Research

Security and Defence

Op-ed

Israël en zijn krijgsmacht

16 Nov 2016 - 10:39
Bron: Israel Defense Forces / Flickr

De ambitie van de Turkse president Erdogan via een grondwetswijziging volledige controle over de krijgsmacht te verkrijgen kreeg dit jaar alom aandacht. Dat geldt ook voor zijn rigoureuze zuiveringen. Zo telt de Turkse krijgsmacht nu een derde minder aan generaals en admiraals. Vrijwel onopgemerkt blijft echter, dat op een minder verstrekkende wijze ook in Israël de civiel-militaire verhoudingen aan turbulentie onderhevig zijn. Het betreft hier het spanningsveld tussen een gematigde ‘politieke’ opstelling van de krijgsmacht (Israel Defense Forces– IDF) en het harde beleid van de rechtse nationalistische regering van Benjamin Netanyahu.

Nucleair Iran

Zo verzetten bijvoorbeeld in 2010 de hoofden van de IDF en de inlichtingendienst (Mossad) zich tegen de order van Netanyahu de militairen op voet van oorlog te brengen. Dit voor een mogelijke luchtaanval op de nucleaire faciliteiten van Iran. En vorig jaar stelde de stafchef van de IDF, luitenant-generaal Gadi Eisenkot, zich niet in het openbaar achter de ongekwalificeerde veroordeling door de regering van de nucleaire overeenkomst die Teheran met de P5+1 had gesloten.

Belangrijk voor de IDF is de huidige veiligheidssituatie in en rondom Israël. Het land werd oorspronkelijk wel aangeduid als een eiland in de Arabische Zee. De beroering die het Midden-Oosten de laatste jaren kenmerkt, heeft in feite echter de strategisch positie van Israël verbeterd. Volgens het laatste Israëlische inlichtingenrapport kent het land momenteel geen oorlogsdreiging. De vroegere bedreigingen van nabuurlanden zijn vrijwel verdwenen. Er bestaan immers al jarenlang vredesverdragen met Egypte en Jordanië. Daarnaast heeft Syrië zijn handen vol aan een burgeroorlog. Israël meent dan ook dat het conflict met de Arabieren niet langer de regionale politiek definieert. De Palestijnen krijgen immers nog nauwelijks Arabische aandacht of steun.

Meer gevaar voor Israël dreigt echter van Iran, in het bijzonder van haar twee niet-statelijke bondgenoten, Hamas en Hezbollah. Beide groeperingen hebben de intentie Israël in de toekomst aan te vallen. Hezbollah heeft inmiddels beweerd over meer dan 100.000 raketten te beschikken. Het afstandsbereik van sommige van deze raketten stelt hen in staat elke locatie in Israël te treffen. De IDF-leiding beschouwt een nieuwe ronde van vijandelijkheden (met al zijn vereiste politieke beperkingen) tegen gewapende milities op de Westelijke Jordaanoever of tegen Hamas in de Gazastrook als niet te winnen, maar ook niet te verliezen. Zo’n oorlog acht de IDF daarom niet wenselijk.

Nieuw geweld kwestie van tijd

Niettemin lijkt het op de lange duur onvermijdelijk dat geweld uitbreekt op de Westelijke Jordaanoever, in de Gazastrook of in Libanon. Het Palestijnse vraagstuk zal dan weer volop aandacht krijgen. Er bestaat al jarenlang tussen de regering en de IDF onenigheid over de toekomst van de Gazastrook. Om te trachten nieuw geweld te voorkomen toont de IDF zich veel gematigder dan Israëlische politici wanneer het gaat om het onderhouden van relaties tussen Israëliërs en Palestijnen. Zo oefenen militaire leiders druk uit op hun civiele superieuren om manieren te vinden om Gaza’s economie te helpen, de blokkade te versoepelen, de druk op de bevolking te matigen en infrastructuur te bouwen, waaronder een zeehaven.

Vorig jaar laaide het geweld op de Westelijke Jordaanoever en in Israël weer op. Het gaat hier om individuele lone wolf acties van Palestijnen die, om Israëliërs aan te vallen, gebruik maken van messen, zelf gemaakte wapens en auto’s die op voetgangers inrijden. Een dieptepunt was de standrechtelijke executie door een Israëlische militair van een gewonde Palestijn, die beschoten was en ontwapend, en bloedend op straat lag in Hebron op 24 maart jl. De militaire leiding nam de dader in hechtenis en verklaarde zijn actie immoreel, onwettig en ongedisciplineerd. Eisenkot schreef een brief aan alle soldaten, waarin onder meer stond, dat het veiligstellen van de waarden van de IDF geen recht is maar een plicht. Hij verklaarde zich in tegenstelling tot collectieve bestraffing, voorstander van individuele bestraffing van de daders. Eisenkot vond het daarnaast voor de rust belangrijk, dat de in Israël en industriële zones op de Westelijke Jordaanoever werkzame 120.000 Palestijnen toegestaan werd te blijven voorzien in het levensonderhoud van 600.000-700.000 familieleden.

Bevolking kiest voor hardere lijn

In plaats van berouw was echter na de executie van de Palestijn onder vele Israëlische Joden een golf van nationalisme ontstaan. Sommige rechtse politici vonden zelfs dat de IDF een shoot-to-kill beleid moest invoeren. In een publiek opinieonderzoek toonde 68% het schieten te steunen en 57% vond dat de Israëlische militair niet strafrechtelijk vervolgd moest worden. Naar aanleiding van de woedende reacties op de arrestatie maakte de plaatsvervangend stafchef, generaal-majoor Yaïr Golan, bij de jaarlijkse herdenking van de Holocaust, een vergelijking tussen tendensen in Israël en ontwikkelingen in het Duitsland van begin jaren '30. Minister van defensie Moshe Yaalon (oud stafchef van de IDF) ging pal voor Golan staan, maar kwam onder vuur te liggen van Netanyahu en de sociale media. Nadat een ruzie hierover tussen premier Netanyahu en minister Yaalon was geëscaleerd, trad de laatste in mei af en werd vervangen door Lieberman. Deze sterk rechts georiënteerde politicus wordt geacht de IDF ‘strakker’ aan te sturen. Zo verklaarde hij eerder onder meer voor extreem geweld in de Gazastrook en tegen een Palestijnse staat te zijn. Lieberman heeft ook geen enkele militaire ervaring en spreekt duidelijk een andere taal dan gebruikelijk is in de IDF.

Groter aandeel othodoxe officieren

De militaire reactie op het geweld heeft inmiddels netelige vragen opgeroepen. De antwoorden op deze vragen maken duidelijk dat er bredere scheidingen in de Israëlische maatschappij bestaan tussen rechts en links en tussen religieuze en seculiere Joden. Deze hebben geleid tot veranderingen in de IDF en Israël zelf. Zo bestaat er bijvoorbeeld een toenemende terughoudendheid onder liberale seculiere Joden vrijwillig als officier en in gevechtseenheden in de IDF te dienen. Deze gaten worden in toenemende mate voornamelijk opgevuld door rechtse religieuze Zionisten. In 1990 was 2 ½ % van de officieren orthodox; momenteel is dat percentage ongeveer 40.

De vraag is in hoeverre deze officieren, maar ook sommige rechtse politici, zich blijven conformeren aan het beleid, de normen en waarden en de ethische code van de IDF, zoals Eisenkot die publiekelijk verdedigt. De recente gebeurtenissen zijn weinig hoopgevend. Zo kritiseerde Lieberman in een verklaring op 5 augustus jl. - de dag dat Eisenkot van een succesvol werkbezoek aan de Verenigde Staten terugkeerde - commentaren van de Amerikaanse President Barack Obama en vergeleek hij het nucleaire akkoord met Iran met de overeenkomst van München in 1938.

Daarnaast kondigde Lieberman op 12 september jl. aan, dat de soldaat van de standrechtelijke executie in Hebron, zelfs als sprake was van een vergissing, de steun van het gehele militaire apparaat zal krijgen. Eisenkot verwaardigde zich echter niet op deze grotendeels voor politieke consumptie bestemde verklaring te reageren. Intussen maken Israëlische bronnen melding van een toenemende spanning tussen Lieberman en Eisenkot.