Research

Articles

Overwinning Hamas zou nieuwe kansen bieden

25 Jan 2006 - 08:59
Een overwinning van Hamas bij de Palestijnse parlementsverkiezingen van vandaag lijkt onwenselijk, maar zou toch wel eens een stap vooruit kunnen zijn, meent Maurits Berger. De PLO van Arafat heeft alle geloofwaardigheid verloren.Voor het eerst neemt Hamas deel aan de verkiezingen voor het Palestijnse parlement. De eerste Palestijnse nationale verkiezingen, in 1996, had Hamas zelf geboycot. Nu, tien jaar later, heeft het er nog om gespannen of Israël de verkiezingen zou verhinderen wegens deelname van Hamas. Hamas heeft immers in recente gemeenteraadsverkiezingen al klinkende overwinningen geboekt. Als hetzelfde zou gebeuren met parlementaire verkiezingen, zou men dan niet het paard van Troje binnenhalen? Een organisatie die een islamitische staat voorstaat en sinds 1994 terreur in haar ergste vorm bedrijft door zelfmoordaanslagen te plegen op Israëlische militairen en burgers - moet die straks medebestuurder worden van gebieden die om Israël liggen, en waar Israëlische kolonisten wonen?

Het lijkt een nachtmerrie-scenario, maar Israël heeft geen keus. De ‘partner voor vrede’ met wie zij eerst zaken heeft gedaan, de PLO van Yasser Arafat, heeft zijn geloofwaardigheid verloren, zowel bij Israël als bij de Palestijnen.

Dit partnerschap was in 1993 tot stand gekomen met het sluiten van de Oslo-akkoorden, volgens welke stapsgewijs een Palestijnse staat tot stand zou worden gebracht. Die akkoorden hebben Arafat en de toenmalige Israëlische premier Rabin de Nobelprijs voor vrede opgeleverd, maar waren volgens Hamas - en vele andere critici - te vaag opgesteld omdat er geen enkele garantie voor de Palestijnen in besloten lag. De Palestijnen worden steeds meer in die veronderstelling bevestigd, want zij zijn er sindsdien in economisch en politiek alleen maar op achteruit gegaan. Daar zijn overigens alle partijen, maar met name de twee ‘vredespartners’, debet aan.

Om te beginnen met Israël: zij heeft de militaire terugtrekking uit de bezette gebieden getraineerd, en het vestigen van kolonisten in die gebieden niet teruggedraaid of stopgezet, maar juist versneld. Met als gevolg dat het aantal Israëlische kolonisten in bezet gebied sinds het sluiten van de Oslo-akkoorden is verviervoudigd tot bijna 450.000.

Israël is ook begonnen aan het bouwen van een muur om zichzelf te beschermen. Dat is op zichzelf gerechtvaardigd, ware het niet dat deze muur zodanig wordt gebouwd dat delen van de bezette gebieden nu bij Israël getrokken zijn.

Overigens hebben organisaties als Hamas een belangrijk aandeel gehad in de Israëlische terughoudendheid om de Akkoorden uit te voeren. De eerst zelfmoordaanslag van Hamas vond plaats in 1994, kort nadat Arafat met zijn entourage was gearriveerd in Gaza om daar een aanvang te maken met de opbouw van een Palestijnse staat. Het bevestigde de grote angst van Israël: een Palestijns gebied buiten de controle van Israël van waaruit terroristische organisaties vrijelijk kunnen opereren.

Arafat is door de Israëli’s zwaar onder druk gezet om te verhinderen dat er gewapende acties tegen Israël werden gevoerd vanuit Palestijns gebied. Eén van de redenen dat Arafat zoveel aanzien heeft verloren onder zijn bevolking is dat hij daarin te ver is gegaan: zijn geheime diensten zijn berucht. Ook de wijze waarop Arafat uitvoering gaf aan zijn presidentschap leverde steeds meer kritiek op. De guerrillaleider bleek een slecht bestuurder te zijn. Corruptie en vriendjespolitiek tierden welig onder zijn bewind.

Hamas, daarentegen, had een reputatie opgebouwd van een organisatie die integer, eerlijk en zuiver is. Hamas is namelijk meer dan een paramilitaire organisatie. Het grootste deel van haar werkzaamheden bestaan uit welzijnswerk. Zorg voor armen, wezen en weduwen, bouw van scholen, ziekenhuizen en gezondheidsklinieken - het zijn activiteiten waarmee Hamas al jaren lang een enorm aanzien heeft verworven onder de Palestijnen. Temeer omdat daarbij nimmer sprake is van corruptie of vriendjespolitiek.

Het is dus voorzienbaar dat in de komende verkiezingen Arafats Fatah-partij het onderspit zal delven tegen Hamas. Veel Palestijnen zullen bevreesd zijn voor een islamitische agenda die Hamas misschien voert (‘moeten we nu allemaal een hoofddoek om en een baard laten staan?’), maar in de meeste gevallen zal de opluchting overheersen dat er bestuurders komen die zich oprecht bekommeren om de dagelijkse noden van de gewone bevolking.

Wat een Hamas-overwinning zou betekenen voor het vredesproces valt te bezien. Afgezien van het principiële bezwaar dat men niet met misdadigers en terroristen aan tafel wil zitten (een argument dat overigens aan beide kanten wordt gebezigd), zijn er twee overwegingen die optimistisch stemmen.

Ten eerste wordt nu zichtbaar wie de vertegenwoordigers van de Palestijnen zijn, zodat Israël in de toekomst akkoorden zal kunnen sluiten met de gehele Palestijnse gemeenschap, en niet slechts met een deel daarvan. Ten tweede is het niet goed voorstelbaar dat Hamas, als zij (mee-)onderhandelt over vrede, zelf gesloten akkoorden teniet zal doen door het plegen van aanslagen. Hamas zou zich kunnen scharen in een lijst van illustere voorgangers, die zich van terroristische organisaties hebben ontpopt tot partners waarmee men uiteindelijk zaken kan doen, zoals het ANC en de IRA.