EU Forum

EU Integration

Markten minder coulant voor nieuw Europa

28 May 2014 - 14:14

Het nieuwe Europees Parlement staat samen met nationale regeringen en, de deze herfst aan te treden, nieuwe Europese Commissie de komende jaren voor belangrijke uitdagingen: de omgang met buurlanden (en daaraan gekoppeld het veiligheidsbeleid), energie(on)afhankelijkheid, migratie en het stimuleren van economische groei en banen.

De Europese verkiezingen vonden plaats in een context van welig tierend nationalistisch populisme, onzekerheid over globalisering en de wederkeer van de Europese geopolitiek. Verder worden zij omringd en gevolgd door tal van andere lokale, regionale en nationale stembusgangen en vormen zij de opstap naar een Brussels proces dat een half jaar of zelfs langer kan duren en mede de toekomstige lijn van de EU zal bepalen. 

Verscheidenheid zonder eenheid?

Ik zie de EU in dit onzekere klimaat niet snel doorpakken op de bovengenoemde essentiële terreinen. De manieren om de Europese economie een boost te geven zijn gemakkelijk te identificeren, maar minder makkelijk te realiseren. Zo is er een wereld te winnen in het vrije verkeer van diensten. De handel in goederen is tegenwoordig grotendeels pan-Europees. Echter met de dienstensector wil het maar niet vlotten, terwijl dit verreweg het grootste deel van de Europese economie vormt. Ook een vrijhandelsakkoord tussen de VS en Europa zou een grote stimulans zijn, maar dit zogenaamde TTIP (Transatlantic Trade and Investment Partnership) – dat 47% van de wereldeconomie zou beslaan – is nog ver weg, ondanks aanvankelijk optimisme.

Europa zal ook niet snel de handen ineenslaan voor een coherent energie- en/of buitenlands beleid. De belangen lopen simpelweg te ver uiteen. Dat blijkt nu weer met de crisis in de Oekraïne. Sancties tegen Rusland verwateren en landen ondermijnen met bilaterale afspraken de mogelijkheid op een gezamenlijk energiefront richting Moskou. Denk bijvoorbeeld aan de afzonderlijke afspraken die een flinke handvol EU-landen met Rusland heeft gemaakt over de aanleg van de South Steam gasleiding.

Hetzelfde zien we op het gebied van migratie: Italië smeekt andere landen om hulp bij de aanpak van de stromen migranten die het land te verwerken krijgt, maar de meeste andere EU-lidstaten kijken de andere kant op. Zeker de landen zonder buitengrenzen.

Uiteengeslagen kudde makkelijke prooi voor mondiale wolven

Europa dreigt ten prooi te vallen aan versplintering, terwijl een eensgezind Europa niets anders is dan een vorm van lijfsbehoud in een wereld waarin afzonderlijke landen geen partij vormen voor grootmachten als China en de VS. Als landen elkaar al vinden dan gaat dat vaak traag. Volgens oud-topdiplomaat Ben Bot is dat nu eenmaal de aard van het beestje. Waar markten graag tempo zien in het doorvoeren van hervormingen, “daar leven we in democratieën en die bepalen het tempo, niet de markten,” zei Bot onlangs. Coen Teulings legt het primaat ook bij de politiek. Volgens hem hebben de financiële markten de afgelopen jaren laten zien dat ze de Duitse bondkanselier Merkel belangrijker vinden dan het Duitse Constitutionele Hof in Karlsruhe; “zoals markten politici nu eenmaal altijd belangrijker vinden.”

Als die politici inderdaad zo’n overheersende invloed hebben, moeten ze nu wel iets aan hun opstelling veranderen. Leiders krijgen het volk alleen mee als ze tegelijk handelen én het volk aan de hand meenemen. Je komt nergens als de bevolking eerst om instemming wordt gevraagd of wanneer kiezers vertwijfeling bespeuren.  Maar juist aan doortastende leiders ontbreekt het nu. Hierdoor dreigen, in de niet al te verre toekomst, de markten de teugels over te nemen van de politici en hen te dwingen tot noodgrepen. Zoals we de afgelopen jaren ook zagen gebeuren.

Schop in de juiste richting

Waarschijnlijk heeft Europa ook straks weer een schop nodig om nieuwe, grote stappen te zetten om tot een sterkere Europese Unie en eurozone te komen. Om Europa dan (weer) in beweging te krijgen, kan wel eens een zeer harde schop nodig zijn als eurosceptische partijen het deels voor het zeggen hebben. Overigens hebben eurosceptici de meer kansen om via de nationale politiek de aanval op Brussel te openen dan vanuit het Europees Parlement. Dat kan zijn als anti-Europese partijen de regering vormen in een land of, subtieler, als een eurosceptische oppositie regeringspartijen dwingt om deels mee te gaan in negatieve retoriek tegen Brussel. Zoals de Franse president Hollande al enigszins deed als reactie op de pijnlijke nederlaag van zijn socialistische partij bij de Europese verkiezingen.

Een wankelende Europese commitment van de belangrijkste Europese leiders kan Europa nu net niet gebruiken. Zoals econoom en Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz zei: “The euro was a political project, but the politics were not strong enough to do it right.” De politiek zal veel kracht en doorzettingsvermogen moeten verzamelen om de eurocrisis helemaal achter zich te laten – werkeloosheid, private schulden en overheidsschulden zijn nog altijd zeer hoog, de bankensector is kwetsbaar en de kredietverlening blijft stagneren – en dat wordt in het huidige politieke klimaat nog een helse klus.

Een klus die wel geklaard moet worden, omdat het zonder stevig economisch fundament des te moeilijker wordt om op het gebied van buitenlands-, veiligheids- en energiebeleid een vuist te maken. Op die terreinen heeft de Europese politiek zo mogelijk nog meer steken laten vallen en nog minder ambitie tentoongespreid.

Met de mond vol tanden

Vooralsnog zijn de Europese politieke breisters wat betreft de eurocrisis vaak weggekomen met ad-hoc haak- en steekwerk. De huidige rust op de Europese financiële markten en het voorzichtige herstel van de economie zijn namelijk voor een groot deel te danken aan externe factoren en dan met name aan wereldwijd ruim monetaire beleid.

Een verkrapping van dat beleid vergroot de kansen op een oplaaiende eurocrisis. Dan zal de focus van regeringsleiders en Europese Commissie wederom volledig gericht zijn op het economische hoofd boven water houden. Tijdens dit paniekerige watertrappelen wordt het dan nog moeilijker om de blik naar buiten gericht te houden en krachtige slagen te maken om een  politieke speler van wereldformaat te zijn.

De politiek kan nu misschien nog hier en daar een slag laten lopen, maar aan de ruime foutenmarge die de markten toelaten kan sneller een einde komen dan vaak gedacht. We moeten dan hopen dat leiders niet met de mond vol tanden staan.