Research

Security and Defence

Op-ed

Met zo weinig geld stelt ons leger niets voor

31 Oct 2016 - 10:05
Bron: Defensie.nl

De volledige versie van deze opinie Defensie onder Hennis: niet meer dan een herstelkrijgsmacht uit NRC Next en NRC Handelsblad is gepubliceerd in de Internationale Spectator. 

Het kabinet Rutte-I (2010-2012) bezuinigde een miljard op Defensie. Dat was voor de toenmalige minister van Defensie, Hans Hillen, aanleiding om te stellen dat Nederland „voor zijn veiligheid onderverzekerd dreigt te raken”. Zijn publicitaire offensief maakte weinig indruk op politiek Den Haag, zelfs niet op de publieke opinie. In 2012 vond bijna 60 procent van de kiesgerechtigden dat de uitgaven voor Defensie best verder omlaag konden. Rutte II besloot om vanaf 2014 nog eens een kwart miljard per jaar te bezuinigen. Voor de nieuwe minister van Defensie, Jeanine Hennis, een weinig aantrekkelijke start.

Het regeerakkoord verzocht haar een visie op de toekomstige krijgsmacht te ontwikkelen, ook om het besluit over vervanging van de F-16 van een breder kader te voorzien. Het beperkte budget dwong haar elders in de krijgsmacht te snijden. In september 2013 verscheen In het belang van Nederland, een nota met het voorstel tot aanschaf van de JSF/F-35. Het woord ‘visie’ ontbrak. De krijgsmacht bleef dezelfde als aangekondigd onder Hillen: alleskunner met verlaagd ambitieniveau.

De beperkte inzetbaarheid van de krijgsmacht bleef Hennis achtervolgen. De NAVO oordeelde daar vernietigend over en de pers schreef over soldaten die ‘pang pang’ moeten roepen bij gebrek aan oefenmunitie. Afgelopen voorjaar meldde Hennis aan de Tweede Kamer dat Defensie niet langer meer voldoet aan de inzetbaarheidsdoelstelling ter verdediging van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied. De belangrijkste redenen: gebrek aan gevechtsondersteuning, onvoldoende geoefendheid voor optreden hoog in het geweldsspectrum, beperkingen in materiële gereedheid en personeelstekort, vooral in technische expertise. De Rekenkamer becijferde dat de operationele inzetbaarheid was gedaald van 77 procent in 2013 naar 59 procent in 2015.

Ondanks Hennis’ goede voornemens tot kostenbeheersing, bleek de organisatie voor haar te weerbarstig. De vier krijgsmachtdelen zijn nog te eigengereid. Het centrale niveau is onvoldoende in staat prioriteiten te stellen en de onderdelen goed te coördineren. De afgelopen kabinetsperiode is het budget gelukkig wel in kleine stapjes verhoogd. Dankzij een structurele stijging van 115 miljoen euro vanaf 2015, kon Hennis een aantal bezuinigingen terugdraaien. Zo konden de Johan Willem Frisokazerne in Assen, het 45ste pantserinfanteriebataljon in Havelte en het nieuwe Joint Support Ship behouden blijven. SGP’er Van der Staaij vroeg de regering in september 2014 per motie om de defensiebestedingen in lijn te houden met het ambitieniveau van de krijgsmacht.

De regering bleek ondertussen niet ongevoelig voor internationale ontwikkelingen. Denk aan de Russische inname van de Krim, de ramp met MH17 en de opkomst van IS. Uitgaven voor veiligheid – politie, inlichtingendiensten en Defensie – kregen opeens breed politiek draagvlak. Ondanks de toegenomen steun, moest Hennis er wel telkens op blijven hameren dat het defensiebudget niet toereikend is voor geplande vervanging van materieel. In de huidige meerjarenramingen gaat het onder meer om de Walrusklasse-onderzeeboten, M-fregatten en mijnenjagers.

Deze hete aardappel schuift de minister nu door. In de formatie na de verkiezingen van maart 2017 moet daarover besloten worden. Ze wees er alvast op dat de defensiebegroting met zo’n twee miljard euro omhoog moet om op het Europese NAVO-gemiddelde uit te komen. Dat is 1,34 procent van het bruto nationaal inkomen – overigens nog ver onder het streefdoel van 2 procent, zoals onderschreven door alle politieke leiders van de NAVO-landen tijdens de Wales-top in 2014.

Hoe reëel een structurele verhoging van de Nederlandse defensiebegroting met meer dan een miljard euro is, moet tijdens de formatie blijken. Onze politici kunnen hierin leren van Duitsland en Frankrijk. Deze landen kondigden aan hun defensiebegrotingen op te voeren tot 40 miljard euro per jaar tegen 2020, een toename van 18 procent.

Zonder een substantiële verhoging van het defensiebudget is onze krijgsmacht straks niet meer te handhaven. Het valt te prijzen dat minister Hennis daarover altijd klip-en-klaar is geweest. Helaas is het haar nog niet gelukt de zorgen die ze naar voren bracht, weg te nemen. Dat is aan een volgend kabinet.