Research

Articles

Stuurloos Europadebat: Geen Europese Zaken in Balkenende III

02 Aug 2006 - 09:48
Het kabinet Balkenende III heeft geen bewindspersoon voor Europese Zaken, constateren Mendeltje van Keulen en Rob Boudewijn. 'Is Europa voor Balkenende dan toch best onbelangrijk?'Het was een mooie pluim op de hoed voor de Staatssecretaris voor Europese Zaken. Zijn inspanningen om 'Europa' dichter bij de burger te brengen, werden beloond met een ministerschap in het nieuwe minderheidskabinet. Minder complimenteus moet het Atzo Nicolaï voorkomen, dat hij zijn winkel onbeheerd achter heeft moeten laten. Balkenende 3 kent geen bewindspersoon voor de portefeuille Europese Zaken. Minister Bot, die de toch al niet onaanzienlijke portefeuille 'wereld' beheert, doet 'Europa' daar de komende maanden bij, een besluit dat overigens in de media geen aandacht heeft gekregen.

De keuze om de post van Minister van Europese Zaken (zoals Nicolaï zich in het buitenland mocht noemen) in het nieuwe Kabinet niet in te vullen, onderstreept de visie van de opeenvolgende Kabinetten Balkenende: Europa is buitenland. In het strategische akkoord van Balkenende- 1 was Europa, inclusief de rest van de wereld, nog een half A4-tje waard. Europese integratie werd gepresenteerd als een kostenbaten analyse. Baten zijn er incidenteel, bijvoorbeeld toen ons land tijdens het EU-voorzitterschap in 2004 in de internationale spotlights mocht staan. Balkenende oogstte applaus doordat hij - niet gehinderd door geduchte partijpolitieke controverse in het tweede Kabinet dat zijn naam droeg - het besluit over openen van toetredingsonderhandelingen met Turkije door de Europese Raad loodste. Vooral in de belangstelling staan toch de kosten van Europa, zoals de onvoorziene implicaties van bij nader inzien onwelgevallige Brusselse wetgeving en de hoge afdrachten aan het Europese budget - in de termen van de Sociaal Economische Raad (2004): de 'fixatie op de financiën'.

Deze zakelijke benadering verhulde lang de bredere politieke en publieke controverse die zich onderwijl over het thema Europa had ontwikkeld. Het door het parlement geïnitieerde referendum diende echter als een onaangename 'wake-up-call'. Nicolai kon meteen de mouwen opstropen: meer communicatie en vooral meer 'debat en dialoog', zo luidde de opdracht. Een eerste poging, de met veel tam-tam aangekondigde "Brede Maatschappelijke Discussie", overleefde de interne politieke strubbelingen niet. Het grootschalige internetonderzoek nederlandineuropa.nl leverde gelukkig wél een paar antwoorden op de prangende vraag 'wat de burger wil'. En daar bleef het niet bij: adviescolleges als de Raad van State, veel van de politieke partijen en ook de voormalige staatssecretaris zelf (in zijn oranje schotschrift 'Nederland Europa. Van droom naar daad') kwamen ondertussen al Europees uit de kast. Het wachten was op een samenhangende Kabinetsvisie in de voor Europa zo belangrijke 'Reflectieperiode'.

Met het Kabinetsbesluit de Europa-portefeuille nu op te heffen, ontbeert deze zoektocht politieke aandacht en sturing tot aan de formatie van een nieuw Kabinet - vermoedelijk niet eerder dan begin 2007. Is dat erg? Hier past enige relativering. Ook zonder bewindspersoon valt Europa niet opeens van de publieke en academische agenda. Belangrijker is de symboolwaarde van het besluit buiten de landsgrenzen. In de vorige maand verlengde Reflectieperiode regent het bijdragen van Commissie, Europese Raad en opeenvolgende Voorzitterschappen: een 'Europa van de projecten', een 'burgeragenda voor Europa'... Terwijl het smeulende vuurtje van het Constitutioneel Verdrag zo wordt opgestookt, ligt voor velen de bal toch vooral bij Frankrijk en Nederland. Dat het bij de nee-zeggers angstvallig stil blijft, is bovendien niet het enige waar men zich in Brussel druk om maakt. In oktober komt de Europese Commissie met de uitgestelde rapportage over toetreding van Bulgarije en Roemenië. Mogen deze twee per 1 januari 2007 toetreden, ondanks brede zorgen of hun interne bestuurlijk-politieke hervormingen voldoen en niettegenstaande publieke huiver in de lidstaten? Ondertussen nadert de politieke discussie rond Turkije een nieuw hoogtepunt. Het zijn niet de minste debatten, waarbij Nederland voorlopig niet door een Europa-minister zal zijn vertegenwoordigd. Dat komt, op zijn zachtst gezegd, niet over als een sterktebod. Is Europa voor Balkenende dan toch best onbelangrijk?