Research

Trade and Globalisation

Op-ed

Vredespaleis nog steeds belangrijk instituut

30 Aug 2013 - 17:48
Bron: UN Photo

Vandaag is de Haagse ‘Tempel van de Vrede’ precies 100 jaar oud. Amerika-deskundige Willem Post over de relevantie ervan.

Is het Vredespaleis een luchtspiegeling aan de horizon? Een naïef verzinsel van negentiende eeuwse vredesactivisten als Bertha von Suttner en Andrew Carnegie die het financierde? In 1914 bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog wisten de journalisten van kranten als de New York Times Carnegie wel te vinden in zijn mooie stadspaleis in Manhattan. Was het nieuwe Permament Hof van Arbitrage in Den Haag nu al meteen als een mislukking te beschouwen?
 

Integendeel. Carnegie deed er nog een schepje bovenop. Hij zei in een interview met de NYT: ‘De  ‘horror’ van deze wereldoorlog bewijst juist nog eens extra dat weldenkende mensen veel meer moeten inzetten op conflictpreventie.’ Carnegie wees op miljoenen jaren van primitieve strijd en stelde vast dat langzamerhand mensen in hun directe omgeving leren om via rechtbanken hun geschillen uit te praten. Als mensen zich zelf ontwikkelen zal de rede de boventoon voeren en zal ook tussen natiestaten een ‘rule of law’ cultuur ontstaan. Carnegie wees op het belang van goed onderwijs en sponsorde 3000 bibliotheken.
 

De in het Vredespaleis gevestigde hoven, waaronder ook het Internationaal Gerechtshof als hoogste juridsche orgaan van de Verenigde Naties, hebben honderden conflicten en oorlogen weten te voorkomen door tijdige geschillen beslechtiging. Het Peace Research Institute Oslo heeft berekend dat in de afgelopen decennia het aantal oorlogen door natie-staten steeds meer afneemt. Toch is er nog hartverscheurend oorlogsgeweld zoals de beelden van chemische aanvallen in Syrie onlangs nog bevestigden.
 

De relevantie van het Vredespaleis voor pak ‘m beet de komende 100 jaar zit ‘m in participatie in een holistische aanpak van oorlogsgeweld. De conclusie moet zijn dat er nu al hoopvolle tekenen zijn. De hoven in het Vredespaleis zorgen dus in toenemende mate voor conflictpreventie. Als er onverhoopt oorlog uitbreekt, kan de internationale gemeenschap in uitzonderlijke gevallen zelfs zonder politieke steun van de Veiligheidsraad ingrijpen bij o.a. genocide. Voor het eerst in de geschiedenis zijn op grote schaal door het Joego-Slavie tribunaal meer dan 160 oorlogsmisdadigers veroordeeld. Oorlogsschurken komen niet meer vrij weg. Het Internationaal Strafhof opereert zelfs wereldwijd, al ligt de focus om voor de hand liggende redenen niet exclusief maar wel vooral op Afrika. In die keten van vredesactiviteiten zit een ‘missing link’. De wederopbouw van conflictgebieden vindt nog te versplinterd en gefragmenteerd plaats.
 

Daar kan op relatief korte termijn een flinke slag gemaakt worden. Vandaag biedt burgemeester Jozias van Aartsen aan koning Willem-Alexander en de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties een wetenschappelijke studie aan die zich richt op de praktijk van wederopbouw. De studie is de afgelopen opgezet door het ‘The Hague Institute for Global Justice in samenwerking met de Rijksuniversiteit Leiden en tal van gerenommeerde topuniversiteiten en lokale actoren in landen als Libië.
 

Waar het om gaat is dat een holistische aanpak door ‘een coalitie van bereidwilligen’ moet worden geïmplementeerd. Niet niet door een ‘opdringerige’ internationale gemeenschap maar in de eerste plaats door lokale actoren zoals vertegenwoordigers van ‘civil society’ ter plaatse. Bij het ontwikkelen van een ‘rule of law’ mentaliteit mag absoluut het bedrijfsleven niet worden vergeten, immers actief in een wereld van contracten en andere juridische normen en wetgeving.      
 

Er is geen alternatief voor aan realisme gekoppeld optimisme. Het Vredespaleis zal in de komend 100 jaar vast en zeker nog meer het zo noodzakelijke instituut zijn bij het voorkomen van oorlogen. In de geest van hoe Andrew Carnegie het ooit zei:
‘Come it slow, come it fast, it is but law which comes at last’.