidelijk is dat een aanzienlijk deel van de economische “groei” die Oekraïne nu doormaakt (overigens evenals Rusland), toe te schrijven is aan de enorme militaire uitgaven van het land, en dus een slechte indicator vormt voor de gezondheid van de economie en de levensstandaard van de bevolking.[75] Ook duidelijk is dat de obstakels voor economisch herstel aanzienlijk blijven. Dit zijn allereerst het aanhoudende oorlogsgeweld, de bezetting van Oekraïens territorium in het oosten en zuiden van het land en de enorme hoeveelheid landmijnen die geplaatst zijn. Met uitzondering van het geld afkomstig van internationale financiële instituties, zijn er vrijwel geen buitenlandse investeringen in Oekraïne. De risico’s die het oorlogsgeweld met zich meebrengt zijn simpelweg te groot voor particuliere bedrijven.[76] Daarnaast belemmeren Russische bombardementen de Oekraïense havenfaciliteiten de Oekraïense exportmogelijkheden. Ondanks het succes van de Oekraïense graancorridorblijft deze route gevaarlijk en de kosten (met name transport- en verzekeringskosten) hoog.[77] De Russische Zwarte Zeevloot beschikt nog steeds over capaciteiten om deze transporten aan te vallen, hoewel daar ook aanzienlijke militaire risico’s en politieke kosten voor Moskou aan verbonden zijn.[78] Het is dus vooralsnog onduidelijk hoe stabiel de huidige Oekraïense exportsuccessen zijn. In 2023 als geheel daalde de Oekraïense export met 18,7% ten opzichte van 2022.[79] Ook vreest de Oekraïense overheid substantiële tekorten op de naoorlogse arbeidsmarkt. Voor een succesvolle wederopbouw schat het Oekraïense ministerie van Economische Zaken de terugkeer nodig te hebben van ten minste 4,5 van de ongeveer 6 miljoen Oekraïense vluchtelingen die nu in het buitenland verblijven.[80]
Tot slot zijn er ook op de korte en middellange termijn aanzienlijke politieke risico’s in relatie tot de economie. De afgelopen maanden beperkten verschillende Oost-Europese landen (Bulgarije, Hongarije, Polen, Roemenië en Slowakije) de import van Oekraïense landbouwproducten in reactie op boerenprotesten. Van november 2023 tot januari 2024 blokkeerden Poolse vrachtwagenchauffeurs bovendien meerdere grensovergangen met Oekraïne uit protest tegen de in hun ogen oneerlijke concurrentie die zij van Oekraïense transportbedrijven ondervinden. Hierbij lieten zij slechts mondjesmaat vrachtwagens door.[81] Hoewel de wegblokkades door de vrachtwagenchauffeurs in januari (in ieder geval tijdelijk) ten einde kwamen, zijn deze in februari overgenomen door Poolse boeren die protesteren tegen de invoer van Oekraïense landbouwproducten. Grensovergangen met Oekraïne (alsook één met Slowakije nabij de Oekraïense grens) worden wederom geblokkeerd.[82] Ook zijn er al verschillende incidenten geweest waarbij ladingen Oekraïense landbouwproducten in Polen uit vrachtwagens en treinwagons zijn gedumpt.[83] Dit alles belemmert de Oekraïense export over land aanzienlijk[84] en schaadt bovendien de relatie tussen Kyiv en Warschau. Verder hebben Polen en Hongarije hun importbeperkingen betreffende Oekraïense landbouwproducten tegen de wil van Brussel in in stand gehouden. Vijf Oost-Europese landen willen dat de EU importheffingen op Oekraïens graan weer invoert.[85] De nieuwe Poolse premier Donald Tusk houdt, ondanks zijn meer pro-Europese en pro-Oekraïense houding in vergelijking met de vorige Poolse regering, vast aan het protectionistische beleid van de PiS-regering.[86]
Nog impactvoller voor de economie dan deze handelsconflicten in Oost-Europa, is de eerder genoemde westerse politieke oppositie tegen cruciale nieuwe steunpakketten voor Oekraïne.[87] Ondanks dat de Oekraïense belastinginkomsten zijn gestegen (met 23% in de periode tussen januari en september 2023 ten opzichte van het voorgaande jaar),[88] blijven de Oekraïense overheidsfinanciën sterk afhankelijk van buitenlandse financiële steun. Volgens premier Denys Smyhal zal de Oekraïense staat het komend jaar $42 miljard aan buitenlandse steun nodig hebben om het oplopende begrotingstekort te dekken.[89] Bovendien is het begrotingstekort de laatste maanden sneller toegenomen dan de buitenlandse leningen. Indien Oekraïne zich genoodzaakt ziet om de geldpers aan te zetten om het tekort te dekken, neemt het gevaar op inflatie weer toe.
De oorlog zal naar alle waarschijnlijkheid in ieder geval nog het gehele komende jaar voortduren. 2024 wordt een zwaar en onzeker jaar voor Oekraïne met aanhoudende Russische grondoffensieven en luchtaanvallen, onzekerheid over de mate waarin het land kan rekenen op westerse steun en toenemende binnenlandse onenigheid over de te volgen koers. Het wordt een test van het Oekraïense en westerse uithoudingsvermogen op alle fronten, waarbij de ogen vooral gericht zullen blijven op de Amerikaanse binnenlandse politiek en de verkiezingen in november.
Door de voortdurende vijandelijkheden en veiligheidsrisico’s, economische instabiliteit en gebrek aan structurele wederopbouw[90] blijft het aantal Oekraïense ontheemden dat bescherming zoekt in de Europese Unie langzaam maar gestaag toenemen naar 4,3 miljoen in februari 2024 en 4,5 miljoen in maart 2024.[91]
De huidige situatie biedt Oekraïense ontheemden in EU-lidstaten, waaronder ook in Nederland, weinig redenen om (permanent) terug te keren. Het ligt eerder in de lijn der verwachting dat het overgrote deel van de ontheemden in 2024 zal afwachten hoe de situatie in Oekraïne zich ontwikkelt. Het is ook mogelijk dat er in de loop van 2024 nog meer Oekraïners – die nu reeds intern ontheemd zijn, recent zijn teruggekeerd zijn of nog steeds twijfelen – toch (weer) zullen besluiten het land te verlaten als zij de situatie uitzichtloos achten.
Analyse van verschillende surveyonderzoeken die onder Oekraïense ontheemden in de EU zijn uitgevoerd laat een constante uitkomst zien dat ongeveer twee-derde na afloop van de oorlog wil terugkeren naar Oekraïne.[92] Terugkeer is met name afhankelijk van de veiligheidssituatie en het economisch perspectief (inclusief de snelheid van de wederopbouw en de ondersteuning bij terugkeer).[93] De belangrijkste genoemde redenen om te willen terugkeren zijn onder meer familiebanden, vaderlandsliefde, de wens om het land weer op te bouwen en voor veel vrouwen ook om hun kinderen onderwijs in het Oekraïens te laten volgen.[94]
Recente peilingen in Polen onder Oekraïners geven aan dat zij meer dan gemiddeld geldt voor Oekraïense ontheemden in de EU ook na het conflict in Polen willen blijven. Het aandeel dat terug wil keren zodra de veiligheidssituatie dat toestaat is gedaald van 32% in 2022 naar 24% in 2023. Ongeveer een kwart wil niet terugkeren en 35% weet het niet. Dit onderzoek is uitgevoerd onder (tijdelijk) in Polen werkende Oekraïners.[95] De reden voor het lage terugkeeranimo is waarschijnlijk gelegen in het feit dat in ieder geval een deel van hen al werkte in Polen voor het uitbreken van het conflict, en/of al banden had met Polen. Dit opinieonderzoek werd uitgevoerd in oktober 2023.
De diverse surveys onder Oekraïense ontheemden laten echter nogal uiteenlopende bevindingen zien omtrent de precieze omvang en timing van terugkeer.[96] Waar de Oekraïense regering hoopt op 1,5 miljoen terugkeerders in 2024, verwacht de Nationale Bank van Oekraïne een permanente terugkeer van ‘slechts’ 100.000 dit jaar.[97] De mate waarin de intentie speelt tot permanente terugkeer hangt ook samen met geografische herkomst: de meesten willen terug naar waar ze vandaan komen, en duidelijk minder mensen uit zuidelijke en oostelijke oblasts willen terug.[98] Tijdelijke terugkeer komt wel regelmatig voor, met name om redenen van familiebezoek, medische behandeling en/of het regelen van praktische zaken zoals administratie.[99]
In lijn met de uitgesproken hoop op grootschalige terugkeer probeert de Oekraïense regering in gesprekken met de EU in te zetten op aanpassing van het beschermingsbeleid van de EU.[100] Door het tekort aan arbeidskrachten en rekruten voor de krijgsmacht heeft het land er groot belang bij dat geen grote aantallen Oekraïners het land meer ontvluchten en dat ontheemden waar mogelijk ook terugkeren. Zo stelt president Zelensky voor aan de EU-lidstaten om niet langer leefgeld te verstrekken aan de Oekraïense ontheemden die zij bescherming bieden maar om dit geld beschikbaar te stellen aan Oekraïne, zodat het dit geld zelf zou kunnen verdelen.[101] Daarnaast probeert de regering, zoals in paragraaf 2.2. gesteld, via een controversiële mobilisatiewet mannen terug te halen naar Oekraïne om te dienen in het leger.[102] Wanneer de nieuwe wet wordt aangenomen ligt het in de lijn der verwachting dat meer mannen zullen proberen het land te ontvluchten. Tegelijkertijd zullen Oekraïense ambassades en vertegenwoordigingen op basis van de wet worden geacht de druk op te voeren om gevluchte mannen te laten terugkeren. Het is in deze context onwaarschijnlijk dat Oekraïne de noodtoestand zal opheffen; het is eerder te verwachten dat het verbod op vertrek voor mannen van dienstplichtige leeftijd strenger zal worden gehandhaafd en dat het aantal uitzonderingen zal worden beperkt. In reactie op deze wet heeft Duitsland al aangegeven geen mannen naar Oekraïne te gaan uitzetten tegen hun wil (zie verder paragraaf 3.2.). Ook Estland heeft dit expliciet gemaakt,[103] nadat ze eerst hadden aangegeven dienstplichtige mannen te gaan repatriëren als Kyiv hierom zou vragen.[104] Deze situatie creëert ook in toenemende mate een spanningsveld tussen het individuele belang en de rechten van Oekraïners in EU-lidstaten en het collectieve belang van Oekraïne als samenleving. Dit is een vraagstuk dat komend jaar een grote rol zal spelen in de verhoudingen tussen Oekraïne en de EU.
Het meest waarschijnlijke scenario voor 2024 is dat het aantal Oekraïners dat het land zal verlaten gedurende het jaar geleidelijk zal blijven toenemen, in een tempo dat vergelijkbaar is met dat van 2023. Een optimistisch scenario waarbij de oorlog wordt beëindigd en grootschalige terugkeer mogelijk is vereist drastische politieke en militaire ontwikkelingen in zowel Rusland als Oekraïne die op dit moment niet in de lijn der verwachting liggen, maar ook niet kunnen worden uitgesloten.
Het aantal ontheemden kan snel en significant stijgen als de situatie op het slagveld ernstig verslechtert waarbij de Oekraïense verdediging volledig instort en Rusland grootschalige terreinwinst boekt. Cruciale factor hierbij is de vraag of de VS (en de EU) substantiële steunpakketten zullen (blijven) leveren, of en in welke mate de Oekraïense krijgsmacht nieuwe Russische offensieven kan afweren en of de Oekraïense luchtverdediging grootschalige aanvallen op kritieke infrastructuur kan weerstaan. Dit negatieve scenario is op dit moment ook onwaarschijnlijk.