Research

Sustainability

Op-ed

Klimaatactie is ook een politieke kwestie

26 Jan 2021 - 11:12
Bron: Big floods in Jakarta. Indonesia. Project: JEDI. Photo: Farhana Asnap : World Bank

Deze opinie is gepubliceerd door het NRC Handelsblad. Lees het originele artikel hier

Investeringen in klimaatadaptatie in kwetsbare landen heeft alleen zin als ook de politieke belangen worden meegewogen, schrijft Louise van Schaik.

Nederland is maandag en dinsdag gastland van de Climate Adaptation Summit. Naast Mark Rutte en Cora van Nieuwenhuizen spreken onder andere Bill Gates, Angela Merkel en Emmanuel Macron. De digitale bijeenkomst komt uit de koker van het door Nederland geïnitieerde internationale klimaatadaptatiecentrum dat gevestigd is in Rotterdam en Groningen. De bedoeling is om te leren van reeds bestaande adaptatieprojecten en te benadrukken dat het mogelijk is om ons als mensheid te wapenen tegen de negatieve gevolgen van klimaatverandering. Voor Nederland is het positief dat er ook veel aandacht zal zijn voor de bijdrage van klimaatvriendelijke water -en landbouwtechnologieën, waar Nederlandse sterk in is.

Minder positief is dat de gevolgen van klimaatverandering vooral als technisch probleem worden gepresenteerd. Met nieuwe investeringen in water, landbouw, infrastructuur, en zelfs ingeplande herbestemming van mensen, zou het mogelijk moeten zijn om de gevolgen van klimaatverandering terug te brengen tot hanteerbare proporties.

Dit sluit aan bij de gedepolitiseerde aanpak die in Nederland zelf in zwang is. Al jaren geven wij miljarden uit aan dijkversterking en waterwerken, zonder dat dit politiek betwist wordt. Dit is niet zo verwonderlijk, omdat een groot deel van de bevolking beneden zeeniveau woont, hier veel geld wordt verdiend en we het ons kunnen veroorloven. Onze kustgebieden en rivieren zijn voor een groot deel het eigendom van de overheid, waardoor er nauwelijks onderhandeld hoeft te worden met machtige grondeigenaren. Wel groeit langzaamaan het besef dat boeren van hun waterschappen een laag waterpeil vragen, omdat drassig lastiger werkt, terwijl dit, in combinatie met langdurige droogte, leidt tot verzakkingen van huizen. Dit valt echter in het niet bij de onrust over energie- en emissiereductiebeleid; denk aan de protesten tegen gaswinning in Groningen, de windparken in polders, en de daaraan gekoppelde gesubsidieerde datacentra.

Compensatie arme landen

In de meeste andere delen van de wereld is klimaatadaptatie echter ook bijna altijd politiek. Aan het begin van de jaren 2000 werd financiering voor klimaatadaptatie in de internationale klimaatonderhandelingen gebruikt om ontwikkelingslanden mee te krijgen. Meer geld voor klimaatactie werd uitgeruild tegen steun voor de agenda van Europa en anderen om afspraken te maken over emissiereducties, terwijl de allerarmste landen zelf weinig emissies hebben en toen nog niet beseften hoe hard ze zouden worden geraakt door klimaatverandering. Inmiddels is dit veranderd en worden zij hard getroffen. Ze eisten daarop dat het rijke Westen in het Klimaatverdrag van Parijs (2015) zou erkennen dat er compensatie zal komen voor de door hen aangerichte schade (‘loss and damage’). Klimaatfinanciering is inmiddels beschikbaar, maar veel geld blijkt onderdeel uit te maken van reeds bestaande budgetten voor ontwikkelingssamenwerking, die in de vorm van leningen in plaats van giften worden gebruikt om activiteiten van het bedrijfsleven te steunen. Er wordt bovendien liever geïnvesteerd in de energietransitie in opkomende ontwikkelingslanden, dan in klimaatadaptatie in de allerarmste landen, die vaak ook minder stabiel zijn. Landen met conflicten, zwak bestuur en veel ongelijkheid en corruptie zijn minder aantrekkelijk, ook al hebben ze wellicht meer te lijden onder droogte en overstromingen.

Onlangs riep Olúfé́mi O. Táíwò in Foreign Policy op tot „herstelbetalingen ter compensatie van de klimaatkolonisatie”. Dit gaat wellicht te ver, maar het is duidelijk dat klimaatverandering ongelijkheid versterkt en dat het Westen lange tijd de grootste vervuiler is geweest. Sinds ongeveer tien jaar is dat China, maar dat heeft nog steeds een iets lagere uitstoot per hoofd van de bevolking. Er is daarnaast een relatie tussen klimaatverandering en politieke spanningen, migratie en conflictrisico. Juist daarom zou er meer gedaan moeten worden aan het verzachten van klimaatgevolgen in de kwetsbaarste regio’s en landen.

Morele dilemma's

Een gedepolitiseerde aanpak, zoals in Nederland, maakt juist in die situaties weinig kans van slagen. Het gaat dan immers om het klimaatweerbaar maken van mensen en hun bezittingen in gebieden die doorgaans in handen zijn van bendes of corrupte elites, zonder bescherming van een goed functionerende rechtsstaat en bestuur. Ook zijn er morele dilemma’s zoals hoe om te gaan met mensen die leven in gebieden die zo warm worden, dat het niet langer mogelijk is om er te leven. En wat als er miljarden nodig zijn in gebieden die dat nooit kunnen terugbetalen; is het dan beter om de bevolking te laten verhuizen? Maar wat zijn daarvan dan de politieke en culturele implicaties?

De Nederlandse water -en landbouwtechnieken kunnen mensen in andere landen zeker helpen om zich te wapenen tegen klimaatverandering. Echter, Nederland moet niet onderschatten dat veel investeringen in andere delen van de wereld alleen zin hebben als ook de politieke belangen goed in kaart worden gebracht en meegenomen bij klimaatadaptatie. Morele dilemma’s kunnen daarnaast niet onder de tafel worden geschoven. Het benaderen van klimaatadaptatie als technische oplossing in een maakbare welvarende samenleving werkt nu nog in Nederland, maar is niet haalbaar in veel andere delen van de wereld.

Neem ook een kijkje op de Planetary Security Initiative.

Volg @PlanSecu en @LouiseVanSchaik op Twitter.