Research

Articles

Nederland is speelbal van bondgenoten

17 Dec 2007 - 15:15
Onlangs publiceerde de journaliste Florence Hartmann haar boek Paix et Châtiment. Hartmann was zes jaar lang woordvoerder van Carla del Ponte, hoofdaanklager bij het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag. In haar boek beschrijft ze gedetailleerd hoe de grote mogendheden Frankrijk, Engeland en de VS alles in het werk hebben gesteld om te voorkomen dat Radovan Karadzic en Ratko Mladic, door Del Ponte beschouwd als de hoofdschuldigen van de genocide na de val van Srebrenica, gearresteerd zouden worden. Hartmann vermoedt het bestaan van een gentlemen's agreement waarbij beide voortvluchtigen immuniteit is beloofd. Daarmee legt ze een verband tussen het 'bewuste beleid' van de drie landen om de arrestatie van de twee mannen te voorkomen en hun opstelling ten tijde van de val van Srebrenica. De arrestatie van beide Bosnische Serviërs en een daaropvolgende rechtszaak zouden tot onthullingen kunnen leiden over de rol van de drie landen bij de genocide. Er bestaat dus kennelijk een gedeeld belang om die rol te verhullen.

Na het zoveelste bezoek van Carla del Ponte aan Servië, eerder dit jaar, in de zoveelste poging de autoriteiten te bewegen actief mee te werken aan de uitlevering van Mladic en Karadzic, onthulde de Servische minister voor de relaties met het Joegoslavië-tribunaal Rasim Ljajic dat Karadzic destijds een geheim immuniteitsakkoord had bedongen. Zijn onthulling was opmerkelijk omdat hij tot voor kort nooit in zo'n akkoord had geloofd. "Ik ben echter van mening veranderd", aldus Ljajic. "Nu moet ik toegeven dat er destijds wel degelijk iets is gebeurd." Volgens eigen zeggen beschikt hij over diverse, gelijklopende getuigenissen.

In het VPRO-radioprogramma Argos van 14 september zei de Duitse journalist Franz Jozef Huc, die in 1996 Mladic had gesproken, dat Mladic op de vraag waarom het nou zo essentieel was om de enclave Srebrenica en andere safe areas te veroveren, had geantwoord: 'De enclaves moesten vallen om in Bosnië vrede mogelijk te maken'. Er zijn dan ook talloze aanwijzingen waarom de val van Srebrenica te voorzien was. Het gaat daarbij vooral om de motieven om van de inzet van de luchtsteun af te zien en de wens om zo snel mogelijk een eind te maken aan de oorlog. Daarmee werd Mladic c.s. ruimte geboden de aanval in te zetten en de moordpartij uit te voeren.

Anders dan het NIOD-rapport stelde, valt moeilijk vol te houden dat de Servische aanval op Srebrenica niet voorzien kon worden. Het is buitengewoon pijnlijk te horen dat Florence Hartmann het NIOD-rapport om die reden 'een schandalig rapport' noemde.

De hier geschetste gang van zaken roept vragen op over de rol van een drietal bondgenoten: Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de VS, zowel in de aanloop naar de val van Srebrenica, en de daarop volgende massamoord op moslimmannen, als bij het achterwege blijven van de arrestatie van Mladic en Karadzic.

Nederland wordt nog steeds geconfronteerd met Srebrenica. Daarbij wordt ons land vaak afgeschilderd als de grote schuldige, dan wel de lafaard die niet teruggeschoten heeft. Zo klagen de Vrouwen van Srebrenica Nederland aan wegens het niet nakomen van toezeggingen rond de bescherming van Srebrenica - in de wetenschap dat de VN niet kunnen worden vervolgd voor het bloedbad: de organisatie geniet immuniteit, krachtens een besluit van de Algemene Vergadering van de VN uit 1946. Het optreden van de bondgenoten Frankrijk, Engeland en de VS, zoals dat hierboven is aangegeven, heeft ertoe geleid dat Nederland een speelbal werd van 'de grote politiek' en om die reden nooit alleen verantwoordelijk kan worden gehouden voor de val van Srebrenica en de genocide op de moslimmannen uit de enclave. Het wordt hoog tijd dat er opheldering komt over de rol van de bondgenoten die ons misleid hebben, zowel in de aanloop naar de val van Srebrenica als bij de vraag waarom Karadzic en Mladic nog steeds vrij rondlopen. Het is in het Nederlandse nationale belang dat die opheldering er komt. Dat rechtvaardigt nieuwe diplomatieke initiatieven, en wellicht zelfs een nieuw parlementair onderzoek.

Deze zaak dringt des te meer nu Carla del Ponte eind dit jaar stopt met haar werkzaamheden als openbaar aanklager bij het Joegoslavië-tribunaal. Eigenlijk had ze medio september jl. al zullen opstappen, het moment waarop formeel een eind kwam aan haar tweede termijn, maar de Veiligheidsraad verlengde haar term of office tot 31 december, o.a. om een ordelijke overgang voor haar opvolger te bewerkstelligen. Gevreesd moet worden dat haar vertrek het einde betekent van de actieve zoektocht naar Karadzic en Mladic, temeer daar nu ook al geanticipeerd wordt op het einde van het tribunaal, uiterlijk in 2010. Het zou onvergeeflijk zijn als Karadzic, Mladic en de 'bondgenoten' Engeland, Frankrijk en de VS zo hun verantwoordelijkheid zouden ontlopen, mede door nalatigheid van onze politici, regering en parlementariërs.