Research

Strategic Foresight

Op-ed

Voor chaos in China is Japan terecht bang

12 Feb 2014 - 16:28
Bron: photozhou.jp

De Volkskrant - van onze verslaggever. Cor Speksnijder

In Azië is het nationalisme in opkomst. Het leidt steeds vaker tot irritaties: als het ene land van zijn verleden de glorie viert, is het andere land beledigd. Zo bakkeleit Japan met China en is Singapore woest op Indonesië. Moeten we vrezen dat het niet bij boze woorden blijft? .

Nu zijn Liberale Democratische Partij na een onderbreking van enkele jaren weer aan de macht is, laat de Japanse premier Shinzo Abe zich opnieuw kennen als een assertieve nationalist.

Hij stuurt aan op wijziging van de pacifistische grondwet die na de Japanse capitulatie in 1945 door de Amerikanen werd gedicteerd. Hij bezocht de Yasukunitempel, waar ook oorlogsmisdadigers worden herdacht. Zijn regering wil dat Japans territoriale aanspraken expliciet worden genoemd in schoolboeken. En dat te midden van oplopende spanning in de regio over grenzen en invloedssferen.

Vertegenwoordigt Abe een gevaarlijk soort nationalisme of wil hij alleen dat Japan, nog steeds achtervolgd door zijn oorlogsverleden, eindelijk als een normaal land wordt beschouwd? Maaike Okano-Heijmans, senior onderzoeker bij instituut Clingendael, vindt het een grensgeval.

'Zijn nationalisme is gematigd', zegt ze. 'Het zit diep in hem, maar hij heeft het onder controle, anders dan tijdens zijn eerste premierschap in 2006-2007. Abe heeft nationalistische, maar ook gematigde adviseurs om zich heen verzameld. Niet zijn nationalistische agenda, maar versterking van de economie verhief hij tot prioriteit.

'Daarom was ik verbaasd toen hij al in december naar Yasukuni ging. Ik dacht dat hij zich wel gedeisd zou houden in aanloop naar de voorgenomen belastingverhoging in april, waarbij hij het vertrouwen van de bevolking en beleidsmakers hard nodig heeft. Misschien dacht hij: de relatie met China en Zuid-Korea kan niet veel slechter worden en ik heb succes met mijn Abenomics (Abes economisch stimuleringsprogramma, red.); nu kan het.'

Waar komt het nationalisme van Abe vandaan?

Okano-Heijmans: 'Het is persoonlijke gedrevenheid. Als je naar de Yasukunitempel gaat terwijl de spanning in de regio is opgelopen en er zoveel op het spel staat, moet het wel heel diep zitten. In zijn eerste regeerperiode zou hij er al naartoe gaan. Dat is er niet van gekomen, mede omdat hij om gezondheidsredenen moest aftreden.

'Ook zijn grootvader Nobusuke Kishi was fervent nationalist. Die wilde het naoorlogse systeem veranderen en vond dat Japan zich onafhankelijker moest opstellen tegenover de VS. We zijn nu ruim vijftig jaar verder en er is wat dit betreft nog niet veel veranderd.'

(Kishi was tijdens de oorlog minister en werd na de capitulatie door de Amerikanen opgepakt als oorlogsmisdadiger. Tot berechting kwam het niet en Kishi werd later premier, red.).

Is Abes eerbetoon bij Yasukuni bedoeld als signaal voor China dat Japan zich niet al te veel aantrekt van wat Peking zegt?

'Dat speelt mee. Maar hij deed het vooral ook voor zijn achterban. Veel Japanners vinden de gevoeligheid van China hypocriet. Waarom werden de Chinezen pas boos na 1985, terwijl voor die tijd ook al premiers naar Yasukuni waren gegaan? Wij hebben herhaaldelijk en bij diverse gelegenheden verontschuldigingen aangeboden voor het oorlogsleed. Waarom wordt in Peking gedaan alsof dat nooit is gebeurd? De veertien oorlogsmisdadigers maken slechts een klein deel uit van de talloze oorlogsslachtoffers die met het Yasukuni-monument worden herdacht.'

Welk deel van de Japanse bevolking steunt de nationalistische ideeën van Abe?

'Daar durf ik geen harde uitspraken over te doen. Zo'n 35 procent van de bevolking steunt aanpassing van de grondwet. Mensen die ik spreek, begrijpen zijn opvattingen wel, maar steunen zijn optreden veelal niet. Peilingen laten zien dat ongeveer de helft van de bevolking Abes bezoek aan Yasukuni steunt. Al zegt een ruime meerderheid ook dat de invloed hiervan op de diplomatieke betrekkingen een overweging moet zijn. Dat valt natuurlijk moeilijk met elkaar te rijmen.'

Niet alleen China en Zuid-Korea, ook de EU en de belangrijkste bondgenoot Amerika reageerden negatief op het bezoek aan Yasukuni. Had Abe dat ingecalculeerd?

'De felle reactie van de Amerikanen verwachtte hij niet. Abe wist dat ze er niet blij van zouden worden, maar hij dacht kennelijk dat ze hem dat wel zouden vergeven. Hij was lekker op weg met Abenomics, de samenwerking tussen de Amerikanen en de Japanse krijgsmacht was verbeterd. Ik denk dat hij heeft ingeschat: het kan wat lijden. Maar de Amerikanen hebben genoeg op hun bord in Azië; dit willen ze er niet bij hebben.

'Van de reactie van de Europese Unie zal hij niet wakker hebben gelegen. Van Europa heeft hij niet veel te verwachten. Dat Peking en Seoul kwaad zouden zijn wist hij van tevoren.'

Hoe groot is de Japanse angst voor China?

'Japanners maken zich zorgen. En terecht, zou ik zeggen. Niet zozeer omdat China Japan is voorbijgestreefd als tweede economische macht. Dat hebben ze al verwerkt. Er is angst voor het inklappen van het systeem in China. Daar is het economische wonder zo'n beetje uitgewerkt en Japanners gaan ervan uit dat het een keer fout gaat.

'Ze vragen zich af of de Communistische Partij haar macht behoudt als het economisch slechter gaat. Krijgen de strijdkrachten dan meer te zeggen? Wat gebeurt er dan met de nationalisten in dat land? Zullen regionale conflicten eerder uit de hand lopen?

'Japan is er niet bij gebaat als het slecht gaat met de Chinese economie - er is onderlinge handel, er zijn investeringen in China. De situatie in China doet denken aan de economische zeepbel in Japan die in de jaren negentig uiteenspatte. '

Hoe groot acht u de kans op een gewapend treffen tussen Japan en China?

'Er is een reële kans dat een incident escaleert. Maar ik vind het moeilijk in te schatten hoe groot die kans is. De landen zijn economisch zodanig verbonden dat ze geen belang hebben bij een gewapend conflict. Er is geïnvesteerd in het verbeteren van de communicatiekanalen. Op het hoogste niveau zijn er geen ontmoetingen, maar beleidsmakers en tussenpersonen hebben wel degelijk contact. Achter de schermen zijn de tegenstellingen niet zo scherp als ze lijken.'

Dit interview verscheen op 12 februari 2014 in De Volkskrant.