Research

Security and Defence

Op-ed

Einde van de Kunduzmissie verhoogt risico's in Afghanistan

18 Mar 2013 - 13:14

Juist nu de Afghaanse presidentsverkiezingen van 2014 voor veel onzekerheid en mogelijke onveiligheid gaan zorgen, houdt Nederland ermee op.

Het aangekondigde vertrek van de Duitsers uit Kunduz kwam voor de Haagse politiek als geschenk uit de hemel. Meteen kon de Nederlandse trainingsmissie stoppen. Het bevestigt dat de Kunduzmissie toch vooral een compromis was; vooral bedoeld om bondgenoten tevreden te houden na het vertrek uit Uruzgan in 2010.

Er waren genoeg opties om de huidige missie tot medio 2014 gaande te houden, maar die werden niet serieus onderzocht. In plaats daarvan is de regering het vertrek gaan verantwoorden met de dubieuze leus dat 'er niets meer te trainen valt in Afghanistan'. De positieve geluiden die eind vorig jaar nog klonken van zowel VVD en PvdA over het vinden van oplossingen en het niet vervroegd beëindigen van de missie in Kunduz, verdwenen als sneeuw voor de zon.

Te midden van alle lof over de capaciteiten van de al getrainde Afghaanse veiligheidstroepen, is er bijvoorbeeld nooit onderzocht of de Afghanen zelf voor de bescherming van Nederlandse politietrainers hadden kunnen zorgen. Een relatief klein deel van de ervaren Afghaanse veiligheidstroepen had de komende maanden speciaal voorbereid kunnen worden op het beschermen van de trainingsactiviteiten. Dat zou bovendien vertrouwen getoond hebben in de resultaten van de training van de afgelopen jaren en de Afghaanse regering een belangrijke taak bezorgd hebben die aansluit bij de huidige fase van de veiligheidstransitie.

Het prevaleren van binnenlands politieke belangen getuigt ook van een kortetermijngeheugen op het Binnenhof. Jarenlang hebben politici geroepen dat de toekomst van Afghanistan belangrijk was. Er moest met man en macht voorkomen worden dat het land weer af zou glijden naar het talibantijdperk van voor 2001, of weer verzand zou raken in de burgeroorlog die aanleiding gaf tot de opkomst van de Taliban. De Uruzganmissie paste bij de wens om Afghanistan deze keer niet in de steek te laten. Juist nu het einde van de veiligheidstransitie in zicht is en de presidentiële verkiezingen volgend jaar voor veel onzekerheid en mogelijke onveiligheid gaan zorgen, houdt de Nederlandse regering ermee op.

De politieke omwenteling volgend jaar kan de wankele machtsbalans volledig doen verschuiven. Het samenkomen van de onvoorspelbare uitslag van de presidentiële verkiezingen en de onzekerheid rondom het terugtrekken van vrijwel alle buitenlandse militaire troepen is een explosieve mix. En die combinatie vindt plaats in een politiek klimaat waarin vredesbesprekingen met de Taliban voorlopig niets hebben opgeleverd. Daarom was het noodzakelijk om in ieder geval zoals beloofd tot medio 2014 door te gaan met het trainen en begeleiden van de Afghaanse politie. Die politieke context ontbrak echter gemakshalve in premier Rutte's verantwoording van het vertrek uit Kunduz.

De beste graadmeter voor de situatie in Afghanistan is niet op het Binnenhof te vinden, maar is de Afghaanse bevolking zelf. De meeste Afghanen die ik spreek zijn niet optimistisch over volgend jaar. Neem bijvoorbeeld de etnische minderheid van Tadzjieken, van wie een groot deel denkt dat de machtbalans in hun nadeel kan uitslaan bij het vertrek van de buitenlandse troepen. Mijn Tadzjiekse collega's worstelen met prangende vragen over volgend jaar die wel echt over Afghanistan zelf gaan. Kan de nieuwe Afghaanse president het land met minder buitenlandse steun bij elkaar houden? Hoe kunnen de Taliban (de voormalige aartsvijand) een rol krijgen in het politieke landschap van Afghanistan zonder dat dit meteen de verworvenheden van de afgelopen jaren ongedaan maakt? En wat blijft er in het algemeen over van dertien jaar internationale steun als er een burgeroorlog uitbreekt?

Die onzekerheid is in ieder geval voor de Amerikaanse regering genoeg reden om met Kaboel over een strategisch partnerschap te onderhandelen voor na 2014. Daarbinnen blijven wellicht achtduizend Amerikaanse soldaten actief in Afghanistan. Washington wil op die manier doorgaan met het ondersteunen van de trainingsactiviteiten, maar het land ook als basis gebruiken voor regionale antiterroristische operaties. Dat laatste is wellicht niet volgens de Nederlandse aanpak, maar de Verenigde Staten zorgen er zo in elk geval voor dat er wat trainingscapaciteit in Afghanistan achterblijft. Nederland kijkt toe vanaf de zijlijn.