Research

Security and Defence

Articles

Duitsland streeft naar grotere militaire rol

16 Nov 2016 - 11:51
Bron: Dirk Vorderstraße / Flickr

Het traditioneel bescheiden Duitse defensiebeleid gaat assertiever en ambitieuzer worden. Althans dat zijn de intenties van de Duitse regering. Het bijna 150 pagina's tellende Duitse defensiewitboek dat op 13 juli jl. verscheen, pleit voor een toenemende deelname van Duitland aan de Europese en trans-Atlantische defensie. 

De belangrijkste punten van het wiboek zijn solidariteit en cohesie tegen gemeenschappelijke dreigingen en uitdagingen, een meer geïntegreerde Europese defensie en een versterkte Europese pijler ten dienste van NAVO's collectieve verdediging. 

Het witboek bouwt voort op speeches van de Duitse Bondspresident en ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, gehouden tijdens een internationale veiligheidsconferentie in München in februari 2014. Bondspresident Gauck verweet toen zijn landgenoten zich al te gemakzuchtig te verschuilen achter de historische schuld van Duitsland. Hij spoorde Duitsland aan meer te doen voor de veiligheid waarvan het tientallen jaren dankzij anderen kon genieten. Minister van Defensie Von der Leyen (CDU) en haar collega van Buitenlandse Zaken Steinmeier (SPD) betoogden toen ook, dat Duitsland meer verantwoordelijk zou moeten nemen voor de internationale veiligheid.

Later merkte bondskanselier Angela Merkel hierover op: ''Ons economisch en politieke gewicht verplicht ons daartoe''. Dat is andere taal dan tijdens de Libië-crisis in 2011, toen het Duits defensiebeleid een dieptepunt beleefde. Toen weigerde Duitsland namelijk deel te nemen aan de militaire Libië-operatie, waar zowel de Verenigde Staten als onder meer Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk aan bijdroegen. 

Wat zijn de andere hoofdpunten van het witboek? De Duitse veiligheidsbelangen die het witboek noemt zijn weinig verrassend te noemen: bescherming van de Duitse burgers en de soevereiniteit en territoriale integriteit van Duitsland; eenzelfde bescherming van Duitse bondgenoten; handhavinf van een internationale orde gebaseerd op internationaal recht; het verzekeren van de welvaart van Duitse burgers door een sterke economie en ongehinderde wereldvrijhandel; bevordering van het verantwoord gebruik van beperkte grondstoffen in de wereld; consolideren van de Europese integratie; en consolideren van het trans-Atlantische partnerschap.

Het witboek merkt op dat alleen door samen te werken met anderen Duitsland zijn eigen grondgebied en zijn open maatschappij kan beschermen. Het voegt er wel aan toe dat dit bij het nastreven van Duitse belangen altijd betekent dat met de belangen van bondgenoten en die van andere bevriende naties rekening wordt gehouden.

Opmerkelijk is dat Duitsland de Bundeswehr wil open stellen voor burgers van andere EU-landen. Het voorstel om buitenlanders met een EU-paspoort op te nemen in het leger, stuit echter op weerstand bij de bevolking. Sinds de oprichting van de Bundeswehr 61 jaar geleden mogen enkel Duitsers het Duitse leger in. Waarschijnlijk wordt door het tekort aan militairen (sinds vijf jaar geleden de dienstplicht werd opgeschort) met dit principe gebroken. In het witboek wordt het voorstel echter vrij idealistisch als een 'sterk signaal voor een Europees perspectief' genoemd. Niet voor niets staat ook in het witboek dat de Duitse identiteit onverbrekelijk verbonden is met de Europese identiteit. 

Europese Unie

Niet verrassend besteedt het witboek dan ook veel aandacht aan de Europese Unie. Duitsland streeft ernaar deel te zijn van een Europese Unie van Veiligheid en Defensie. Deze Unie dient volgens het witboek 1. alle mogelijkheden te gebruiken die in het Verdrag van Lissabon staan, te beginnen met permanente structurele samenwerking; 2. op de middellange termijn een permanent civiel-militaire operaties-hoofdkwartier te vestigen; en 3. herstructurering en consolidatie van de Europese defensie-industrie te bevorderen, ondanks dat het ook de noodzaak onderstreept zekere sleuteltechnologieën te behouden. Maar de Duitse Minister van Defensie, Ursula von der Leyren, heeft eerder verklaard een Europese Defensie Unie zelf niet meer te beleven, maar misschien haar kinderen. In het witboek wordt het dan ook een 'Fernziel' genoemd. 

Het witboek besteedt ook aandacht aan de interne uitdagingen binnen de Europese Unie. Zo leggen sommige lidstaten een toenemende nadruk op hun nationale belangen, te koste van de interne cohesie en solidariteit tussen lidstaten. Als meest onmiddelijke dreiging noemt het witboek het transnationaal terrorisme dat de vrije, open en tolerante maatschappij zowel als vijand als doel beschouwt. 

Nieuw in het witboek is de mogelijkheid militairen voor binnenlandse taken in te zetten, zoals natuurrampen, terrorismebestrijding etc. In andere landen is dit al jarenlang een vanzelfsprekende zaak. Zo is dit in Nederland al meerdere jaren de derde hoofdtaak van defensie. 

NAVO

Het trans-Atlantisch bondgenootschap acht het witboek van vitaal belang voor Eur-pa's veiligheid. ''Het ais alleen samen met de Verenigde Staten dat de EU zich effectief kan verdedigen tegen de dreigingen van de 21ste eeuw en een geloofwaardige afschrikking kan garanderen''. Het witboek bepleit een progressieve integratie van Europese strijdkrachten en versterking van NAVO's Europese pijler en een coherente interactie tussen de NAVO en de EU. 

Samenwerking

Het witboek bepleit uitvoerig multinationale ontwikkeling door samenwerking op basis van uniforme specificaties en normen teneinde de kosten van ontwikkeling, verwerving en onderhoud te reduceren. Zoveel mogelijk zou een staat alleen de verantwoordelijkheid moeten nemen voor ontwikkeling van militaire systemen ingevolge het door Duitsland voorgestelde Framework Nations Concept. Ingevolge dit concept leveren een of meer grote landen bovendien een eenheid of hoofdkwartier als framework en leveren kleine landen een bijdrage die hierin past. Een recent voorbeeld is het door Duitsland voorgestelde Framework Nations Concept. In het kader hiervan is dit jaar de Nederlandse 43e Gemechaniseerde Brigade geïntegreerd in de Duitse 1e Pantserdivisie. Duitsland stelt dat het ook voorbereid is deel te nemen aan projecten die door andere landen geleid worden. het lijkt ook geneigd te zijn het beginsel van 'fair return' op te geven, door het standpunt in te nemen dat productie plaats kan vinden waar de beste technologische en industriële vaardigheden gevonden worden. het witboek vindt dat samenwerking niet alleen ontwikkeling en verwerving moet betreffen, maar ook onderhoud en operationele ondersteuning. Duitsland hoopt vooral met Frankrijk door middel van de EU de militaire samenwerking weer te stimuleren. 

Het witboek onderstreept ook de mondiale benadering; de veerkracht van staten en maatschappijen; het belang van de OVSE; en de rol van de Verenigde Naties. Duitsland streeft er naar meer aan missies bij te dragen (VN, politie, civiel en militair) en doet de aanbeveling dat de Bundeswehr zich inspant zich aan te passen aan alle behoeften die in het witboek beschreven zijn. Zo’n aanpassing moet beginnen met een inspanning in termen van budget en uitrusting, teneinde zoveel als mogelijk dichter bij de NAVO doeleinden te komen; bijvoorbeeld 2 % van het BNP te spenderen aan defensie en 20 % van de defensie uitgaven te besteden aan investeringen (onderzoek en uitrusting). Ongetwijfeld zal zowel aan de NAVO als de EU een grotere Duitse militaire bijdrage ten goede komen.

Cultuur

Hoewel Duitsland in het witboek minder terughoudend is ten aanzien van de inzet van de krijgsmacht, gaat het voorlopig echter wel om voornemens. De afgelopen decennia hebben de bondgenoten van Duitsland vaak geklaagd, dat de Duitsers op militair terrein te weinig verantwoordelijkheid nemen. Als ze bovendien wel meedoen, zoals in Afghanistan, laten ze het zware werk en het geweld het liefst over aan andere landen. De huidige Duitse opstelling is nog voor een belangrijk deel bepaald door de geschiedenis van twee wereldoorlogen en de pacifistische instelling van een groot deel van de bevolking. Dit pacifisme kent twee varianten. De eerste stelt dat militaire middelen niet nuttig zijn geweest in het verleden en dat civiele instrumenten en preventie effectiever zijn. De andere is gekenmerkt door een ‘not my business'-benadering, die het debat over verantwoordelijkheid nemen en de vele manieren om die uit te oefenen, uit de weg gaat.
 
Ook is sprake van een onvoldoende ontwikkelde Duitse defensie-identiteit. Het huidige Duitsland heeft een veel minder sterke militaire cultuur dan Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Er bestaat weinig belangstelling voor defensie in de politiek en maatschappij. Zo ontstond na Afghanistan een nieuwe houding van stilte en onverschilligheid onder de bevolking. Duitsers wilden niet weten wat er in dat land gebeurde. Bovendien neigden ze er ook naar de soldaten, die ze daar naar toe hadden gezonden, te negeren. Vele Duitsers beschouwen de krijgsmacht als een ongewoon instrument en zeker geen ‘goed’ of ‘normaal’ deel van de gereedschapskist van de regering. Dit schijnt een erfenis te zijn van de Koude Oorlog, toen het bestaan van de Bundeswehr werd gelegitimeerd door de dreiging vanuit het Oosten.

Financiën

Financieel zit Duitsland ver beneden het NAVO streven van 2% van het BNP (minder dan 1,2%) aan defensie te besteden. Niettemin zal Berlijn het defensiebudget tegen 2020 verhogen van € 34,3 miljard naar € 39,2 miljard. Ook bestaan er plannen tegen 2030 zo’n € 130 miljard te investeren in defensie-infrastructuur, materieel en uitrusting. Hiermee komt een eind aan de voortdurende bezuinigingen. Tevens zullen 7.000 extra militairen geworven worden. Duitsland blijkt te beseffen dat voor een actievere militaire rol eerst een modernisering van de krijgsmacht noodzakelijk is. Van belang is dat een politieke meerderheid een verhoging van het defensiebudget steunt. Maar het defensie budget wordt uiteindelijk bepaald door wat economisch haalbaar is en politiek aan de burgers verkocht kan worden. Economische en sociale stabiliteit zijn net zo belangrijk voor veiligheid als defensie.

Materieel

Maar zelfs met een groter defensiebudget blijft Duitsland vooralsnog adequate militaire capaciteiten missen. Dat geldt ook voor de minder dan 50 % gereedheid van de Bundeswehr. Een belangrijke oorzaak hiervan is het gebrekkige management van het aankoopbeleid en de halve maatregelen om de efficiency te vergroten. De Federale Rekenkamer klaagt hier al jarenlang over. De grondoorzaken van de huidige situatie gaan zo’n 15 tot 20 jaar terug. Aanbevolen wordt om de kosten van aankoop te reduceren door goederen en diensten tezamen met EU- en NAVO-partners aan te schaffen. De huidige verontrustende situatie op materieelgebied blijkt uit de volgende voorbeelden. De Duitse defensieombudsman schreef in januari jl., dat slechts 38 van de 114 Eurofighters operationeel waren. Een groot deel stond aan de grond vanwege een gebrek aan reservedelen. Een ander voorbeeld is het Pantsergrenadierbataljon 371. Deze eenheid moest 14.371 uitrustingsstukken van 56 andere eenheden lenen. En nog had het een gebrek aan uitrusting. Kortom, de Bundeswehr heeft nog een hele inhaalslag op materieelgebied te maken. Daarnaast is er het arsenaal van de Leopard 2 gevechtstanks. Hierin is onverantwoordelijk veel gesneden. De Bundeswehr ging namelijk terug van 2.125 naar 225 Leopard 2 tanks.

Rusland

Vele NAVO-lidstaten maken zich op defensiegebied zorgen over het Russische assertieve beleid van de laatste jaren. Zij eisen een harde opstelling tegenover Rusland. Dit verklaart de op de recente NAVO-top in Warschau goedgekeurde oostwaartse verplaatsing van troepen. Het witboek merkt op: “Rusland wendt zich van het partnerschap met het Westen af, en legt de nadruk op strategische rivaliteit”. In Berlijn zijn er echter belangrijke stemmen die tegenovergestelde geluiden laten horen. In de regeringscoalitie staan CDU en SPD ten aanzien van Rusland vrijwel tegenover elkaar. Zo is de SPD voor toenadering tot Rusland en voor een geleidelijke versoepeling van sancties. Bondskanselier Angela Merkel laat de discussie vooral aan haar partijgenoten over. Dit i.v.m. de verkiezingen van volgend jaar.
 
De toenadering tot Rusland wordt ook gedeeltelijk bepleit door de Duitse zakenwereld, die belangen heeft in het land. Duitsland dringt ook aan op een tweede gaspijplijn onder de Oostzee. Deze zal de Centraal-Europese landen echter beroven van miljarden aan doorvoerfaciliteiten. Minder bekend is dat ongeveer 81% van de Duitsers ook voor nauwere banden met Rusland zijn. Dit volgens een in april gehouden enquête van de Körbe Stichting. Met uitzondering van defensie is niettemin het Duitse leiderschap in Europa onbetwist. Duitslands sterkte berust op zijn grote economie en consensus over belangrijke nationale belangen en op de vaardigheden en ervaring van haar kanselier. Duitse sterkte berust ook op de relatieve zwakte van de Europese nabuurlanden, waaronder Frankrijk. Bovendien versterkt de Britse aankondiging de Europese Unie te verlaten ook nog eens de Berlijnse rol in Europa.
 
Of men het hier mee eens is of niet, Berlijn speelt dan ook de belangrijkste rol bij het oplossen van de problemen rond de eurozone en de vluchtelingencrisis en heeft de diplomatieke inspanningen bij de Oekraïnecrises geleid. Het land heeft eveneens deelgenomen aan de onderhandelingen over het Iraanse nucleaire programma. Niettemin blijft Duitslands houding ten aanzien van het gebruik van geweld de lakmoesproef voor de volwassenheid van zijn buitenlandse politiek. In de praktijk zal moeten blijken of, en hoe, regering,
parlement en krijgsmacht invulling gaan geven aan de goede voornemens van het witboek.
 
Op militair gebied verklaart Duitsland zich bereid om een leidende rol te spelen, maar alleen in samenspraak en in samenwerking met zijn Europese en trans-Atlantische partners. Het is onwaarschijnlijk dat het land zelf militaire operaties zal initiëren. Bovendien blijven er aanzienlijke binnenlandse ‘restricties’. Zo heeft de Bondsdag formeel instemmingsrecht voor inzet van de Bundeswehr. Bovendien bleek In een Pew-opinieonderzoek in maart jl. dat liefst 58% van de Duitsers het gebruik van geweld om NAVO-bondgenoten te verdedigen niet steunt. Dit is waarschijnlijk een van de redenen waarom Angela Merkel tot dusverre weinig heeft gezegd over de defensieambities van Duitsland. Dit met het oog op de verkiezingen volgend jaar!

Brexit

Niet onvermeld mag blijven het toekomstige vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Brexit heeft dit najaar Duitsland en Frankrijk op defensiegebied nader tot elkaar gebracht. De Britse terughoudendheid ten aanzien van een Europees   defensiebeleid gaat immers tot het verleden behoren. Duitsland en Frankrijk hebben gezamenlijke voorstellen ingediend voor nauwere defensiesamenwerking in de Europese Unie. Het betreft hier onder meer een civiel-militair hoofdkwartier, permanente structurele samenwerking en een versterking van het Eurocorps. Op de Europese Raad in december a.s. zal een politieke beslissing over de voorstellen worden genomen. Gezien de voorlopige reacties is het niet waarschijnlijk dat alle voorstellen het zullen halen.
 
Wel heeft Duitsland recentelijk aangekondigd dat het defensiebudget 2017 gaat stijgen met 8,6% naar 36,6 miljard euro. Het voornemen is die stijging  komende jaren door te zetten zodat in 2020 het budget met 10 miljard is gestegen t.o.v. 2016. Dat budget is hoger dan waarin het witboek voorzag.