Research

Articles

Was Iran maar de braafste

29 Jul 2008 - 14:24
Geef niet Den Haag de schuld van de sancties tegen Iraniërs, maar Teheran. Die sancties zijn zo van de baan als Iran weer overlegt, stelt Dick Leurdijk.'Ik kan niet geloven dat zo'n discriminerende maatregel in de 21ste eeuw in een van de meest democratische landen ter wereld genomen kan worden. Er wordt een bevolkingsgroep categorisch uitgesloten van deelname aan hoger onderwijs', aldus Masoud Banbersta, student aan de Hogeschool van Utrecht (Forum, 17 juli) over het besluit Iraanse onderdanen te onderwerpen aan een 'kennisembargo'.

Het lijkt erop, zo schreef hij, dat de ministers Verhagen en Plasterk deze maatregel 'als braafste jongetjes van de VN-klas' willen uitvoeren, 'zonder ook maar enig onderzoek te doen'.

Dat zijn stevige uitspraken, die in brede kring leven, en niet alleen onder Iraniërs, blijkens de ophef over dit besluit. Nederland discrimineert. Nederland tast de vrijheid van onderwijs aan. En: Nederland lijkt roomser te willen zijn dan de paus (Commentaar, 17 juli).

Die opwinding lijkt mij redelijk overdreven en misplaatst. Iraanse studenten wordt, behalve bij proliferatiegevoelige studies, met het embargo geen strobreed in de weg gelegd.

Economische sancties

Het komt vaker voor dat ons land zijn nationale wetgeving aanpast op grond van besluiten van de VN-Veiligheidsraad, die, met een beroep op hoofdstuk VII uit het VN-Handvest, bindend worden opgelegd aan VN-lidstaten, met name als het gaat om economische sancties.

Maar zo'n bindend besluit heeft vermoedelijk nooit eerder tot zo'n uitvoerig politiek debat geleid als in dit geval. Ondertussen maakt de maatregel deel uit van een veel breder pakket sanctiemaatregelen, verdeeld over drie resoluties, waartoe de Veiligheidsraad besloten heeft vanwege de onwil van Iran om de verrijking van uranium op te schorten. De maatregel draagt dan ook nadrukkelijk een tijdelijk karakter. Het is interessant te zien hoe deze overwegingen in de Nederlandse discussie nauwelijks een rol spelen.

Het verwijt dat de Nederlandse overheid nu wordt gemaakt, is dat een bevolkingsgroep categorisch wordt uitgesloten van toegang tot het hoger onderwijs. Het is echter de Veiligheidsraad die in paragraaf 17 van resolutie 1737 de positie van Iraniërs in het buitenland aan de orde stelde door alle lidstaten op te roepen 'terughoudend te zijn en gespecialiseerd onderwijs of training van Iraanse onderdanen, op hun grondgebied of door hun landgenoten, te voorkomen met betrekking tot de disciplines die kunnen bijdragen aan Irans proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten en de ontwikkeling van overbrengingsmiddelen voor kernwapens'.

Het gaat hier dus niet om een Nederlandse preoccupatie, noch om een ongeclausuleerd verbod op deelname aan 'het' hoger onderwijs in zijn algemeenheid.

IND

Een ander verwijt dat telkens terugkeert, is dat Nederland 'als enige VN-lidstaat' de maatregel uitvoert. Dat is niet waar. Ongeveer 90 landen hebben de sanctiecommissie geïnformeerd over de door hen genomen stappen, inclusief die met betrekking tot proliferatiegevoelige studies en/of onderzoek. Op 5 maart 2007 liet ons land de commissie al weten dat alle diplomatieke posten waren geïnstrueerd terughoudend te zijn ten aanzien van Iraanse studenten die vragen om een voorlopige verblijfsvergunning en de IND te informeren indien studenten van plan zijn proliferatiegevoelige onderwerpen te gaan studeren.

Het duurde tot september vorig jaar alvorens Verhagen en Plasterk de onderwijs- en onderzoeksinstellingen benaderden met het verzoek een inventarisatie te maken van de proliferatiegevoelige disciplines. Die inventarisatie legde de basis voor het besluit van 1 juli.

Het dunkt mij dat de regering hier zorgvuldig heeft gehandeld.

Het debat over de uitvoering van de oproep van de Veiligheidsraad terughoudend te zijn, is niet een uitsluitend Nederlandse aangelegenheid. Voor kritiek moet men ook op het VN-hoofdkwartier zijn, maar bovenal in Teheran. Zo valt - met een beroep op het concept van de 'slimme sancties' - niet goed in te zien waarom de Veiligheidsraad geen clausule heeft opgenomen om Iraanse studenten met een vluchtelingenstatus buiten de regeling te houden.

Chinese regering

Nederland heeft die ruimte juist wel gecreëerd. De 'Wijziging Sanctieregeling Iran 2007' voorziet in de mogelijkheid van ontheffing. Immers, 'niet in alle gevallen waarin Iraanse studenten "gevoelige opleidingen" volgen, [bestaat] er grond voor de vrees dat Iran daarvan zal profiteren'. En wat Teheran betreft: de Chinese regering, die niet bepaald bekend staat als pleitbezorger van sancties, wijst de sanctiecommissie erop dat sancties geen doel op zichzelf zijn, maar vooral beogen Iran weer naar de onderhandelingstafel te krijgen.

De sancties uit de drie resoluties zijn 'beperkt en omkeerbaar', aldus Peking: 'Als Iran zijn uraniumverrijkings- en opwerkingsactiviteiten opschort en de relevante resoluties (..) nakomt, [zal] de Veiligheidsraad de sancties opschorten of zelfs intrekken.' Daarmee zou ook de weg vrij zijn voor 'de braafste jongetjes uit de VN-klas' om de 'Wijziging Sanctieregeling Iran 2007' onmiddellijk terug te draaien.

Probleem opgelost.