Research

Conflict and Fragility

Op-ed

Jasmijnrevolutie biedt nieuwe kans

19 Jan 2011 - 13:21

Op de vlucht als een dief in de nacht naar Saoedi-Arabië. Dit scenario waarin de meest gevreesde dictator van de regio zo snel afstand doet van de macht, zou een paar dagen geleden totaal ondenkbaar zijn geweest. Nu is het de realiteit geworden. Tunesië heeft geschiedenis geschreven. Een ijzeren gordijn is gevallen in Tunesië, wat een nieuwe horizon biedt aan de Arabische wereld.

De beloftes van Ben Ali dat hij afstand zou doen van de macht in 2014, de pers- en internetvrijheid zou vergroten en de voedselprijzen zou verlagen, waren te laat en tevergeefs. De Tunesiërs bewezen dat mensenrechten universele waarden zijn en grepen het recht op vrijheid en democratie. Daarmee schudden ze de Arabische wereld door elkaar en verrasten ze de Europeanen en Amerikanen die het autoritaire systeem in de naam van stabiliteit te lang hadden ondersteund. Zal de Tunesische opstand andere landen in de regio inspireren? Demonstraties tegen de stijging van de voedselprijzen, inflatie en het ontoelaatbare werkloosheidscijfer (vooral onder jongeren) zijn verspreid naar Sétif en andere Algerijnse steden. Sit-ins vonden plaats in Jordanië. Arabische regeringen blijven voorzichtig vanwege de angst voor het overwaaien van de geest van de Tunesische opstand. Het kan het begin zijn van een democratiseringsgolf.

De Jasmijnrevolutie heeft echter een specifieke geur. De oorsprong ervan ligt bij een goed opgeleide, seculiere middenklasse die zich verzette tegen het autoritaire systeem. Vrouwen hebben sinds 1956 kiesrecht, sinds 1973 het recht op abortus en er zijn meer vrouwelijke dan mannelijke studenten in het hoger onderwijs. Tunesië presteert extreem goed in vergelijking met andere landen in de regio op het gebied van toegang, gelijkheid, effectiviteit en kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast steunt de Tunesische economie niet alleen op olie en/of gas. Hierdoor heeft de middenklasse geen direct aandeel in de opbrengsten van de staat, in tegenstelling tot de buurlanden. Een verlicht autoritair systeem dat toegang biedt tot educatie en vrouwenrechten toelaat was niet genoeg.

De dorst naar democratie en vrijheid, de woede tegen het corrupte regime waren krachtige motieven om Ben Ali omver te werpen. De ingrediënten voor een oproer waren er, maar niemand heeft ze gezien of wilde ze zien. Zelfs de Franse diplomatieke dienst zag het niet tot de laatste uren van het regime van Ben Ali. Gezien het gebrek aan ambitieus beleid van Europese landen, ingegeven door de angst voor instabiliteit wat zou kunnen leiden tot de opkomst van islamisten, is dat wat er in Tunesië gebeurt écht revolutionair. Het geeft hoop aan miljoenen Arabische burgers.

Het meest seculiere land in de regio heeft de meest autoritaire leider eruit getrapt. Het gordijn is gevallen en de democratische transitie zal zeer nauw in de gaten worden gehouden worden door de rest van de wereld. Meer elementen zullen cruciaal zijn voor het succes: de grondwettelijke nalatenschap van Ben Ali, de rol van het leger, en het organiseren van verkiezingen in een land waar de politieke oppositie werd gemuilkorfd, opgesloten en verbannen gedurende 23 jaar.

De uitdaging voor het Tunesische volk, voor alle lagen van de bevolking, is om de voorwaarden voor het nieuwe sociale contract uit te dokteren. In deze fase moeten de Europeanen het Tunesische volk bijstaan. Men moet dit uitzonderlijke momentum aangrijpen om te breken met het beleid dat stabiliteit verkoos boven vrijheid. De Mediterrane Unie is een fata morgana, precies omdat het niet ingaat op de dorst naar democratie en vrijheid van de burgers of op de noodzaak om de socio-economische omstandigheden te verbeteren. Europeanen hebben recentelijk nog het democratische proces in Ivoorkust fel gesteund. Het wordt tijd voor de EU om te laten zien dat het ook hiertoe in staat is met zijn dichtstbijzijnde buren.