Research

Trade and Globalisation

Op-ed

Een president uit het Facebook-tijdperk is geen goede president

24 Nov 2016 - 15:12
Bron: Bas van der Schot / Vrij Nederland

Henry Kissinger zei het al: ‘Presidentiële campagnes worden mediakrachtmetingen tussen master operators van het internet.’ Het internet maakt mensen goedgelovig, en kiezen eerder een incompetente kandidaat.

Het mag dan lijken alsof afgelopen maand pas ontdekt is dat we in het postfactuele tijdperk leven, scherpe geesten hadden al langer door dat de werkelijkheid van Facebook een andere is dan de echte. Met soms angstwekkende precisie doorzagen die geesten, ruim voordat onderuitgezakte handige dertigers met verveelde gezichten ons het verdienmodel van Mark Zuckerberg aan tafels bij praatshows uitlegden, de implicaties voor Amerikaanse presidentsverkiezingen, voor het voeren van buitenlandse politiek, en voor de toestand in de wereld.

Je kunt veel vragen stellen bij het verleden van de inmiddels 93-jarige staatsman Henry Kissinger, maar zijn analyse van de zegeningen en gevaren van de informatierevolutie in World Order (2014) is grootmeesterlijk. ‘Presidentiële campagnes worden mediakrachtmetingen tussen master operators van het internet. Wat ooit inhoudelijke beleidsdebatten waren, wordt gereduceerd tot een marketinggevecht tussen kandidaten.’

Zij zijn de echo’s van de voorkeuren en vooroordelen van het volk zoals die door big data zijn blootgelegd, in plaats van een uiting van hun eigen overtuigingen. ‘Kan democratie de ontwikkeling ontlopen naar een demagogische uitkomst, gebaseerd op een emotionele massaroep, in plaats van het redelijke proces te volgen dat de Founding Fathers voor ogen stond?’, vraagt Kissinger zich retorisch af. En zou die uitkomst dan nog gebaseerd zijn op waarheid en feiten, dan kon je er nog enig optimisme over koesteren. Maar dat is niet het geval: internet biedt op zijn best een chaos aan feiten, waaruit de consument zelf een gemanipuleerde keuze maakt.

‘De aard van het begrip “waarheid” verandert in ons tijdperk. Bijna elke website heeft nu een functie die de achtergrond en voorkeuren van een bezoeker achterhaalt. Deze methoden zijn erop uit om de gebruikers meer content tot zich te laten nemen, en hem aan meer advertenties bloot te stellen, wat uiteindelijk de drijfveer van de interneteconomie is’. Kissinger heeft het over ’geïndividualiseerde waarheid’, je zoekt in een informatiebrij maar ontvangt de informatie ‘which you would like’ en het ‘news which will best suit you’. Kissinger heeft het over ’geïndividualiseerde waarheid’, je zoekt in een informatiebrij maar ontvangt de informatie ‘which you would like’ en het ‘news which will best suit you’. Kissinger heeft het nog niet eens over nepnieuws, maar over ‘content’, een oneindige stroom kale feiten. Die zijn om twee redenen rampzalig voor het voeren van verstandig beleid en, a fortiori, het bedrijven van buitenlandse politiek. Ten eerste omdat de geavanceerde (en op zichzelf prachtige) zoekmachines de wereld omkeren en suggereren dat alles opzoekbaar is: ook wereldproblemen zijn gereduceerd tot een werkelijkheid van googlebare vraagstukken waar altijd ergens een vindbare oplossing voor beschikbaar is. De president of minister van Buitenlandse Zaken loopt echter tegen de echte werkelijkheid aan en is bij uitstek ook een ontwerper van de toekomst, dus het nog niet bestaande. Ten tweede: de eindeloze stroom feiten (laat staan nepnieuws) snijden de gebruiker los van twee hogere, onmisbare competenties: kennis en wijsheid. Sterker nog, de informatie is té toegankelijk om tot reflectie te kunnen leiden, ze vergroot niet het broodnodige historische perspectief maar verkleint het juist. ‘Manipulation of information replaces reflection as the principal policy tool’.

De remedie is even ouderwets als logisch: alleen door dikke boeken en tijdschriften te lezen, met wijze mensen te discussiëren en je niet bloot te stellen aan een verblendeld ‘which would you like’-levensmenu ontsnap je aan de internetvalkuil.

De goede lezer merkt op dat Kissinger weinig hoop heeft dat een Amerikaanse president die in deze omgeving het Witte Huis kon bereiken en de noodzakelijke kennis en inzicht totaal ontbeert – hij kon de naam Trump uiteraard niet weten – het gaat redden. ‘Je kunt in de eerste presidentiële termijn deze kwaliteiten niet aanleren én een leidende rol van de Verenigde Staten vervullen,’ schrijft hij droog, in een boek van 420 pagina’s.