Research

Migration

Reports and papers

Het Turkse diasporabeleid in Nederland

24 Apr 2023 - 06:01
Onderzoek naar het perspectief van de Turks-Nederlandse gemeenschappen en het diasporabeleid van Turkije

De invloed die de Turkse overheid heeft op Nederlanders met een Turkse achtergrond is veelvuldig onderwerp van debat. Er bestaat echter nog geen goed beeld hoe de Turks-Nederlandse gemeenschap zélf aankijkt tegen het Turkse diasporabeleid. Dit rapport voorziet in deze leemte, middels een representatief kwantitatief onderzoek onder Nederlanders van Turkse afkomst. Daarnaast analyseert het de ontwikkeling en de drijfveren van het Turkse diasporabeleid. Een samenhangende analyse van de binnenlandse én buitenlandse dimensie van Ankara’s diasporabeleid is cruciaal om de impact ervan in te kunnen schatten. Het onderzoek is het eerste onderdeel van een tweeluik: in het najaar van 2023 volgt een tweede deel dat de effecten van de Turkse verkiezingen van 14 mei op het diasporabeleid zal behandelen.

Diversiteit binnen de Turks-Nederlandse gemeenschap

De Turks-Nederlandse diaspora kent een grote mate van diversiteit in de zin van identiteit, relaties en verbondenheid met Turkije, en maatschappelijke oriëntatie. Een aanzienlijk deel van de Nederlanders van Turkse afkomst identificeert zich vooral met Nederland, of zowel met Nederland als Turkije. Op het gebied van politieke voorkeuren bij de aanstaande Turkse verkiezingen valt de gemeenschap onder te verdelen in drie grote blokken: niet-stemmers, stemmers op president Erdoğan en stemmers op de verenigde oppositie (de Nation Alliance) (in orde van grootte).

Perspectieven op het Nederlands beleid

De drie politieke blokken waarin de Turks-Nederlandse gemeenschap onder te verdelen valt, zijn gematigd positief over de betrokkenheid van de Nederlandse overheid bij de gemeenschap. Hierbij dient wel te worden aangetekend dat de Turks-Nederlandse gemeenschap over de gehele linie meent dat de overheid meer moet doen om discriminatie tegen Nederlanders van Turkse afkomst tegen te gaan en dat het huidige palet van Turks-Nederlandse organisaties in Nederland geen goede afspiegeling vormt van de gemeenschap als geheel, en derhalve niet exclusief aan de basis moet staan van beleidsconsultaties. Daarnaast zijn er ook verschillen: stemmers op president Erdoğan in de Turks-Nederlandse gemeenschap kritischer staan tegenover de maatregel van de Nederlandse overheid dat buitenlandse politici drie maanden voorafgaand aan verkiezingen in hun land geen campagne in Nederland mogen voeren.

Percepties van het Turkse diasporabeleid

Stemmers op president Erdoğan zijn overwegend tevreden over de betrokkenheid van de Turkse staat bij de Turks-Nederlandse gemeenschap, terwijl oppositie- en niet-stemmers veel kritischer tegenover dergelijk beleid staan. Een kwart van de Nederlanders van Turkse afkomst voelt zich zelfs onveilig vanwege de Turkse invloed in Nederland. Ruim 40% wil dat de Nederlandse overheid de Turks-Nederlandse gemeenschap beter beschermt tegen de invloed uit Turkije, en deze behoefte wordt in vrijwel gelijke mate gedeeld door alle drie de politieke blokken (dus ook door de stemmers op president Erdoğan). Nederlanders van Turkse afkomst zien daarnaast ook de voor hen positieve kanten van het Turkse diasporabeleid. De meesten zijn bijvoorbeeld positief over de door Turkije gesteunde weekendscholen, waar kinderen met een Turkse  achtergrond onderwijs kunnen genieten in  de Turkse taal en cultuur.

De complexiteit van het Turkse diasporabeleid 

Een analyse van het diasporabeleid van Ankara door de jaren heen biedt een verklaring waarom de beleving van de diaspora van het Turkse beleid uiteen loopt. Het Turkse diasporabeleid is namelijk meer en meer een assertieve opvatting van Turkije als regionale mogendheid gaan reflecteren, alsook een meer nationalistische notie van het ‘Turk-zijn’ in de zin van loyaliteit aan de staat en vaderlandsliefde. Dit viel samen met de geleidelijke vereenzelviging van de Turkse staat met de AKP waardoor het diasporabeleid voor in Turkije uitgesloten groepen minder interessant is geworden, en soms zelfs een bedreiging.

Turkije voert sinds de jaren ’80 formeel een beleid voor zijn diaspora. In die periode is bijvoorbeeld Diyanet, het Turkse presidium voor Godsdienstzaken, opgericht om het geestelijk leven van de ‘Turken in het buitenland’ te voeden en te reguleren. Sinds de AKP van de huidige president Erdoğan aan de macht is, is het beleid fors uitgebreid. De AKP-regering richtte bijvoorbeeld een aantal nieuwe organisaties op om haar diasporabeleid te implementeren. Deze organisaties richten zich op het promoten van de Turkse identiteit, cultuur en verbondenheid met de Turkse staat alsmede diens buitenlandse politiek. Twee doelstellingen staan daarbij centraal: het mobiliseren van het eigen electoraat binnen de diaspora (mogelijk gemaakt door het stemmen in het buitenland tussen 2014-2016 drastisch te vergemakkelijken) en het monitoren van politieke tegenstanders. Dat laatste doel werd prominenter na de poging tot staatsgreep van 2016.

Een afgewogen benadering blijkt geboden

Op het eerste gezicht noopt het Turkse diasporabeleid vooral tot zorg in zoverre het uitsluiting en spanningen in Turkije naar Nederland exporteert, die vervolgens tot tijdelijke uitbarstingen kunnen komen rond nationale verkiezingen en belangrijke incidenten. Het bieden van voldoende – betere – bescherming is hier een voor de hand liggende taak voor de Nederlandse overheid, in ieder geval in de optiek van de respondenten in dit onderzoek. Op het gebied van religie en culturele identiteit is zorgelijkheid minder op zijn plaats, en ligt het voor de hand om de blik eerder te richten op het verruimen van de sociaaleconomische integratiemogelijkheden van Turkse Nederlanders met bijzondere aandacht voor het tegengaan van discriminatie. In beide gevallen suggereren de onderzoeksgegevens dat het formuleren van een effectief antwoord op het Turkse diasporabeleid een nauwkeurige analyse vereist van ontwikkelingen in Turkije, het buitenlandse beleid van Ankara, de gelaagdheid van de Turks-Nederlandse diaspora gemeenschap en het Nederlandse integratiebeleid ten aanzien van diezelfde gemeenschap. 

Lees rapport.