EU Forum

Sociaal Europa: Waar hebben we het eigenlijk over?

25 Jun 2013 - 10:36

Door de eurocrisis staat het sociale Europa weer op de agenda. Maar waar gaat deze discussie over en heeft het wat te betekenen? De debatbijdragen op euforum gaan in op deze vragen vanuit verschillende invalshoeken.

De Europese sociale dimensie

Het is niet duidelijk wat nu exact onder de sociale dimensie van de Europese Unie moet worden verstaan. Het EU Verdrag verwijst naar de sociale markt economie en de Unie streeft naar een hoog niveau van sociale bescherming. Er is regelgeving ontstaan op terreinen als arbeidsomstandigheden, gelijke behandeling en werktijden. Daarbij heeft de Europese Commissie steeds de interne markt als aanvliegroute gekozen: het scheppen van gelijke voorwaarden binnen die markt. Ten aanzien van  zaken die niet onder deze noemer te vangen zijn, zoals de sociale zekerheid, inkomensnormen of zorgstelsels, is de EU minder ambitieus gebleken. Op de officiële website van de Europese Commissie wordt verwezen naar de social investment package (werkgelegenheid, pensioenen, jongeren) met als uitgangspunt dat sociale bescherming investeringen in menselijk kapitaal preserveert. De EU’s open methode van coördinatie (OMC) biedt een raamwerk voor nationale strategieën. De prioriteiten zijn:

  • armoede en sociale uitsluiting
  • gezondheidszorg
  • lange termijn zorg
  • pensioenen

De discussie over de sociale dimensie

De Eurocrisis en de introductie van het Europees semester – het Brusselse toezicht op het financiële en economische beleid van de lidstaten - hebben geleid tot een nieuwe discussie over de sociale dimensie. Wat heeft de EU tot nu toe gepresteerd om de negatieve sociale gevolgen van de eurocrisis in te dammen?  Er zijn geen harde afspraken gemaakt, vergelijkbaar met de strenge EMU regels. Er is een trend dat de aanvliegroute langzaam opschuift van (interne) marktdenken naar de sociale dimensie. Discussies hebben echter verschillende invalshoeken en lopen vaak door elkaar heen. Bij deze een overzicht:  

Problemen

  1. Impact van hervormingen op de sociale zekerheid. Er is een noodzaak voor hervormingen en ingrepen in het kader van bezuinigingen en structurele economische aanpassingen. Hieronder vallen ook voorstellen zoals versoepeling van de ontslagregels, verhoging van de pensioenleeftijd, aanpassing van zorgstelsels etc. De Europese Commissie maakt ruim gebruik van de landenspecifieke aanbevelingen (in het kader van het Europees Semester) om lidstaten aan te sturen en structurele tekorten aan te pakken. Een hoog niveau van sociale bescherming is lang niet altijd het uitgangspunt.
  1. Risico’s van sociale instabiliteit. Er komt meer politiek besef van de democratische gevolgen van de aanpak van de eurocrisis. Veel burgers zien de EU als het probleem en niet als de oplossing waardoor partijen met populistische oplossingen grote electorale winsten behalen. Er gaan stemmen op dat de sociale dimensie beter verankerd kan worden in het Verdrag. Sociale stabiliteit is hier het uitgangspunt.
  1. Competentiestrijd. Er is verzet tegen bemoeienis van Brussel met het sociale beleid van de lidstaten via het Europees Semester. De inrichting en omvang van sociale zekerheidsstelsel zijn een nationale verantwoordelijkheid en moeten volgens lidstaten zo blijven. Het model is nu dat een de Europese Commissie adviseert en de nationale regering zelf beslist over eventuele te nemen actie. 
  1. Interne markt en de sociale dimensie. Sinds de jaren ’80 is de focus van de EU om de interne markt te vervolmaken. Het sociale beleid is op de achtergrond geraakt, mede vanwege de bovenstaande competentieverdeling. De sociale dimensie van de interne markt richt zich vooral op de gelijke behandeling van werknemers. De interne markt draagt het risico van een aantasting van de sociale zekerheid op nationaal niveau via de EMU, maar de EU rekent het niet tot haar verantwoordelijkheid om dat op welke manier dan ook te corrigeren. Andersom staat de nationale staat aan de voordeur borg voor het behoud van de sociale zekerheid die via de achterdeur van de interne markt uitgehold dreigt te worden. Op het moment staat de ‘Berlijnse’ muur tussen de interne markt en de nationale sociale zekerheidsstelsels nog sterk overeind.

Potentiele oplossingen

  1. Preventie van negatieve sociale gevolgen. De aanpak van de negatieve sociale gevolgen van de bezuinigingspolitiek en de toegenomen beleidsconcurrentie tussen lidstaten. Naast meer aandacht voor het scheppen van werk, moet er ook meer aandacht zijn voor inkomensongelijkheid en armoede. Er is veel aandacht voor de onaanvaardbaar hoge (jeugd-)werkloosheid. De Europese Raad heeft besloten tot een soort jeugdwerkgarantieplan en wil dat de EU gerichter gaat investeren om banen te scheppen. Uiteenlopende aanvliegroutes kunnen dus tot nogal verschillende uitkomsten leiden met minimum en maximum varianten. Investeren in groei (en banen) heeft de hoogste prioriteit. Of de EU hier zover durft te gaan dat zij kwantitatieve doelstellingen formuleert, is een open vraag.
  1. Sociaal scorebord. De Europese Commissie wil een social scoreboard voor het Europees semester te ontwikkelen met indicatoren om sociale imbalansen te ontdekken en aan te sporen tot preventieve actie. Of deze (sanctie)procedure even hard zal zijn als die voor het begrotingsbeleid is zeer de vraag. Zal dit tot gevolg kunnen hebben dat Brussel bepaald sociaal beleid gaat aanbevelen of bepaalde bezuinigingen als asociaal gaat afwijzen?
  1. Sociale dialoog. Het ontbreken van een dialoog tussen de sociale partners gaat ten koste van draagvlak en werkt sociale onrust in de hand. De vakbeweging is erg kritisch op dit punt. Het probleem is dat sociale partners, vooral in crisislanden, buitenspel worden gezet vanwege dwingende hervormingen en dat er geen functionerend sociaal dialoog op Europees niveau gevoerd wordt. Het advies van de Vakbeweging is dat er meer moet worden ‘gepolderd’ worden en gezocht naar sociaal verantwoord bezuinigen.
  1. Sociale unie. Het meest vergaande plan (van links Europa en de vakbeweging) is de ambitie om naast de monetaire – en de politieke – ook een sociale unie te ontwikkelen met vergaande bevoegdheden en sociale transfers of EU niveau. Dat plan zal het niet halen, maar er is wel discussie over het hanteren van minimumnormen op sociaal gebied om  een zeker peil van sociale bescherming in stand te houden en – dat moet erbij gezegd worden – om sociale concurrentie –  een race to the bottom - tegen te gaan (bv. minimumloon, aanpak nadelige aspecten arbeidsmigratie).

De begrotingsnormen en aanpassingsvereisten van het Europees Semester zullen niet van tafel gaan. De vraag is hoe de sociale dimensie in het Semester gewoven moeten worden. Gesprekken komen op gang en lidstaten komen met hun visie naar buiten.

Inzet Nederlands kabinet

De Nederlandse regering heeft een behoudende opstelling in het debat over de sociale dimensie van de EMU gekozen. Zie de brief van de Minister van Sociale Zaken van 24 mei jl. De inhoud daarvan vindt men – goed samengevat – terug in de door de regering op 21 juni gepubliceerde lijst van EU zaken die zij anders wil inrichten of aanpakken:

"Nederland is van mening (zoals verder is uitgewerkt in de Kamerbrief hierover van 24 mei 2013) dat versterking van de sociale dimensie van de EMU moet aansluiten bij de bestaande afspraken en binnen de huidige (juridische, financiële) kaders moet passen. Dit betekent onder andere dat geen koers moet worden gezet in de richting van meer harmonisatie van sociale stelsels. Europa coördineert en vult het nationale beleid aan, maar de lidstaten dienen de fundamentele beginselen van hun arbeidsmarkt en sociale zekerheid (inclusief het financiële evenwicht daarvan) zelf vorm te geven. De afwegingen dienen op nationaal niveau gemaakt te worden."

Discussie gesloten? In ieder geval niet op 27 juni in het Huis van Europa waar beleidsmakers, het bedrijfsleven, wetenschappers en politici samenkomen en met elkaar in debat gaan over een ‘sociaal’ Europa.

 

Lees meer over het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de EU op Europa NU