Research

Security and Defence

Op-ed

Wie schiet, of niet?

17 Nov 2016 - 10:37
Bron: Flickr / Becky Johns

Er was eind oktober veel ophef in Duitsland over de op tv vertoonde film ‘Terror- Ihr Urteil’. Scenario: een door terroristen gekaapt passagiersvliegtuig dreigt moedwillig te crashen op een gevuld voetbalstadion. Een piloot van de Luftwaffe schiet het passagiersvliegtuig voordat het zover komt neer en offert zo de kleinere ramp ter voorkoming van de grotere. Aan kijkers werd de vraag voorgelegd of de piloot vrijuit moest gaan, en het antwoord is massaal ja (87%).

Goed voor een nationale en vurige publieksdiscussie achteraf, want het beleid is na een uitspraak van het Bundesverfassungsgericht, zeg maar de Duitse Hoge Raad, dat de Grondwet de politiek niet toestaat om dergelijke keuzes over leven en dood te vellen, zijnde ondergeschikt aan de menselijke waardigheid en het recht op leven. Het is dus officieel Duits beleid om de loop der gebeurtenissen af te wachten.

Nu wil het toeval dat ik exact tien jaar geleden, eind oktober 2006, een column in VN over dit scenario schreef, en dat er nog een interessant staartje naar Nederland aan vast te knopen viel. lk had te doen met onze minister van Justitie, die in ons land zulke akelige beslissingen is toebedeeld.

lk schreef: 'Ooit heeft Piet Hein Donner met betrekking tot dit tragische prerogatief een zin over de lippen gekregen, in een Kamerdebat op 12 oktober 2004. "Er zijn afspraken gemaakt en die leveren niet de meest gelukkige bevoegdheden op voor de minister van Justitie. Daar wil ik het verder niet over hebben".'

Het ging om 'niet de meest gelukkige bevoegdheid' dat hij in elf-septemberscenario's de helse bevoegdheid heeft om de Nederlandse krijgsmacht het gekaapte verkeerstoestel in uiterste noodzaak te laten neerhalen.

In Duitsland kan dat sinds 2006 niet meer gebeuren. De toenmalige roodgroene regering-Schröder had een Luchtvaart Veiligheidswet achtergelaten die het wel mogelijk maakte om gekaapte verkeersvliegtuigen desnoods door de Luftwaffe te laten neerschieten, maar die wet werd door het BVG ongrondwettig verklaard. Tot genoegen van zelfs bondspresident Horst Köhler, die zich ook in het debat had gemengd en vond dat het doel de middelen niet heiligt. Voorstanders vonden dat Duitsland het weer eens liet afweten in de strijd tegen het internationale terrorisme. Op 15 februari 2006 betrok het Bundesverfassungsgericht trouwens ook de stelling dat de centrale overheid er überhaupt niet over gaat, omdat kapingen onder zware criminaliteit vallen en die als zodanig weer onder de politietaken van de deelstaten.

Wie zou dan de kastanjes uit het vuur moeten halen? Nederland kent geen Grondwetshof. Maar de gevolgen van die Duitse uitspraak stoppen niet bij Venlo. Sinds 15 februari 2006 is de positie van de Nederlandse minister van Justitie er misschien zelfs nog ongelukkiger op geworden. Want wat als Duitsland aarzelt en afwacht, en er wordt een passagierstoestel boven de Noordzee waargenomen dat door terroristen naar Berlijn wordt gedirigeerd? Schepen van de Koninklijke Marine, of patrouillerende AWACS-toestellen, gelegerd bij het daarvoor gekapte bos van Onderbanken, zien dat op de radar. Het is aannemelijk dat het verkeersvliegtuig zich in het Olympisch Stadion in Berlijn zal boren, waar de wedstrijd Duitsland-Nederland wordt gespeeld. Niemand weet het zeker, maar tachtigduizend supporters lopen gevaar.

De column vervolgde: de kapers zullen door Nederlands luchtruim vliegen en daarna onbelemmerde doortocht naar Berlijn hebben. Van de Luftwaffe zullen zij sinds 15 februari niets te duchten hebben. Uit het Kanzleramt gaat een dringend telefoontje naar Den Haag. Lieber Mark doe iets, wij moeten dat toestel laten vliegen van onze hoogste rechter. Twee F-16’s stijgen op van de vliegbasis Leeuwarden. Boven de Waddenzee wordt het gekaapte toestel onderschept. De F-16’s en Ard van der Steur hebben vijf minuten de tijd om te doen wat het Bundesverfassungsgericht verbiedt.

Het was maar fictie, Ihr Urteil.