EU Forum

Frans-Duitse impasse eurodebat behoeft Nederlands initiatief

07 Oct 2013 - 15:44
Bron: Eoghan Olionnain

In diens NRC-publicatie ‘Een euroregering tenzij Nederland ingrijpt’ van 5 september jl. stelt Adriaan Schout (Clingendael) dat de Nederlandse regering nu met scenario’s zou moeten komen voor het vervolg op de euro en daarover open debatteren. Schout zijn onderbouwing is, dat de huidige ontwikkeling leidt tot een euro(zone) die wij Nederlanders helemaal niet willen. Maar er valt meer voor te zeggen dat Nederland  de discussie over de Euro open moet breken, zeker als  je ziet dat de belangrijkste eurolanden Duitsland en Frankrijk dit niet zullen doen.

Aankomend jaar is het 100 jaar geleden dat Europa drie decennia inging waarin het werd geteisterd door twee verwoestende oorlogen. Bij de afloop van de eerste oorlog werd het ‘verliezende’ Duitsland in het Verdrag van Versailles veroordeeld tot onrealistisch zware herstelbetalingen aan met name  Frankrijk. Dit was de voedingsbodem voor de hyperinflatie in de Weimar Republiek, de opmars van Hitler en dus de Tweede Wereldoorlog. Bij de afloop daarvan werd het wederom ‘verliezende’ Duitsland onder Sovjet-druk gesplitst in Oost en West. Door schade en schande wijs geworden werden de West-Duitsers toen uiteindelijk niet nog eens veroordeeld tot onrealistische herstelbetalingen maar tot constructieve verplichtingen. De Amerikanen zagen immers goed in dat West-Duitsland als geen ander het voortouw zou moeten nemen bij de wederopbouw van West-Europa. De enorme economische kracht en degelijkheid die Duitsland met haar oorlogsindustrie had getoond moest omgezet worden tot een vredelievende producenten en consumenten industrie en de basis vormen voor Europees herstel, zoveel mogelijk op eigen kracht. Met de stimulans van het naoorlogse West-Duitse ‘wirtschaftswunder’ geschiedde dat ook. Om te bewerkstelligen dat de naoorlogse Europese economische wederopbouw vredelievend zou blijven, werd al snel de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal - EGKS opgericht (voorloper van de huidige EU), waarbij Nederland een belangrijke initiatiefnemer was.

Maar het morele schuldgevoel bij de Duitsers werd daarmee niet weggepoetst en is tot op de dag van heden aanwezig gebleven. En het is Frankrijk geweest die daarvan keer op keer misbruik heeft gemaakt, zulks steeds ter versteviging van de Franse invloed en macht ten koste van die van Duitsland.

Zo was het West-Duitse economische en monetaire succes een doorn in het oog van de Fransen want dat zou logischerwijze op den duur ook Duitse politieke invloed en macht met zich mee brengen, hetgeen ten koste zou gaan van die van Frankrijk. Om grip op de Duitse economische en monetaire macht (en dus op Europa) te krijgen werd daarom door de Fransen het idee geopperd een Europese gemeenschapsmunt te introduceren, waarin volgens Frankrijk alle nationale munten moesten opgaan. West-Duitsland zag hier, gelet op het cultuurverschil tussen ‘gründlichkeit’ en ‘joie de vivre’, natuurlijk niets in. Maar toen vervolgens de muur viel en Duitsland de Europese politieke steun nodig had voor de hereniging, dwong Frankrijk de introductie van de Europese gemeenschapsmunt als voorwaarde daarvoor af. En zo geschiedde in het Verdrag van Maastricht.

Duitsland kon nog wel bedingen dat de euro werd geschoeid op Duitse leest: 1) strenge toelatingsvoorwaarden inzake begrotingstekort en staatsschuld, 2) de ‘no-bail-out’ bepalingen, 3) een onafhankelijke Europese centrale bank en 4) het monetaire beleid van inflatiebeheersing. Maar de Fransen wisten echter dat Duitsland zelf – gelet op de kosten van de eenwording aldaar – zich initieel niet aan de regels inzake begrotingstekorten zou kunnen houden. En ook dat na verloop van tijd – door de cultureel-economische verschillen tussen de Noordelijke en Zuidelijke eurolanden – het one-size-fits-none Euro Pact zou gaan vastlopen, en dat juist dat het moment zou zijn om alle voornoemde Duitse euro-uitgangspunten overboord te kunnen gooien, simpelweg door de kaart van het Duitse schuldgevoel weer uit te spelen.

Ondertussen dwongen de Fransen verder af dat met Frankrijk cultureel-economisch gelijkgestemde landen als Italië en Griekenland  – tegen de regels in – ook tot de euro toetraden, zulks om de noodzakelijke zeggenschap binnen de ECB (van ‘one country, one vote’) naar zich toe te trekken. Ook moest de ECB natuurlijk onder Franse of in ieder geval Latijns-Europese leiding komen. En als ‘kroon op het Franse werk’ moest het IMF natuurlijk ook onder Franse leiding worden gesteld. ……..Dit alles natuurlijk onder het adagium ‘Wie de controle heeft over het geld, heeft de macht’. En zo geschiedde.

Frankrijk was klaar voor de coup en het was een kwestie van wachten tot dat het Euro Pact zou vastlopen. Dat gebeurde met de Griekse crisis. De naïeve Merkel was geen partij voor haar gewiekste Franse gesprekspartners Sarkozy en Lagarde (Franse regering), Trichet (ECB) en Strauss-Kahn (IMF) alsmede de Frans georiënteerde Juncker (Euro Groep). Merkel wees aanvankelijk nog resoluut op de no-bail-out bepalingen maar nadat Sarkozy -inspelende op het Duitse schuldgevoel- vervolgens dreigde met een euro-exit van Frankrijk, waarvan Duitsland dan de schuld in de schoenen geschoven zou krijgen, was het snel gedaan met de koopman. In strijd met het EU-Verdrag en de statuten van de ECB werden in no-time alle ‘Duitse’ uitgangspunten van het Euro Pact overboord gegooid en het Franse ‘joie de vivre’ beleid ingevoerd. Met het beroep op het Duitse schuldgevoel zijn en worden in toenemende mate de kosten van dit nieuwe beleid  – een structurele financiële transfer van Noord naar Zuid – neergelegd  bij Duitsland (maar ook bij Nederland, Finland en Oostenrijk), …..tenzij er natuurlijk iemand opstaat die dit hele circus een halt toeroept.

Bij dit op de rem trappen helpt het uiteraard dat zowel in Duitsland als Frankrijk in toenemende mate toonaangevende economen in opstand komen tegen de eenheidseuro, daarbij wijzend op het werkloosheidsprobleem binnen de eurozone en de noodzaak van wisselkoersen om dat probleem te kunnen bestrijden. Maar, zoals ook Gunnar Beck op 20 september jl. in het Handelsblatt uiteenzette, zal deze ‘trap op de rem’, gelet op de Franse politieke machtswellust en op het Duitse schuldgevoel, van Frankrijk noch Duitsland komen.

Aangezien de grootste eurolanden het dus niet doen, zal een andere lidstaat het initiatief moeten nemen tot het openbreken van de discussie over de euro als eenheidsmunt. Die rol lijkt vanzelfsprekend weggelegd voor Nederland, gelijk en juist gelet op onze initiatief nemende rol bij de oprichting van het EGKS kort na de oorlog. En, niet onbelangrijk, Nederland bekleedt sinds begin van dit jaar het Euro Groep voorzitterschap.

 

Dit stuk is geschreven door André ten Dam, onafhankelijk euro-onderzoeker en eigenaar van de website http://www.thematheosolution.com/  

 

[[{"type":"media","view_mode":"media_large","fid":"3014","attributes":{"height":472,"width":480,"style":"width: 182px; height: 192px;","class":"media-image media-element file-media-large"},"link_text":null}]]

 

Lees meer over Eurobeleid op Europa-Nu