Research

Trade and Globalisation

Op-ed

De nieuwe president van Iran

21 Jun 2013 - 12:41

De verkiezing van Hassan Rohani tot president van Iran is een kleine sensatie.

Niet dat hij nu de wereld op zijn kop zal zetten, want het is nog altijd de hoogste geestelijk leider, ayatollah Khamenei, die over leven en dood beslist. De ironie is dat de zege van Rohani juist zo afgetekend kon worden door het belachelijke verbod op deelname van echte hervormers aan de presidentsverkiezingen. Hadden die ook meegedaan, dan waren alle ‘gematigde’ stemmen zo verspreid uitgebracht dat er zeker een tweede ronde georganiseerd had moeten worden, met alle manipulaties van dien.

Rohani lijkt zich bewust van deze geestelijke uitglijder en verkondigde na zijn zege zelfverzekerder dan ooit dat hij ruimte ziet voor een andere koers. Des te interessanter dus om even in zijn recente geschiedenis te duiken, want zo kansloos als hij vooraf leek, zo ongeremd was hij in interviews en een boek over wat Iran tot nu toe fout deed en hoe het anders moet.

Alles draait natuurlijk om het nucleaire dossier: maakt Iran in het geheim een kernwapen of niet, en stevent de wereld af op een oorlog met het land?

Rohani was van 2003 tot 2005 de Iraanse hoofdonderhandelaar, na de ontdekking van het ondergrondse uraniumverrijkingsprogramma dat Iran voor het Internationaal Atoom agentschap had verzwegen. In 2005 werd hij aan de kant geschoven na de verkiezing van Ahmadinejad tot president. Eerst door de hardere onderhandelaar Larijani, en in 2009 door de nog hardere Jalili (nu ook presidentskandidaat, maar roemloos derde geworden).

Rohani was te soft in de ogen van Ahmadinejad en Khamenei. Hij had in 2003 (Sa’dabad) en 2004 (Parijs) een akkoord met de Europese trojka (Frankrijk, Duitsland, Verenigd Koninkrijk) uitonderhandeld, waarbij het atoomagentschap IAEA toegang kreeg tot verdachte atoominstallaties, en waarbij Iran zich vrijwillig onderwierp aan het Additioneel Protocol (regels die verscherpte en onaangekondigde IAEA-inspecties mogelijk maken).

Dat smaakte naar meer. In de onderhandelingen ging het vervolgens over garanties over en weer. Een woordenspel, maar in Iraanse ogen méér dan dat. In een interview met het Iraanse maandblad Mehrnameh, mei 2012, beschrijft Rohani hoe hij op 13 december 2004 inging op het voorstel van Javier Solana, de toenmalige ‘mister Europe’, dat Iran mokham (vrij vertaald: sterke) garanties zou geven dat het geen kernwapens zou maken. Solana liep iets voor de troepen uit, aldus Rohani, want de drie Europese ministers hadden het liever nog wat krachtiger gewild. Rohani’s antwoord was: luister, ‘wij geven u twee expliciete garanties: één is de fatwa van onze hoogste leider, die de productie van kernwapens haram (verboden, VN) verklaart. Deze fatwa is nog sterker voor ons dan het non-proliferatieverdrag en het Additioneel Protocol, belangrijker dan enig andere wet.’ Europa wist heel goed wat een fatwa waard is, aldus Rohani enigszins vilein, want ‘ze wisten ook wat de fatwa tegen Salman Rushdie inhield’.

‘De tweede garantie die ik de troika gaf, was het aanbod om “strategische betrekkingen” met hen aan te gaan, het hoogst bereikbare, want een land dat zoiets doet zal geen kernwapens maken.’ Rohani legt uit dat vooral Chirac steeds weer op strategische betrekkingen met Iran aandrong, ook vanwege de Franse belangen in Syrië en Libanon.

De onderhandelingen mislukten toch. In zijn boek Nationale Veiligheidsstrategie van de islamitische Republiek Iran schrijft Rohani dat toe aan de VS. De Duitse minister Joschka Fischer zou hem verteld hebben dat de VS de deal Europa-Iran weigerden. Maar Rohani erkent ook dat de Iraanse nezaam (vage term voor ‘de machthebbers’) na de machtsovername door Ahmadinejad weigerden met de VS (Bush) te onderhandelen. Hij erkent dat de VS daartoe de eerste stap had gezet, via IAEA-directeur El Baradei in Teheran die de boodschap had overgebracht, maar dat Teheran toen al te boos was dat het Westen de kwestie-Iran naar de Veiligheidsraad had gebracht. Boos, omdat de uraniumverrijking nog niet was begonnen en de aanleiding, opening van de fabriek in Isfahan, geen verrassing was voor het Westen.

Met Rohani’s toezegging dat hij betere relaties met het Westen wil, lijkt hij terug te willen naar mokham. En nu maar afwachten hoe mokham zijn woorden zelf nog kunnen zijn.