EU Forum

Hoe zien lidstaten hun EU lidmaatschap?

17 Jun 2016 - 11:04
Bron: European External Action Service / Flickr.com
‘De Europese Unie is in crisis’ is een vaak gehoorde uitspraak deze dagen. Meer dan ooit lijkt de steun voor het Europese integratieproject onder druk te staan. Op 23 juni 2016 besloot het Verenigd Koninkrijk de EU te verlaten. Tegelijkertijd biedt het Europa de mogelijkheid een noodzakelijk debat te voeren over wat voor EU de burgers en de lidstaten eigenlijk willen. Is het VK uniek? Hoe zien de bevolking en de gevestigde orde in de andere lidstaten de EU en de rol van hun land in de toekomst?
 
In de mattermap zijn de verschillende zienswijzen van de lidstaten te bekijken.

Steun voor de EU in Denemarken, dat net als het Verenigd Koninkrijk een ‘merkwaardig’ lid is door verscheidene ‘opt-outs’ van de EU verdragen, is alleen maar toegenomen. Het land heeft de voorkeur voor een sober lidmaatschap in een EU die zich concentreert op het liberaliseren van de interne markt. Voor Polen houdt lidmaatschap existentiële veiligheid in, maar het land benadrukt dat de EU moet leren omgaan met diversiteit. De EU moet vooral werk maken van het uitbreiden van de vier fundamentele vrijheden binnen de interne markt. Terwijl Hongarije vaak afgeschilderd wordt als probleemmaker, neemt geen enkele politieke partij in het land het verlaten van de EU serieus. De premier, Viktor Orbán, verdedigt echter graag Centraal Europese belangen en wijst bevoogding van oudere lidstaten af.
 
Als een van de grondleggers van de EU was lidmaatschap voor Italië nooit een probleem. Het land staat open voor ideeën over een fiscale unie maar is angstig over de politieke implicaties. Ondanks pogingen van de Italiaanse regering om een meer centrale EU-rol in te nemen, staat lidmaatschap nu onder druk door zowel linkse als rechtse partijen. Portugal steunt de verdieping van de Economische en Monetaire Unie en wenst een meer socialer Europa waar economische en sociale convergentie wordt hersteld. De Spaanse overheid spreekt van een ‘Verenigde Staten van Europa.’ Toch is het land enigzins passief en is steun voor de EU in het land afgenomen. Duitsland voelt een speciale verantwoordelijkheid om Europees leiderschap te nemen, echter voelt het land zich alleen gelaten. Het richt zich op het aanpakken van de gebreken in eerdere integratiestappen en het formuleren van nieuwe regels die de EU gereed maken voor toekomstige uitdagingen. Toch behoort Frankrijk nog steeds tot één van de weinige lidstaten die bereid is te investeren in de toekomst van de EU. Het land staat traditioneel ook een 'Europe puissance' voor die de EU in staat zou moeten stellen diplomatiek en militair op te kunnen treden in de wereld.
 
Terwijl het Verenigd Koninkrijk zich bezint op het verlaten van de EU, is Servië (een EU-kandidaat) enthousiast om lid te worden. Zweden maakt zich zorgen over dezelfde sociale spanningen zoals die in het VK plaatsvonden als de EU de bescherming van het (Zweedse) sociale model niet zal garanderen. Voor Griekenland verandert de EU - eens een anker van vooruitgang- in een verstikkende belemmering. Toch zal het land waarschijnlijk een fiscale unie voorstaan. Vergaande politieke centralisering is echter niet aan de orde. Nederland zelf zal wantrouwend blijven tegenover verdere Europese integratie zolang de nodige nationale hervormingen niet worden uitgevoerd, en is tegen een politieke en fiscale unie. Nederland zet in op sterkere lidstaten in dat verband.