Research

Trade and Globalisation

Op-ed

Waarom de Bondsdag met de genocide-resolutie vooruitgang boekte

08 Jun 2016 - 18:05
Bron: Bas van der Schot/Vrij Nederland

Alle landen worstelen met de Armeense genocide. Maar de stemming in de Bondsdag ontkracht de gangbare logica dat democratie het voeren van een standvastig buitenlands beleid hopeloos in de weg zit.

Er zijn ongeveer dertig landen in de wereld die de massaslachting van de Armeniërs in 1915 met het woord ‘genocide’ aanduiden. Dat is een woord waarmee je de toorn van de Turkse president Erdogan en veel van zijn landgenoten over je afroept. Het standpunt van de Turkse regering is immers dat de anderhalf miljoen doden ‘slechts’ oorlogsslachtoffers waren en er geen intentie was om volkerenmoord te plegen. Afgezien daarvan vindt Ankara de term genocide niet van toepassing omdat die in 1915 nog niet bestond. Dat vonden de krijgsraden van het Ottomaanse Rijk tussen 1919 en 1921 overigens niet, maar na de implosie van dat rijk werd vanaf Atatürk de ontkenning verheven tot officieel beleid.

Hierboven staat ‘ongeveer dertig’, want regeringen zeggen soms zelf liever niet officiële dingen die in hun parlementen wel plechtig maar officieus worden gezegd, en draaien om allerlei redenen een beetje om de hete brij heen. Obama was vóór zijn presidentschap niet te beroerd om van genocide te spreken, maar in het Witte Huis is hij veel voorzichtiger en vermijdt hij de term. Amerikaanse deelstaten hebben weer veel minder moeite met het g-woord. Er zijn ook landen die juist verder gaan dan het erkennen van de genocide alleen en de ontkenners in principe strafrechtelijk vervolgen. In Cyprus en Griekenland kun je voor jaren de bak ingaan of een boete van 30.000 euro krijgen, en Zwitserland, Italië en Slowakije stellen de ontkenningen ook strafbaar. Op 2 juni nam de Duitse Bondsdag met grote meerderheid een genocide-resolutie aan. Maar Angela Merkel bleef nogal opzichtig weg bij de stemming, naar algemeen wordt aangenomen omdat ze de relatie met Erdogan niet slechter wil maken dan hij al is.

Ook Nederland loopt op eieren. Volgens vicepremier Lodewijk Asscher is het niet aan het Nederlandse kabinet om aan de slachting een juridische kwalificatie te geven. Of het genocide was of niet, dat moet een rechter beoordelen. ‘Daar gaan wij niet over.’ Anders dan de Provinciale Staten van Overijssel (juli 2014) houdt de regering het op ‘de kwestie van de Armeense genocide’ in plaats van ‘de Armeense genocide’, een trouvaille die even laf als slim is, en die in elk geval de deur voor een dialoog beoogt open te houden. Je kunt je afvragen of we die kier ook benutten, en of het volgens de huidige Turkse regering zelfs wel is geoorloofd de Armeense ‘kwestie’ in de mond te nemen.

De kwestie over de kwestie is dus een hoogst gepolitiseerde kwestie, mag je wel zeggen, en heeft in de wereldpolitieke praktijk weinig meer met de historische of juridische zuiverheid te maken. Wat dat betreft verdient de Bondsdag wel een compliment door er niet omheen te draaien. Van angst voor de woede van Erdogan, van wie Europa afhankelijk is omdat hij de vluchtelingendeal kan verscheuren, was in elk geval geen sprake. Tevoren had Erdogan gedreigd dat diplomatieke, economische, politieke en militaire betrekkingen, ook de NAVO-banden, ‘ernstig zouden worden geschaad’ als de resolutie zou worden aangenomen.

Maar ook dat dreigement blijkt maar weer betrekkelijk. In de gelijktijdige onderhandelingen tussen de EU en Turkije over de vluchtelingendeal werd tijdens de stemming in de Bondsdag juist vooruitgang geboekt. Te vroeg om te juichen misschien, maar de Turken krijgen naar verluidt toch hun snelle visumvrije toegang tot Europa, in ruil voor een EU-eis dat hun antiterreurwetgeving enigszins wordt versoepeld. Dat is hoe dan ook tegen de logica van de openlijke dreigdiplomatie, die na de stemming in de Bondsdag een vluchtelingenfiasco zou dicteren. En ook tegen de gangbare logica dat een zwakke democratie het voeren van een standvastig buitenlands beleid eigenlijk hopeloos in de weg zit, al heb je daar Overijssel niet voor nodig.