Research

Articles

Is universitair onderwijs altijd specialized training?

16 Jan 2008 - 16:48
Kamerlid Harry van Bommel (SP) en Behnam Taebi, docent aan de TU Delft, protesteren tegen de uitsluiting van Iraanse studenten op Nederlandse universiteiten: [...] met het uitsluiten van mensen op basis van nationaliteit begeven we ons op een hellend vlak. Waar trekken we de grens? Gaan we een lijst van gevaarlijke staten opstellen om hun bevolking uit te sluiten van deelname aan de wetenschap? Dat de VS alles doen om Iran in een kwaad daglicht te stellen, is al erg genoeg. Laat Nederland dit niet klakkeloos volgen. (Opiniepagina, 4 januari)

Hiermee gaan de auteurs voorbij aan het motief van het kabinet. Dit motief vloeit voort uit een in december 2006 door de Veiligheidsraad aangenomen resolutie 1737 waarin Iran sancties werden opgelegd wegens het niet nakomen van de eis om proliferatie gevoelige activiteiten, waaronder de verrijking van uranium, op te schorten.

Alle staten dienen de noodzakelijke maatregelen te nemen om de leverantie aan Iran te voorkomen van alle onderdelen, materialen, uitrusting, goederen en technologie die zouden kunnen bijdragen aan Irans activiteiten die verband houden met verrijking, opwerking en zwaar water of nucleaire overbrengingsmiddelen (lees: raketten). De lidstaten wordt opgedragen alle noodzakelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat aan Iran welke technische hulp of training dan ook wordt geleverd. Verder roept de Veiligheidsraad alle staten op om terughoudend te zijn en gespecialiseerd onderwijs of training van Iraanse onderdanen, op hun grondgebied of door hun landgenoten, te voorkomen met betrekking tot de disciplines die kunnen bijdragen aan Irans proliferatie-gevoelige nucleaire activiteiten en de ontwikkeling van overbrengingsmiddelen voor kernwapens.

In het licht van resolutie 1737 is het dus volstrekt misplaatst om de kwestie van de uitsluiting van Iraanse studenten door te trekken naar studenten uit andere landen. Dat is helemaal niet aan de orde: resolutie 1737 heeft alleen betrekking op het Iraanse nucleaire programma. Het is bovendien misplaatst om het te doen voorkomen alsof het hier om eenzijdig, door de VS gedragen, maatregelen gaat. Het verzoek van het kabinet aan de universiteiten en hogescholen om terughoudend te zijn bij het toelaten van Iraanse studenten vormt een uitvloeisel van een besluit van de VN-Veiligheidsraad, met als permanente leden onder meer China en Rusland. Bovendien gaat het hier om een besluit op basis van artikel 41 uit Hoofdstuk VII van het VN-Handvest, dat ons land ook verplichtingen oplegt.

Net als Van Bommel en Taebi heb ik mijn twijfels over de vraag in hoeverre het reguliere onderwijs aan Nederlandse universiteiten en hogescholen aan Iraanse studenten een bijdrage levert aan pogingen om voor Iran het produceren van kernwapens te bemoeilijken. Maar daar gaat het niet om. Inzet van het debat is de vraag hoe het reguliere universitaire onderwijs in Nederland zich verhoudt tot de specialized teaching and training waarvan in resolutie 1737 sprake is.