Research

Security and Defence

Op-ed

Verhoging defensiebudget hoogstnoodzakelijk

02 Sep 2015 - 08:52
Bron: Abandoned tanks / Charlie / Flickr / CC

Soldaten die piefpafpoef roepen op schietoefening. Een schrijnender voorbeeld van de situatie waarin onze krijgsmacht verkeert is haast onmogelijk. Defensie gaf als verklaring voor deze onacceptabele situatie, lange leveringstijden en veel verbruik van munitie bij missies. Maar voor ingewijden kwam dit munitietekort niet onverwachts. Eerder dit jaar had de Algemene Rekenkamer immers al de bedrijfsvoering fors bekritiseerd. In de woorden van de toenmalig president van de Rekenkamer, Saskia Stuiveling: „Op nogal wat plekken constateren wij fricties tussen politieke ambities en de beschikbare tijd, mensen en middelen om die goed uit te kunnen voeren.” De defensieorganisatie kraakt dan ook in haar voegen.

De verklaring voor deze verzwakte krijgsmacht ligt nogal voor de hand. Sinds de Koude Oorlog is Defensie voortdurend getroffen door bezuinigingen. Dieptepunt was de 1 miljard euro aan bezuinigingen onder het kabinet-Rutte I. In de huidige kabinetsperiode bedraagt het defensiebudget ongeveer 8 miljard euro per jaar. Daarvan is bijna 1,4 miljard bestemd voor pensioenen en wachtgelden. Rest ongeveer 6,5 miljard per jaar.

De investeringsquote is de afgelopen vijf jaar gekelderd van ruim 20 procent tot 13,5 procent in 2013. Dit betekent onder meer dat de krijgsmacht steeds minder in staat is de eenheden uit te rusten met adequate middelen en die daarmee te trainen. Het defensiebudget is ook sterk afgenomen als percentage van het bruto nationaal product (bnp), nu net boven de 1 procent. Zonder de bedragen voor pensioenen en wachtgelden is het percentage ongeveer 0,9 van het bnp; het gemiddelde percentage van de Europese NAVO-landen is 1,6 procent van het bnp.

Wat is het resultaat van al deze financiële ingrepen? De krijgsmacht is de afgelopen decennia gereduceerd van meer dan 100.000 militairen tot ongeveer 40.000. Het aantal infanteriebataljons (inclusief mariniers) ging van zeventien naar negen. Het aantal fregatten verminderde van vijftien naar zes. De tanks werden afgeschaft. Het aantal pantservoertuigen werd verminderd van bijna 3000 tot ruim 700. Het aantal gevechtsvliegtuigen werd gereduceerd van meer dan 200 naar 68, en na de vervanging van de F-16 door de F-35 tot 37; straks zijn er niet meer dan vier vliegtuigen beschikbaar voor langdurige inzet in internationale operaties.

Als gevolg van het voorgaande is de ambitie van de Nederlandse krijgsmacht wat betreft langdurige deelname aan vredebewarende operaties dan ook verminderd van vier naar één.

Mede dankzij Poetins rol in Oekraïne en de problematiek in het Midden-Oosten en Noord-Afrika groeit in ons land het veiligheidsbewustzijn. De verhoging van het defensiebudget in het najaar van 2013, dankzij de inzet van de constructieve oppositie, en de verhoging van de begroting 2015 met structureel 100 miljoen euro zijn een trendbreuk genoemd. In feite gaat het echter om een verzachting van de grote bezuinigingen uit eerdere jaren.

Volgens recente berichten wil de VVD de Defensiebegroting voor het komend jaar met 375 miljoen euro verhogen. Waar moet dit geld naar toe? De Algemene Rekenkamer heeft met zijn knelpuntenrapport over de materiële inzetbaarheid al het nodige huiswerk verricht. Een aantal voorbeelden:

De luchtverdedigings- en commandofregatten verhuizen al twee jaren lang een groot aantal onderdelen van het ene fregat –dat stilligt voor groot onderhoud– naar andere fregatten. Dit omdat er onvoldoende reserveonderdelen zijn om alle fregatten volledig te kunnen inzetten.

Bij de landmacht verloopt de levering van reserveonderdelen zodanig problematisch dat een aanzienlijk deel van de voertuigen stilstaat. Sommige voertuigen worden gebruikt als ‘donor’ om andere voertuigen aan de praat te houden.

Beperkingen in onderhoudscapaciteit en reserveonderdelen voor de Chinooktransporthelikopters resulteerden erin dat een deel van de opleidingen en trainingen niet kon worden uitgevoerd.

Sommige wapensystemen zijn extra ingezet, zoals de Patrioteenheid en de F-16’s. Deze hogere inzet is alleen mogelijk als er naderhand een aanzienlijke herstelperiode wordt ingelast.

Het voorgaande leidt tot de volgende aanbevelingen:

1. De oplossing van de knelpunten van de Rekenkamer is een begin om de krijgsmacht op verantwoorde wijze zijn taken in de huidige wereldwanorde te laten uitvoeren.

2. De snelle inzetbaarheid en het expeditionaire karakter, het voortzettingsvermogen en de slagkracht van de Nederlandse krijgsmacht moeten worden vergroot.

3. De krijgsmacht moet een hoger ambitieniveau aankunnen. Het aantal conflictgebieden rond Europa neemt toe. „De vraag overtreft het aanbod en ik moet regelmatig nee verkopen of onze bijdrage beperken. We balanceren echt op het randje”, constateerde commandant der strijdkrachten generaal Tom Middendorp onlangs.

4. Sterker dan tot dusver moet worden ingezet op internationale defensiesamenwerking.

Voor de vervulling van deze doelstellingen moet worden begonnen met een stapsgewijze structurele verhoging van het budget met ten minste 1,5 miljard euro. Daarmee kan een eerste stap worden gezet voor de oplossing van bestaande knelpunten. Dan komen herstel van de inzetbaarheid van de krijgsmacht en een bescheiden vergroting en vernieuwing van de operationele capaciteit in zicht.

Voor de middellange termijn moet het gemiddelde van de Europese NAVO-landen als doel gelden: 1,6 procent van het bruto nationaal product. Daarvoor is een meerjarenperspectief nodig waarin Defensie voor de komende vijf à tien jaar een stabiele financiële grondslag heeft.

In een wereld die gekenmerkt wordt door onzekerheden kampt de Nederlandse krijgsmacht met ernstige tekortkomingen in de uitvoering van zijn taken. Ons land schiet tekort gemeten naar zijn internationale ambities en verplichtingen. Alleen door een geleidelijke verhoging van het defensiebudget ontstaat het perspectief dat de krijgsmacht in de wankele wereldorde van vandaag en morgen weer berekend zal zijn op zijn taken.