Research

Conflict and Fragility

Op-ed

Mali: kruitvat van wapens en grieven

06 Jun 2014 - 13:27
Source: Flickr Göran Höglund (Kartläsarn)
De wijdverbreide georganiseerde misdaad in Mali is een van de grondoorzaken van het extremistische geweld. Eenvoudige oplossingen zijn er niet.
 
De situatie in het noorden van Mali is verre van stabiel. Afgelopen weekend alleen al vielen er tientallen doden bij oplaaiend geweld tussen Toearegstrijders en het Malinese leger in Kidal en eerder werd de Nederlandse basis in Gao opgeschrikt door een raketaanval op steenworp afstand van de Nederlandse troepen. Waar het de bevolking ontbreekt aan economische mogelijkheden, is er een overvloed aan wapens, etnische vetes en religieus extremisme. In deze context is het beheersen van geweld uiteraard de hoogste prioriteit van de VN vredesmissie (Minusma) en van de 450 Nederlanders die de missie dienen. Helaas is het indammen van acute dreiging alleen niet voldoende om de regio te stabiliseren. Daartoe is een aanpak van de grondoorzaken van de cyclus van armoede, conflict, geweld en criminaliteit vereist.
 
De verankering van de internationale georganiseerde misdaad in de politieke en economische netwerken in het noorden van Mali vormt daarvoor een van de grootste uitdagingen. Zo stelde de Nederlandse overheid in haar toelichting over de bijdrage aan de VN vredesmissie: 'Mali ligt van oudsher op een kruispunt van smokkelroutes', welke volgens de toelichting een belangrijke financieringsbron vormen van terroristische activiteiten. In Frankrijk wordt in dit verband gesproken van een nieuwe, hybride vorm van strijders in woestijngewaad: de zogenaamde 'gangster-jihadisten'.
 
Dergelijke stereotypen zijn niet per se behulpzaam. Het is zelden makkelijk om in kaart te brengen welke netwerken en transacties ondersteunend zijn aan de georganiseerde misdaad. Maar in Mali is dit haast ondoenlijk. Ter illustratie: een Europese politieofficier die hiertoe te rade ging bij de nationale autoriteit ter bestrijding van drugs, trof diens kantoor grotendeels verlaten aan. Bestrijden van drugshandel staat nu eenmaal niet hoog op de agenda.
 
In een recente studie van de Clingendael Conflict Research Unit, hebben we echter een poging gedaan een idee te krijgen van de infrastructuur van de georganiseerde misdaad in Mali. We hebben in kaart gebracht hoe deze zich gedroeg vóór de crisis in 2011 en hoe deze zich heeft ontwikkeld in reactie op de jihad, coup en uiteindelijk militaire interventie. Hiervoor hebben we beperkt gedocumenteerd bewijs samengebracht met antropologisch en politicologisch onderzoek en journalistiek werk, en deze vergeleken met informatie uit interviews met ooggetuigen die tegenwoordig meer vrijuit kunnen spreken.
 
Het beeld dat hieruit ontstaat, is er een van intimiderende complexiteit. Zo schiepen illegale activiteiten deels de voorwaarden voor gewelddadig extremisme, doordat islamistische netwerken in het Noorden de ontvoeringindustrie ondersteunden. Deze praktijk bracht de afgelopen tien jaar zo'n 90 miljoen euro op, wat direct werd omgezet in nieuwe wapens en rekruten. Ook ontdekten lokale smokkelnetwerken de lucratieve link met de drugshandel in Zuid-Amerika, waarmee ze hun entree maakten in de transnationale georganiseerde misdaad. Een berucht voorbeeld hiervan betreft de Air Cocaine-casus: in 2009 landde een Boeingjet afkomstig uit Zuid-Amerika afgeladen vol met cocaïne in de woestijn bij Gao. In een mum van tijd was de lading gelost en was Air Cocaïne slechts een van de vele smetten op de Malinese geschiedenis.
 
Profiteren van het gebrek aan rechtsorde was veelal gemeengoed in het hele land. Banen in de publieke sector werden systematisch 'gekocht' of toegekend aan het loyale gevolg van hoge politici. Een voormalig minister vertelde mij bijvoorbeeld dat het rekruteringsbeleid binnen de politie en het leger ronduit schandalig was. Om die reden is het ook niet verwonderlijk dat de coup in maart 2012 werd geleid door een laaggeplaatste legerkapitein. Tegelijkertijd werden kidnappers en drugshandelaren gefêteerd door presidentiële adviseurs; zij kregen Toyota Landcruisers en genoten bescherming van de rechterlijke macht. Terwijl de allerarmsten in het noorden van Mali hun honger moesten stillen met smokkelwaar uit Algerije.
 
Ondanks het terugkerende geweld in het Noorden, de wankele vredesbesprekingen met de rebellen en een sluimerende teleurstelling over de nieuwe president, bevindt Mali zich nu in een betere situatie dan een jaar geleden. Maar we moeten ons geen enkele illusie maken over de chronische kwetsbaarheid van het land voor de caleidoscopische georganiseerde misdaad. Noch over de structurele corruptie en het nepotisme, die de dagelijkse realiteit vormen. Cocaïne vindt een nieuwe maritieme en luchtroute naar de Europese clientèle en andere narcotica worden nu verhandeld via Niger en Libië. Maar dit neemt niet weg dat misdaad, illegale handel en afpersing cruciale instrumenten blijven in de handen van de gewapende facties die nu het Noorden controleren - met de stille instemming van de VN. Wie weet wanneer de volgende gelegenheid zich aandient voor deze groepen om hun contacten op te poetsen met een cocaïnehandelaar in de Andes of een tussenpersoon uit de ontvoeringsindustrie?
 
De verleiding is natuurlijk groot om dergelijke vormen van misdaad met harde hand de kop in te drukken. Helaas, we kennen consequenties van zo'n omvattende aanpak uit ervaringen elders ter wereld en die zijn weinig hoopgevend. De Talibanopstand na 2004 en de 60.000 doden uit de Mexicaanse drugsoorlog zijn onlosmakelijk verbonden met goedbedoelde, maar klungelige uitgevoerde misdaadbestrijding - zo onderschrijft ook een recent rapport van de London School of Economics over internationale drugsbestrijding. Mali en haar buurlanden zijn kruitvaten van wapens en grieven.
 
De georganiseerde misdaad moet als een van de grondoorzaken van het geweld en de opstand met grote prioriteit worden aangepakt, maar wel met de grootst mogelijke voorzichtigheid.