Research

Security and Defence

Op-ed

Defensie snakt naar zekerheid op de lange termijn

16 Nov 2016 - 15:30
Bron: © ANP

Op de dag van de bespreking van de defensiebegroting in de Tweede Kamer, moet worden geconstateerd dat de Nederlandse krijgsmacht kampt met een gebrek aan middelen om haar ambities te realiseren. Een kwart eeuw aan bezuinigingen heeft ertoe geleid dat de krijgsmacht zozeer is uitgehold dat het niet langer al haar taken kan vervullen. Dit voorjaar moest minister Hennis dan ook de pijnlijke conclusie trekken dat de krijgsmacht niet langer volledig in staat is om het eigen en NAVO-grondgebied te verdedigen.  

Verouderd materieel en een gebrek aan onderhoudscapaciteit en reserveonderdelen hebben geleid tot kannibalisme binnen de defensieorganisatie, waarbij een deel van het materieel wordt gebruikt als 'donor' om het overige materieel draaiende te houden. Veertig procent van de eenheden was in 2015 niet volledig inzetbaar. Dit gebrek aan slagkracht heeft ook de betrouwbaarheid van Nederland als samenwerkingspartner aangetast en kwam ons internationaal op kritiek te staan. Zo stelde de NAVO dat de kwaliteit van de Nederlandse krijgsmacht het gebrek aan kwantiteit niet langer kan compenseren.  

Maar het gebrek aan geld is niet het enige probleem. Het ontbreken van een goede bedrijfsvoering heeft ertoe geleid dat een deel van het beperkte geld dat beschikbaar was is verdampt. Door een verschuiving van politieke prioriteiten na verkiezingen bleken beleid en budget vaak niet lang houdbaar, waardoor het kon gebeuren dat pas aangeschaft materieel door nieuwe bezuinigingsrondes voor een spotprijs weer van de hand werden gedaan. Deze kapitaalvernietiging drukt verder op het toch al beperkte budget. De defensieorganisatie heeft daarom dringend behoefte aan een langetermijnperspectief.

Sluitpost van de begroting

Het besef dat het zo niet langer kan is inmiddels vrijwel overal doorgedrongen. Onder minister Hennis werden eerder aangekondigde bezuinigingen gedeeltelijk teruggedraaid, een voorzichtige opwaartse trend die navolging vindt in de conceptverkiezingsprogramma's van bijna alle politieke partijen.  

Het blijft echter de vraag wat er met de hernieuwde steun voor defensie gebeurt als de brandhaarden rondom Europa weer minder fel branden en de dreiging minder wordt gevoeld. In de afgelopen 25 jaar heeft defensie steevast als sluitpost van de begroting gefungeerd. Als de noodzaak van de krijgsmacht in de toekomst minder voelbaar is, is de kans groot dat defensie het opnieuw aflegt tegen andere begrotingsposten. Als kerntaak van de overheid zou defensie op meer zekerheid moeten kunnen rekenen. 

Meerjarige zekerheid van beleid en budget kan worden bereikt door het sluiten van defensieakkoorden, zoals in Zweden en Denemarken het geval is. Een dergelijk meerjarig akkoord wordt gesloten tussen coalitie- en oppositiepartijen en spreekt zich uit over de doelstellingen van de krijgsmacht en bijbehorend budget. Doordat het akkoord van kracht blijft na een regeringswisseling biedt het de krijgsmacht meer continuïteit en zekerheid.

Dit draagt bij aan het herstellen van de balans tussen ambities en middelen en de langetermijnplanning. Doordat een zo breed mogelijke groep parlementariërs betrokken is bij de totstandkoming van de akkoorden wordt daarnaast de politieke betrokkenheid bij het defensiebeleid versterkt. Ook dragen de akkoorden bij aan de betrouwbaarheid van een land als samenwerkingspartner en bieden daarmee mogelijkheden om Europese defensiesamenwerking te versterken. Een motie om te onderzoeken of defensieakkoorden ook in de Nederlandse context voordelen bieden werd door de Tweede Kamer breed ondersteund.

Politiek akkoord

Inmiddels heeft de ChristenUnie meerjarige defensiebudgetafspraken in haar conceptverkiezingsprogramma opgenomen, en spreekt ook de SGP zich in haar programma uit voor langetermijnzekerheid over het defensiebudget. Hoe invulling moet worden gegeven aan deze meerjarenafspraken moet nog nader worden bepaald. Hiervoor zijn meerdere varianten denkbaar. Naar Zweeds en Deens model zou kunnen worden gekozen voor een ambitieuze variant, waarin de belangrijkste taken en de inrichting van de krijgsmacht met bijbehorende begroting voor vijf jaar in een wet worden vastgelegd.

Maar ook minder ambitieuze varianten zijn denkbaar, waarbij de wettelijke status van het defensie akkoord wordt losgelaten. In de lichtste variant worden de belangrijkste uitgangspunten voor het defensiebeleid in een politiek akkoord onderstreept. De zekerheid en continuïteit die defensieakkoorden bieden dragen bij aan een oplossing voor de problemen waar de Nederlandse krijgsmacht mee kampt. De tijd lijkt daarom rijp om de totstandkoming van het Nederlandse defensiebeleid anders aan te pakken en een variant van defensieakkoorden ook in Nederland in te voeren.  

Dat juist defensie in aanmerking komt voor het sluiten van een politiek akkoord is verdedigbaar. Het essentiële collectieve goed 'veiligheid' vergt langetermijninvesteringen in een internationale context, waarbij de ontwikkeling van wapensystemen gemiddeld 20 jaar kost. Defensie neemt hiermee een bijzondere positie in ten opzichte van andere departementen.

De eerste stappen van de ChristenUnie en de SGP richting een meerjarig defensiebeleid en -budget verdienen daarom navolging. Via moties en amendementen kunnen meerjarige defensieakkoorden een weg vinden in de verkiezingsprogramma's van de andere partijen. Maar ook als dit niet gebeurt verdienen defensieakkoorden, en de mogelijkheden die ze bieden om meer stabiliteit en continuïteit te creëren voor het defensiebeleid, het om tijdens de coalitiebesprekingen op tafel te komen.