Research

Op-ed

Uruzgan zestig jaar geleden

12 Mar 2008 - 10:28
Het Krijgsbedrijf van de vorige week overleden journalist/dichter Jan Eijkelboom moet in het rantsoen van iedere Uruzgan-ganger. Eijkelboom werkte voor Vrij Nederland, was er een tijdje adjunct-hoofdredacteur en richtte met anderen het literaire blad Tirade op. Voor zijn ervaringen op het slagveld putte hij uit vijf praktijkjaren Indië, dat hij ondanks de politionele acties - oorlog mocht het niet heten - in een onafhankelijk Indonesië zag veranderen.

Met een mengeling van berusting, ironie en scherp observatietalent schildert hij het krijgsbedrijf - alsof het om Uruzgan zestig jaar later gaat. Hij laat een colonne uit een kampong in Java optrekken naar de heuvels alsof het om de Alfacompagnie gaat die Deh Rawod verlaat. Eijkelboom laat soldaat Koos met zijn pantservoertuig op een landmijn rijden en geel worden ('dan weet je dat ze doodgaan,' zegt de begeleidende aalmoezenier geroutineerd) alsof het om soldaat Wesley of Dave in de Baluchi-vallei gaat.

Mullah Omar is geen Soekarno, de taliban geen Tentara, en Uruzgan geen Nederlandse kolonie die zich na eeuwen slavenhandel en uitbuiting bevrijdt. Maar het krijgsbedrijf lijkt zijn constanten te kennen, ook al verzinnen we nieuwe dreigingen, termen en oplossingen die het geheugenverlies maskeren.

Ferme pantservoertuigen van de landmacht bleken niet bestand tegen de simpele armeluisbermbommen in Tarin Kowt. Lange materieelprocedures werden daarom twee jaar geleden kortgesloten om als de sodemieter bermbombestendige Australische Bushmasters voor ISAF te laten aanrukken. Een veteraan uit Bronbeek had het kunnen voorspellen. Eijkelboom zag soldaat Koos zestig jaar niet meer bewegen. 'De mijn was recht onder hem ontploft. De kwetsbare niet gepantserde bodem was weliswaar met zandzakken bedekt, maar dat had niet geholpen.'

In de VS worden compleet nieuwe anti­berm­bom-taskforces opgericht, dag en nacht wordt aan nieuwe gevechtswagens gewerkt om het nachtmerriewapen te pareren. De nieuwe vijand vecht sluw en asymmetrisch, de bommen worden op afstand tot ontploffing gebracht. Nieuw?

Eijkelboom: 'Ik moest met mijn carriers bijna iedere dag een konvooi begeleiden over een weg waarin zich meestal een paar mijnen bevonden. Ook lagen er vaak vliegtuigbommen begraven die de vijand door middel van een lang touw tot ontploffing bracht. Verder waren er in de bomen soms nog granaten opgehangen aan een touw dat over een katrol liep; men liet dit touw vieren als er een voertuig onder de boom door reed. De methodes waren primitief maar doeltreffend genoeg om van zo'n konvooirit een zenuwslopende onderneming te maken.'

De taliban bezoekt 's nachts dorpen om lokale collaborateurs van ISAF te straffen. Eijkelboom verbergt zijn lokale vriendin Soemiati 'voor de zogeheten vergeldingscomités die iedere nacht rovend en moordend de stad doortrokken en die het vooral hadden voorzien op echte of vermeende collaborateurs'.

Dutchbat-soldaten van de Alfacompagnie beschermden zich half januari 's nachts tegen friendly fire van de eigen Apache-helikopters door oranje lappen over de muren van de quala's te hangen. Eijkelboom: 'In allerijl werden gele lappen gedistribueerd die op de neuzen van de voertuigen moesten worden bevestigd, opdat aanvallende jagers niet de verkeerde doelen zouden bestoken.' Misschien werkte het geel toen beter dan het oranje nu.

Soldaten in Uruzgan voelen zich onbegrepen: Haagse politici maken zich druk over de vraag of hun uitzending een vecht- of een opbouwmissie genoemd moet worden. Oorlog is taboe. In 2008 gaat het om de hearts and minds. In 1948 was het niet anders. 'Gij rukt niet op om aan dit land den oorlog te brengen, maar om het de vrede te geven', zegt het pamflet dat voor een operatie wordt uitgedeeld. Gedraagt u netjes 'in de dessa's en huizen van de bevolking, waar Uw militaire taak U brengt, als de brenger van recht en veiligheid... een gewone beleefdheid ook tegenover den eenvoudigsten Javaanschen boer, treft verder doelen dan een kogel.' De Nederlandse kapitein die in een hinderlaag is gereden, is in die visie slachtoffer 'van een gemene streek'. Maar een oude KNIL-officier relativeert: 'Heren, heren, wat willen jullie nou? Dit is oorlog.'

Eijkelbooms inktvlek was lieflijk, ledig en woest. Er kwam nooit tegenvuur (lijkt wel operatie-Patan Ghar, sinds twee weken rond Deh Rawod, waarbij de vijand ook zomaar lijkt opgelost). Maar de soldaten voelen opluchting als ze uit de woestheid weer door de vlakte terug naar Kamp Holland rijden. Soldaat E. had 'zelfs een klein heimwee gevoeld naar het vlakke van zijn vaderland'. Zestig jaar geleden gebeurd.