Research

Articles

Griekse crisis: EU langzaam, maar razendsnel

10 May 2010 - 16:35
Europa heeft snel geopereerd in de Griekse crisis. In een paar weken zijn veel dogma's omgevallen. Dit zou de financiële markten vertrouwen moeten geven in de EU menen Adriaan Schout, Wilbur Perlot en Simone Wolters.

Besluitvorming over de Europese aanpak van de Griekse crisis is veelvuldig bekritiseerd als zijnde veel te traag. In februari van dit jaar werd de Europese Commissie al door, bijvoorbeeld, Europarlementariërs verweten te langzaam te reageren op de Griekse overheidstekorten. Guy Verhofstadt, fractievoorzitter van de liberalen, sprak van een "strategic error" en de Nederlandse Corien Wortmann-Kool (CDA) stelde dat de Europese reacties maanden te laat kwamen. Ondertussen verwijt The Economist de Europese leiders de redding van Griekenland te laten mislukken door hun "extreme incompetentie". Dit bouwt voort op langlopende verwijten dat de euro een economisch beleid ontbeert en de lidstaten hun macrobeleid afschermen.

Het gaat er hier niet om of bovenstaande commentaren waar zijn of niet. Het is evident dat 'tijd' één van grootste vijanden van de EU is om tot actie te komen. De afgelopen maanden zijn de Griekse - en dus Europese - problemen alleen maar gegroeid, zoals blijkt uit de onrust op financiële markten, oplopende rentes en besmettingsgevaren voor de eurozone en het Britse pond. Waar het wel om gaat is de vraag of de tijd goed gebruikt is.

Het antwoord ligt in wat er in de lidstaten en op EU-niveau is gebeurd. De conclusie is dan dat de EU allesbehalve stil heeft gestaan. In Griekenland is de aanpak van de crisis drastisch gewijzigd. In januari ging het nog om bezuinigingsvoorstellen van 10 miljard euro, het vermijden van Europese hulp en het voorkomen van een ingrijpen door het IMF. Inmiddels is er sprake van een bezuinigingspakket van 30 miljard euro, een regierol voor het IMF en een financieringspakket vanuit de eurogroep van 110 miljard.

Tegelijkertijd hebben de andere lidstaten hun standpunten over de aanpak van de crisis bijgesteld. Onder andere Duitsland, Nederland en Frankrijk hebben een grote ommezwaai gemaakt. Vóór de EU-top van eind maart stelde de Duitse bondskanselier Merkel nog dat zij niet verder wilde praten over hulp aan Griekenland. Ook in Nederland bestond tot kort geleden grote politieke weerstand tegen een Europese oplossing voor het Griekse probleem. In een spoeddebat op 18 maart gaf de Tweede Kamer geen toestemming om hierover verder te onderhandelen. Met het omvangrijke Europese steunpakket is Angela Merkel echter veranderd van 'Frau Nein' in 'Frau Ja' en de Tweede Kamer heeft afgelopen vrijdag ingestemd met vijf miljard steun. Frankrijk heeft op haar beurt het verzet tegen een gedeelde regierol met het IMF opgegeven.

Zulke omslagen zijn zeer fundamenteel. Sommige lidstaten moeten ongekend zware ingrepen plegen in hun begrotingen. Zo gaat de pensioenleeftijd voor de Grieken omhoog met veertien jaar (Nederland heeft al moeite met twee!) en ook Spanje en Portugal zijn bezig diep in hun uitgaven te snijden. Andere lidstaten hebben moeten accepteren dat de euro een europeanisering van hun economisch beleid vereist. De zelf zo zuinige Duitsers moeten slikken dat het in hun belang is om de zwartwerkende Grieken te helpen bovenop de ingrijpende bezuinigingen waar ze sowieso al voor staan.

Ondertussen gaan de aanpassingen nog hard door. De noordelijke lidstaten zijn hun perspectieven op volledige terugbetaling al realistischer aan het inschatten. Waar eerst de politieke boodschap was dat al het geld zou terugkomen, wordt de weg bereid voor het scenario dat schulden zullen worden afgeschreven en verliezen geïncasseerd.

Naast de verworven inzichten in de hoofdsteden dat het hier om een gezamenlijk probleem gaat, zijn er tevens structurele aanpassingen binnen de EU doorgevoerd. Eén grote stap is het feitelijk loslaten van het wettelijke verbod op een bail-out (het onderling helpen bij te grote schulden). Verder heeft ook de Europese Centrale Bank (ECB) haar functies moeten aanpassen, bijvoorbeeld door minderwaardige staatsobligaties als onderpand te accepteren en eventueel zelfs op te kopen. Helemaal baanbrekend is de creatie van het Europese stabiliseringsmechanisme van dit weekend oplopend tot 500 miljard euro. Hiermee is 'economic governance' - jarenlang afgehouden omdat lidstaten hun macro-economisch beleid niet wilden onderwerpen aan Europees toezicht - nu een vast onderwerp op de Europese agenda en is inmiddels een task force ingesteld onder leiding van de vaste voorzitter van de Europese Raad, van Rompuy. De verlammende politieke compromissen in de opzet van de euro worden zo in hoog tempo aangepakt.

Zodoende zijn de overheden, de Europese instellingen en de publieke opinie redelijk op één lijn gekomen al is er nog veel werk te verrichten. In vier maanden tijd werd het onmogelijke mogelijk en zijn er politieke, economische en institutionele heilige huisjes gesneuveld. Wat in tijden van crisis overkomt als langzaam, is uiteindelijk razendsnel. Misschien krijgen de financiële markten met dit inzicht weer vertrouwen in de EU.