EU Forum

Economische beleidsvragen vóór en na de Europese verkiezingen 2014: This time it’s different?

25 Feb 2014 - 10:29

Op 22 mei 2014 gaat Nederland naar de stembus voor de Europese verkiezingen. Om een voorzet te geven op de komende politieke strijd rond het Europees economisch beleid, organiseerde Instituut Clingendael een debat met de economische experts van vijf partijen: Wim van de Camp, kandidaat voor het CDA, Bas Eickhout, lijsttrekker voor GroenLinks, Eric Smaling, kandidaat voor de SP, Maarten Smit, kandidaat voor de VVD, en Paul Tang, lijsttrekker voor de PvdA. Onder leiding van Jan Marinus Wiersma gingen zij in discussie over de aanpak van de eurocrisis, de invloed van het Europees Parlement (EP) en hun toekomstbeeld voor het Europees economisch beleid.


This time it’s different?


Adriaan Schout, Europa expert van Instituut Clingendael, illustreerde twee belangrijke ontwikkelingen en concludeerde dat de slogan ‘This time it’s different’ terecht is. Het EP probeert haar positie te versterken door uit eigen kringen de volgende Commissievoorzitter naar voren te schuiven. De zoektocht van het EP naar meer macht is niks nieuws, maar voegt een extra dimensie toe aan deze verkiezingen. Wél nieuw is de gegroeide invloed van de EU op het economisch beleid in de lidstaten. Het Europees Parlement kan een belangrijke taak vervullen met het controleren van de Europese beleidskeuzes. “Gaat het EP zich nou écht meer met het economisch beleid bezig houden?”, vroeg Schout aan de politici.


Opmaken van de balans


Van de Camp opende het debat met de opmerking dat het EP nog geen volwaardig parlement is, hoewel de wetgevende macht op het gebied van de economische en monetaire unie wel versterkt is. Eickhout stelde dat het EP goed werk heeft geleverd op terreinen zoals het reguleren van bonussen voor bankiers en het Europees begrotingstoezicht, maar gefaald heeft in de algehele richting van de oplossingen met te veel nadruk op bezuinigen. Ook Tang was niet te spreken over de eenzijdige focus op het terugdringen van begrotingstekorten. De Sociaaldemocraten hebben de strijd voor sociale normen verloren aan een rechtse meerderheid.

Smaling ging nog een stapje verder in zijn kritiek op het bezuinigingsbeleid en stelde dat Brussel gezien wordt als een “ideologische dictator” door de inmenging met nationale financiën. Volgens Van de Camp is dit beeld te kortzichtig: “alles over rechts, links gooien, je komt er nog wel achter dat het aanmerkelijk genuanceerder ligt”. Smit (VVD) is van mening dat het EP zich volwassen heeft opgesteld in de discussies over de eurocrisis.


Voorbij de eurocrisis


Over de koers van het Europees economisch beleid voor de komende jaren en manieren om de beleidswensen in vervulling te laten gaan via de politieke onderhandelingen, bestonden nogal wat verschillende inzichten. Smit promootte het VVD gedachtegoed van liberalisering en voltooiing van de interne markt om tot meer werkgelegenheid te komen, bijvoorbeeld door het afschaffen van “beschermde banen”. Volgens Tang moet er de komende jaren veel meer aandacht zijn voor het behoud van het Europese sociale model, dat onder grote druk staat. De rekening van de crisismaatregelen is bij de burger komen te liggen. “De financiële sector moet weer dienstbaar worden aan u en aan mij”, aldus Tang.

Eickhout waarschuwde Tang dat zijn sociale wensen alleen doorgevoerd kunnen worden met een linkse meerderheid in het EP in plaats van een grand coalition tussen de twee grote fracties van de Christendemocraten en de Sociaaldemocraten, waardoor alle politieke kleur in het EP verloren gaat. “Paul, laat het niet gebeuren!”

Volgens Van de Camp komt die grote coalitie er toch wel. Het gaat “om politiek, om macht, en die komt tot stand in een coalitie tussen Christendemocraten en Sociaaldemocraten”. Smaling (SP) is kritisch over de “one size fits all uitstraling” van het Europees Parlement: “Er is geen Europees volk, en geen Europese democratie, dus het EP moet het verlengstuk van de nationale parlementen zijn”.

Deze politieke meningsverschillen over de gevolgen van de eurocrisis en het Europees economisch beleid zullen de komende maanden verder op scherp worden gezet. Pas ná de verkiezingen zal blijken of het deze keer echt anders is.