Research

Migration

Articles

Mensensmokkelnetwerken in Libië onder de loep

20 Dec 2016 - 15:24
Bron: Ismail Zitouny / Reuters

Waarom een ‘one-size-fits-all’ aanpak niet effectief kan zijn 

Libië kon de afgelopen jaren uitgroeien tot het epicentrum van mensensmokkel in Noord-Afrika. Noch migratie naar Libië, noch het bestaan van mensensmokkelnetwerken in Libië is echter nieuw: al decennialang is het land een bestemming voor regionale migratie. Mensensmokkel werd oogluikend toegestaan door Qadhafi.

Wat wel nieuw is, is de criminaliteit waarmee mensensmokkel in Libië gepaard gaat. Migranten worden ontvoerd, gevangen gehouden, afgeperst, uitgebuit, verkracht, gemarteld, en zelfs door het smokkelsysteem tot migratie gedwongen: sommige migranten eindigen tegen hun wil op gammele bootjes richting Europa. Dit kan gebeuren in – en dankzij – een context van wetteloosheid en chaos. Sinds de val van Qadhafi wordt Libië geplaagd door conflict dat wordt uitgevochten door een scala aan lokale milities en een zwakke centrale overheid die op veel plaatsen overstemd wordt door gewapende groepen.

Migranten in Libië zijn verworden tot handelswaar, en daarmee is de grens tussen mensensmokkel en mensenhandel in Libië vrijwel vervaagd. Het geeft ook aan dat migratie in Libië niet altijd meer gaat om mobiliteit en de zoektocht naar een beter bestaan: veel migranten willen uit Libië weg maar worden vastgehouden, en andersom neemt migratie naar Europe weliswaar toe, maar lang niet altijd omdat de migrant dat wenst. We vinden in Libië een verwevenheid van mensensmokkelaars, netwerken die personen als handelswaar gebruiken, en mensenhandelaars.

Een ander opvallend kenmerk van de mensensmokkel in Libië is dat er véél verschillende actoren bij betrokken zijn, hetzij direct (als smokkelaars) of indirect (als beschermers of profiteurs). Allen opereren als schakels in dezelfde ketting. Er zijn smokkelaars die al actief waren vóór de revolutie, en er zijn nieuwkomers op de markt.  Er zijn centraal geleide criminele organisaties, maar ook meer horizontale netwerken waar smokkelaars in- en uit stappen.
Het beeld wordt nog genuanceerder als we kijken naar de verschillende motieven achter de betrokkenheid bij mensensmokkelnetwerken. Het is belangrijk om deze beweegredenen te begrijpen omdat het ons vertelt waarom mensensmokkelnetwerken zo’n fundamenteel onderdeel zijn geworden van de politieke economie van Libië.

1. Legitimiteit

Allereest zijn er actoren die mensensmokkel gebruiken als een instrument om hun eigen bestaan en hun positie in de politieke economie van Libië te legitimeren. Het gaat dan vooral om gewapende groepen en milities (waarvan Libië er duizenden heeft) die namens de overheid ‘law and order’ uitoefenen en ook een rol hebben verworven in het ‘management’ van migranten. Staatsdetentiecentra waar migranten worden vastgehouden en zelfs delen van de kustlijn worden in opdracht van de regering bewaakt door dit soort gewapende groepen. 

Lokale milities zijn de enige groepen met autoriteit in grote delen van Libië. Zij grijpen echter de instabiliteit en de migratiecrisis ook handig aan om hun eigen macht te versterken. Zij claimen dat ze namens de staat handelen in de aanpak van migratie en mensensmokkel, maar de migratiegolf brengt hen vooral legitimiteit en inkomsten. De situatie van migranten lijkt ondergeschikt aan dat doel. Er is dus sprake van een dubbelspel: er zijn legio verhalen over hoe bewaarders die werken in detentiecentra van de staat (maar in feite leden zijn van de gewapende groepen) worden omgekocht door mensensmokkelaars om migranten over te dragen, en zelf ook migranten en smokkelaars afpersen.

2. Territoriale en politieke macht

Naast de aan-de-staat gelieerde gewapende groepen, is er ook een breed spectrum aan gewapende groeperingen die zeer machtig zijn in delen van Libië maar onafhankelijk opereren van centrale machthebbers. Zij gebruiken mensensmokkel (en andere vormen van criminaliteit) om geld te verdienen en hun territoriale en politieke macht op lokaal niveau te vergroten. Tot deze categorie horen ook groepen die zelf niet actief smokkelen, maar bijvoorbeeld wel konvooien met goederen en personen tegen betaling doorlaten of beschermen. Ze hebben daarbij weinig op met de overheid: zij hebben baat bij een zwakke en corrupte staat om hun activiteiten voort te kunnen zetten. Sterker nog, deze actoren zijn ‘spoilers’ in de aanpak van migratie en het staatsopbouwproces in Libië in het algemeen.

3. Levensonderhoud

Tot slot is er een grote groep Libiërs die mensensmokkel niet per definitie als illegaal bestempelt. Zij beweren dat ze in de mensensmokkel zijn beland omdat er geld in te verdienen valt, en slechts een veelgevraagde dienst leveren. Voor deze lokale en vaak jonge ‘ondernemers’ is mensensmokkel een manier om te overleven in een chaotische en gevaarlijke omgeving met weinig andere kansen op werk of opleiding en een overheid die niet kan leveren. De vissers aan de Libische kust zijn een voorbeeld: velen hebben hun boten gebruikt of ‘uitgeleend’ voor mensensmokkel omdat het vervoeren van migranten zoveel lucratiever is dan een vissersbestaan.

Uiteraard mag dit geen excuus zijn voor de buitensporig slechte behandeling van migranten in Libië. Maar het geeft wel aan dat mensensmokkel óók een manier is om te voorzien in levensonderhoud, en dat het bestrijden van zo’n broodnodige vorm van inkomen niet perse de stabiliteit in het land zal bevorderen indien er geen alternatief wordt geboden.

De wijdverbreidheid van mensensmokkel en de motieven die eraan ten grondslag liggen, verklaren waarom het zo’n opgave is om mensensmokkelpraktijken in Libië met wortel en tak uit te roeien. Het bestrijden van het verdienmodel van mensensmokkelaars is één van de voornaamste doelstellingen van internationaal beleid gericht op de migratiecrisis. Maar voor een effectieve aanpak is het cruciaal om het belang te erkennen van wat degenen die betrokken zijn in mensensmokkelnetwerken, met deze activiteit kunnen verdienen – uiteenlopend van geld voor hun dagelijks brood tot legitimiteit en politieke en territoriale macht. Een ‘one-size-fits-all’ aanpak is daarom niet het antwoord.