Research

Security and Defence

Op-ed

Structurele problemen binnen NAVO blijven ook onder Biden bestaan

08 Jun 2021 - 11:47
Bron: NATO Secretary General Jens Stoltenberg and US President Joe Biden / NATO, Flickr

Deze opinie is eerder gepubliceerd in de Volkskrant.

Nederland dient trouwe Navo-bondgenoot te blijven en tegelijkertijd de Europese defensiesamenwerking te versterken. Maar de goede beslissingen worden niet genomen, constateert Dick Zandee.

Op maandag 14 juni zenden de nieuwsnetwerken ongetwijfeld beelden uit van een glimlachende Amerikaanse president Joe Biden en zijn Europese collega’s op de Navo-top in Brussel. De boodschap: alles is weer koek en ei in het Atlantisch bondgenootschap na de donkere jaren onder Donald Trump. De bijeenkomst is tevens het startschot voor de aanpassing van het Strategisch Concept van de Navo. De huidige versie stamt uit 2010, jaren voor de Russische annexatie van de Krim en de bewustwording van de groeiende geopolitieke machtsexpansie van China. De afgelopen vier jaar leidden tot uitstel omdat modernisering van de Navo-strategie met de anti-Atlanticus Trump in het Witte Huis waarschijnlijk op een ramp zou zijn uitgelopen.

Eind goed, al goed? Nee, er zijn structurele problemen in de Navo die ook onder Joe Biden blijven bestaan. Ten eerste: Rusland is nog steeds te bestempelen als het grootste probleem vanwege het omvangrijke nucleaire en conventionele arsenaal dat onder Vladimir Poetin wordt gemoderniseerd. Het Russische gestook in de westerse democratieën via de sociale media en de cyberaanvallen van de trollenfabriek in Sint-Petersburg hebben geleid tot een situatie van ‘oorlog zonder wapens’.

Economisch is Rusland evenwel een middelgroot land met slechte vooruitzichten vanwege de dominantie van olie en gas voor de staatsinkomsten – tanende sectoren in de komende decennia wanneer de transitie naar niet-fossiele energiebronnen voortgaat. China is de rijzende wereldmacht, vooralsnog op economisch gebied, maar onvermijdelijk ook militair, waarbij het accent voorlopig ligt op maritieme middelen voor de overheersing van de Aziatische wateren en de Zuid-Chinese Zee in het bijzonder. Dat plaatst de Navo voor een nieuw probleem.

Tweespalt tussen VS en EU

De VS hebben een krachtig, geopolitiek anti-Chinabeleid, dat onder Biden niet wezenlijk afwijkt van zijn voorganger. Het komt niet overeen met de China-strategie van de EU, die is samen te vatten als ‘samenwerken en handel drijven waar mogelijk’ en ‘op afstand houden en tegengas bieden wanneer nodig’. Dezelfde balans kenmerkt het Nederlandse China-beleid. Het wordt dus een evenwichtskunst wanneer de VS van de Europeanen verlangen dat de Navo het Amerikaanse beleid steunt. Na de aanslag op de Twin Towers in New York zei president George Bush jr.: ‘Wie niet met ons is, die is tegen ons.’ Die eis zal Biden waarschijnlijk niet stellen wanneer het om China gaat, maar tweespalt tussen de VS en Europa – en ook tussen Europese landen – kan hierover wel degelijk ontstaan.

Daarnaast kampt de Navo nog met vele andere problemen, waaronder Turkije. Het land was ooit de trouwe bondgenoot die de poort naar het instabiele Midden-Oosten bewaakte. Maar onder president Erdogan speelt het land een bedenkelijke rol in de regio en werkt Ankara nauw samen met Rusland, onder meer met de aanschaf van S-400 luchtdoelraketten. De belangen van Turkije en de andere Navo-lidstaten zijn ver uiteen gaan lopen. Ook hier zijn politieke opstellingen van de Alliantie als het gooien van een lucifer in een kruitvat.

Tegenstellingen aan het licht

Om de eenheid te bewaren, kan de Navo het beste bij de leest blijven: de kerntaak om de veiligheid van de lidstaten te waarborgen. Politieke standpunten innemen over China of het Midden-Oosten brengt onderlinge verdeeldheid en tegenstellingen aan het licht. Bovendien beschikt de Navo niet over economische, financiële of andere middelen waarmee politieke posities onderbouwd kunnen worden. De VS dienen onder Biden juist de relatie met de EU te versterken, want de Unie kan wel maatregelen treffen op gebieden zoals handelsakkoorden en het opleggen van sancties.

 

De kerntaak – collectieve verdediging – werpt nog wel een vraag op die ook Nederland betreft. Biden zal erop blijven aandringen dat de Europese bondgenoten
2 procent van het bruto nationaal inkomen besteden aan defensie. Bij de presentatie van de erfenis van kabinet Rutte-III, de Defensievisie 2035 , heeft minister van Defensie Ank Bijleveld nadrukkelijk aangegeven dat zonder een verhoging van 4 tot 5 miljard per jaar de huidige krijgsmacht niet in stand te houden is. Anders zijn keuzen onvermijdelijk: de huidige krijgsmacht met een op alle taken uitgeruste marine, luchtmacht en landmacht is onhoudbaar.

Afschrikken met slagkracht

Een nieuwe coalitie op basis van de traditionele middenpartijen lijkt bereid de uitgaven voor de krijgsmacht te verhogen, maar niet met het bedrag van Bijleveld. De vraag is dan welke keuzen gemaakt gaan worden. Sommigen kijken naar het Britse besluit om in te zetten op een technologisch hoogwaardige krijgsmacht, waarbij vooral de Britse landmacht aan het kortste eind trekt. Deze wordt gereduceerd tot een personele omvang die het laagst is sinds 1714 terwijl zware wapensystemen worden ingeleverd. Voor Nederland is dit een onwenselijke richting.

De Nederlandse landmacht is vergaand geïntegreerd met de Duitse evenknie; afbouw zou de opgebouwde samenwerking ernstig aantasten en een zeer slecht gebaar zijn richting onze belangrijke oosterbuur. Duitsland heeft de eigen defensieplannen gericht op de opbouw van een zware verdedigingsmacht voor de rugdekking van de lichte voorwaarts gelegerde Navo-troepen in de Baltische landen en Polen. De Navo moet niet alleen kunnen cyberen maar ook de tegenstander afschrikken met voldoende eigen slagkracht.

Een keuze voor een toekomstige Nederlandse krijgsmacht die alleen slagkracht levert ter zee en in de lucht zal op het Navo-hoofdkwartier in Brussel stuiten op onbegrip: het bondgenootschap wijst al vele jaren op de belangrijkste Nederlandse tekortkomingen bij de landmacht. Nederland dient trouwe Navo-bondgenoot te blijven en tegelijkertijd de Europese defensiesamenwerking te versterken. Daarbij past niet alleen modernisering van de marine en de luchtmacht. Bij keuzen dan graag wat minder blauw en grijs om beter groen te realiseren.