Research

Trade and Globalisation

Op-ed

De keerzijde van het handelsverdrag

07 Feb 2014 - 12:39
Bron: Flickr / Pryere

Waarom niet iedereen blij is met een handelsverdrag tussen de VS en Europa.

Normaal gesproken niet opzienbarend, en fijn voor Europese liefhebbers van goedkoop Amerikaans rundvlees of voor Monatoetjes op de Amerikaanse markt. Maar de inzet van het TTIP ontstijgt de keukentafel, want een akkoord zou betekenen dat er een grote stap gezet wordt naar één transatlantische economische ruimte waar 800 miljoen rijke consumenten wonen. Een succesvolle TTIP zou een groei van 1 à 2 procent voor de totale economie opleveren. Voorstanders zeggen dat zo’n zone ook een cruciale strategische bonus zou zijn in het Grote Krachtenspel van de wereldmachten. De Chinese economie passeert over een paar jaar de Amerikaanse in omvang en zal dan de grootste ter wereld zijn. In haar eentje zorgde de Chinese economie de laatste jaren al voor 40% van alle economische groei in de wereld. Een grotere Chinese zeggenschap over de spelregels in de wereld, of het nu over de wereldhandel of over veiligheid en milieu gaat, is onvermijdelijk. Wie betaalt bepaalt, dat geldt uiteindelijk ook op het hoogste niveau van de wereldpolitiek. De oude spelregels zijn erg westers, en niemand twijfelt eraan dat er water bij de wijn gedaan zal moeten worden.

Maar daar schuilt een controverse. Opkomende economieën in de wereld zeggen dat de VS en de EU niet bilateraal maar multilateraal over nieuwe spelregels moeten praten: daar hebben we de Wereldhandelsorganisatie (WTO) voor. Sterker nog: een transatlantisch TTIP-onderonsje zou ook nog ten koste van ons gaan, klagen landen als China. Want waar de EU en de VS waarschijnlijk mikken op mutual recognition (elkaars producten ondanks kwaliteitsverschillen toelaten op elkaars thuismarkt) zullen producten uit derde landen aan dubbele standaarden moeten voldoen. Afgezien daarvan is het de vraag of het politiek handig is om een grootmacht als China bij voorbaat van een deal uit te sluiten. Aangezien de VS ook een Trans Pacific Partnership willen afsluiten (met Japan en Zuid-Korea, maar zonder China), gaat Beijing zich omsingeld en gediscrimineerd voelen.
 
Het is de vraag of het politiek handig is om grootmacht China bij voorbaat van een handelsmissie uit te sluiten
 
Daartegenover staat dat wereldpolitiek geen kinderspel is en het natuurlijk niet verboden is voor de VS en de EU om zich samen sterk(er) te maken. Het mag wel beleefder zijn om heel breed in de WTO tot wereldwijde afspraken te komen, dát overleg heeft sinds 1994 niks dan gezucht en gezeur opgeleverd. Terugvallen op bilateralisme ligt dus nogal voor de hand. Rekening houden met de belangen van derde landen zou overigens wel heel wijs zijn. Al was het maar om de kans op wereldwijde spelregels groter te maken, wat ten slotte tot ieders voordeel is.
 
Intussen is ook op een lager niveau – van de EU en de VS zelf – strijd losgebarsten. Is TTIP een sinister complot van oncontroleerbare bureaucraten? Nee, het is niet gebruikelijk om de onderhandelaars in dit soort grote onderhandelingen te dicht op de huid te zitten. Dan bestoken allerlei lobby’s de onderhandelaars met duizend stokpaardjes en komt er niets van terecht. Maar het eindresultaat moet natuurlijk wel langs de volksvertegenwoordigingen van (in dit geval 28+1) landen. Dat levert onvermijdelijk verwijten op van te weinig democratische controle. In ons land van opgewonden neogaullistische academici (Baudet), die nogal geïnspireerd lijken door een vlammende aanklacht van de Guardianblogger George Monbiot. Geen onzin, hun bezwaar tegen schimmige tribunalen die TTIP-handelsgeschillen moeten gaan oplossen, maar dat zou ondervangen kunnen worden door WTO-geschillenbeslechting af te spreken. De VS heeft sinds vorige week ook een binnenlands probleem, van een iets andere orde. Senator Harry Reid wimpelde een wens van Obama af om fast track over TTIP te mogen onderhandelen, een procedure waarbij de Senaat aan het eind van de rit alleen ja of nee zou mogen zeggen. Democratie? Nee, protectionisme en electoraal wel zo veilig.
 
Strategen willen niets weten van zulke oppositie, want voor hen heiligt het doel de middelen: beter een halfdemocratisch goed verdrag dan een democratisch slecht verdrag, of een Chinese handelsorde.