Research

Op-ed

Niet het Oosten maar het Zuiden bedreigt ons

02 May 2014 - 10:55
Bron: Flickr / Walt Stoneburner

Het is goed als er een einde komt aan bezuinigingen op Defensie, maar het roer hoeft niet om.

Meer geld voor Nederlandse krijgsmacht

Poetins interventie in Oekraïne lijkt een eind te maken aan de bezuinigingen op het Nederlandse defensiebudget. In Buitenhof van 27 april pleitte VVD-fractieleider Halbe Zijlstra voor meer geld voor de krijgsmacht, zij het vooral ter bescherming van onze economische belangen. Zijlstra liet zich niet uit over het extra bedrag. Oud-minister van Defensie Hans Hillen (CDA) deed dat wel. In Eén-op-Eén (28 april) sprak hij over jaarlijkse verhoging van de defensie-uitgaven met 1 miljard op een huidig budget van ruim 7 miljard euro. De ChristenUnie en de SGP zijn al langere tijd voorstander van hogere defensie-uitgaven.

Voor premier Rutte resten alleen nog D66 en coalitiepartner PvdA om een stevige parlementaire meerderheid zeker te stellen. Dat moet met het bekende Haagse uitruilspel - voor wat hoort wat - mogelijk zijn. Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem, die enige weken geleden nog tegensputterde, kan het resultaat dan verwerken in de Rijksbegroting 2015.

Nadruk op conflictbeheersing buiten Europa

Mocht dit geschieden, dan rijst wel de vraag 'waaraan het extra geld te besteden?' De krijgsmacht is afgelopen decennia niet alleen fors ingekrompen, maar ook heringericht voor conflictbeheersing buiten Europa. De nadruk ligt op snel inzetbare en pantserlichte eenheden. Onder Rutte-I zijn de twee laatste tankbataljons opgeheven.

Minister van Defensie Jeanine Hennis heeft de lijn doorgetrokken. De landmacht verliest nog meer vuurkracht. Van de twee gemechaniseerde brigades blijft er één uitgerust met het CV90 pantservoertuig (met een 90 mm kanon). De andere brigade wordt gemotoriseerd, lees uitgerust met lichtbewapende pantserwielvoertuigen. Voor het zware werk worden wel 37 JSF's aangeschaft, maar in essentie heeft de Tweede Kamer in november ingestemd met een krijgsmacht die het meest geschikt is voor inzet in Afrika of het Midden-Oosten.

Russisch nationalisme gebaseerd op de macht van Gazprom

Dat blijft de juiste keuze. De Koude Oorlog is niet teruggekeerd. Poetin voert een consistent beleid voor herstel van controle over gebieden die in wanorde verkeren vanwege zwakke regimes en corruptie op grote schaal. Dit alles dient het Russisch nationalisme, dat veel meer is gebaseerd op de macht van Gazprom dan op een sterk militair apparaat.

Hervorming Russische krijgsmacht

De hervorming van de Russische krijgsmacht loopt twee decennia achter bij het Westen. Weliswaar is het budget de laatste jaren toegenomen, maar de modernisering van het verouderde materieel en de herstructurering naar snel verplaatsbare eenheden verlopen traag, aldus het gezaghebbende Internationale Instituut voor Strategische Studies in Londen. Het lijkt dan ook onwaarschijnlijk dat Poetin zal intervenieren in NAVO-landen met Russische minderheden, zoals Estland en Letland.

Bondgenootschappelijke bescherming

Dat laat onverlet dat de NAVO er goed aan doet militaire versterkingen naar Polen en het Balticum te sturen om duidelijk te maken dat deze landen onder de bondgenootschappelijke bescherming vallen. Een langdurige confrontatie met het Westen bedreigt bovendien de Russische financieel-economische belangen vanwege de mogelijke afbouw van Europese afhankelijkheid van gasaanvoer en de toenemende werking van sancties.

Achterstallig onderhoud

Minister Hennis moet geen nieuwe defensienota schrijven. Ze moet het extra geld ten eerste gebruiken om achterstallig onderhoud - ontstaan door de slijtageslag van Uruzgan - sneller weg te werken dan thans het geval is. Materieel moet weer voor honderd procent inzetbaar worden en voorraden munitie en reservedelen dienen op peil te zijn.

Robuuste, snel verplaatsbare krijgsmacht nodig

Verder moet Defensie de capaciteiten versterken die ook straks het meest nodig zijn. De voortdurende instabiliteit in Noordelijk Afrika en het Midden-Oosten is Europa's overwegende veiligheidszorg. Wanneer de brandhaarden in die regio zich ongestoord kunnen uitbreiden, zullen we de gevolgen in de vorm van immigratiegolven, georganiseerde criminaliteit, terrorisme en extremisme blijven ondervinden.

De Nederlandse krijgsmacht moet samen met Europese partners bijdragen aan de beheersing en oplossing van die conflicten. Niet het Oosten maar het Zuiden bedreigt onze veiligheid. Daarvoor is een krijgsmacht nodig, die robuust is maar ook snel verplaatsbaar. Dat is ook voor de Oost-Europese NAVO-landen het meest geruststellend.