Research

Articles

Nieuwe verkiezingen lijken onafwendbaar

29 Jul 2010 - 10:09
Als politieke partijen hun eigen belangen blijven nastreven, kunnen de formatieonderhandelingen niet slagen.

Elke onderhandeling is te analyseren op basis van vier factoren: belang, macht, onderlinge verstandhouding en gemeenschappelijke standpunten. Het al of niet slagen van de onderhandeling is te begrijpen als resultante van deze factoren. Dat geldt ook voor de huidige formatieonderhandelingen. Het stuklopen van Paars-plus is dan ook snel te begrijpen. Ook voor het vervolg van de formatie is er weinig hoop op een succesvolle uitkomst.

Alle betrokken partijen hebben belang bij regeringsdeelname, maar niet elke partij heeft belang bij regeringsdeelname in een Paars-plus-formatie. Voor de VVD bijvoorbeeld zou dat leiden tot een enorme druk ter rechterzijde. De standpunten van de vier partijen lopen bovendien ver uiteen en de VVD ziet geen van de partijen als natuurlijke bondgenoot. De VVD hanteerde daarom waarschijnlijk een competitieve strategie tijdens de onderhandelingen en schuwde harde eisen niet.

Voor de PvdA ligt dat anders. Cohen had wel degelijk een groot belang bij het slagen van Paars-plus. Het is de enige realistische variant voor regeringsdeelname waarbij de PvdA niet geplet wordt tussen rechts en links. Gezien de grootte van de partij beschikt de PvdA over relatieve macht. Weliswaar verschillen PvdA en VVD sterk; door deelname van D66 en GroenLinks zou Cohen veel gemeenschappelijke belangen met meerdere partijen hebben gehad. Waarschijnlijk ziet Cohen de kleinere partijen ook als partners in de Tweede Kamer, zodat het hem er veel aan gelegen is om te investeren in goede relaties. In die omstandigheden moest de PvdA wel kiezen voor een collaboratieve strategie.

Voor de kleinere partners, D66 en GroenLinks, was het belang bij Paars-plus het grootst: die combinatie bood de enige kans op regeringsdeelname. Zowel D66 als GroenLinks zullen een accommoderende strategie hebben gehanteerd, wat in de praktijk betekent dat zij veel hebben moeten toegeven aan de VVD.

Op basis hiervan is het mogelijk te concluderen dat de uitkomst van de onderhandeling voor Paars-plus altijd rechtser moet zijn geweest dan op basis van de combinatie van partijen op het eerste gezicht viel te verwachten. Gezien de risico's die de VVD liep, moest het uiteindelijke regeerakkoord wel een duidelijke overwinning worden voor de VVD. De achterban zou anders het eindresultaat als een verlies uitleggen. Door de accommoderende strategie van D66 en GroenLinks zal dit voor deze twee partijen niet een groot probleem zijn geweest. Dat geldt niet voor de PvdA. Hoewel de PvdA compromisbereid was, kon de PvdA niet veel geven, zonder daar van de VVD veel voor terug te krijgen. De strategie van de PvdA werd dus competitiever, waarmee het lot van Paars-plus bezegeld was.

Als we nu naar het vervolg van de formatie kijken, dan kunnen we vaststellen dat een middenkabinet geen schijn van kans heeft. De PvdA heeft weinig belang bij deze combinatie, weinig macht, weinig interesse in de onderlinge verstandhouding en zal weinig inhoudelijke overeenkomsten zien. Wellicht schuift Cohen aan, maar de echte onderhandelingen gaat hij uit de weg.

Onderhandelen over een kabinet over rechts is dan slechts een kwestie van tijd. Het is logisch dat het CDA daar nog niet over heeft willen praten. Nog steeds heeft het CDA weinig belang bij regeren met de PVV, zowel vanuit principieel als tactisch oogpunt. De relatie met de PVV heeft totaal geen prioriteit, na alle scherpe aanvallen van Wilders op Balkenende en het gedeeltelijk vissen in dezelfde electorale vijver. Ten slotte hebben CDA en PVV inhoudelijk maar weinig met elkaar gemeen.

Dat het CDA toch wil praten, komt omdat haar relatieve macht sterk toeneemt als rechts de laatste kans is op een kabinet. Desondanks zal ook deze formatiepoging stranden. De drie betrokken partijen schatten zichzelf vermoedelijk als machtig in. Ze hebben belang bij regeringsdeelname, maar ook veel te verliezen bij deze combinatie. Ze hebben geen goede onderlinge verstandhouding en over veel onderwerpen verschillen ze van mening.

De analyse op basis van belang, macht, onderlinge verstandhouding en gemeenschappelijke standpunten gaat uit van de assumptie dat de partijen op rationele wijze hun belangen nastreven. Er zijn daarnaast ook twee irrationele afwegingen die partijen kunnen maken, waardoor een kabinet plotseling toch in zicht komt. De eerste is de morele afweging waarin de bestuurbaarheid van het land in tijden van crisis vóór eigen belangen gaat. De tweede is de wil om Wilders buiten de deur te houden. Het dwarszitten van de PVV is dan belangrijker dan de eigen wensen. Maar beide afwegingen vormen een magere basis voor een kabinet. Het meest waarschijnlijke is daarom dat de formatie eindigt in een patstelling, die alleen doorbroken kan worden door nieuwe verkiezingen.