“Zonder stabiele economie en euro zijn de topprioriteiten van transities en versterking van de geopolitieke kracht van de EU onhaalbaar. De vraag is dan ook: wat gaat Nederland doen aan Europese handhaving?”

Europees economisch bestuur steeds belangrijker

Een belangrijk onderwerp dat op de Europese agenda staat is de stabilisering van de eurozone. Duidelijk is dat de titel “Voor­uitkijken” van het regeerakkoord slechts in geringe mate op het Europese economische bestuur is toegepast. In algemene zin wordt gerept van “modernisering” van het Stabiliteits-en Groeipact, betere handhaving als lidstaten gevaarlijk economisch beleid voeren, en openstaan voor verdragswijzigingen. De harde toon uit het regeerakkoord van 2017 over rode lijnen in het Europese economische bestuur – zoals geen eurobonds – ontbreekt. De harde lijn is overigens mogelijk eerder geparkeerd dan teruggenomen omdat binnenlandse relaties, transities, en de coronacrisis de aandacht opeisen, zoals we ook in Duitsland zagen. In combinatie met extreem lage rentes creëert dit de ruimte voor een positieve maar algemene Europese toon. Europese begrotingseisen zijn opgeschort om deze fase te doorstaan. Terwijl inflatie – en dus rentestijging met alle gevolgen van dien – op de loer ligt, zijn lidstaten de strijd zijn aangegaan over flexibilisering van het Stabiliteits-en Groeipact en over het permanent maken van het Europese noodfonds. Dit akkoord kiest voor uitstel van deze Europese economische debatten. Migratie en het externe EU-beleid staan daarmee meer op de voorgrond als het om de EU gaat.

Een nieuw geluid?

Duidelijke, algemene Europese verbonden­heid staat voorop, maar wel in relatie tot ambitieuze, effectieve, of slimme Europese “samenwerking”. De term integratie komt in relatie tot verdieping van de EU niet voor. Nederland kent zijn plaats in de wereld en in Europa en staat open voor alles, inclusief stappen op weg naar belastingharmonisatie en discussies over Spitzenkandidaten. Nederland wil een voortrekkersrol en een positie in de kopgroepen. Echter, thema’s moeten nog wel worden uitgewerkt en the devil is in the detail. Onder de oppervlakte schuilt veel continuïteit in het Nederlandse EU-beleid: regels zijn regels, handhaving in de EU moet beter (dit is een oud verwijt aan het adres van de Europese Commissie), transparantie, samenwerking, de Nederlandse voortrekkersrol. Veranderingen zien we ook, zoals het openstaan voor verdragswijzigingen, belastingharmonisatie en verdere stappen tot integratie van extern beleid met het afschaffen van het vetorecht, ook al wordt dit geen verdiepte integratie genoemd. Belangrijke hordes waren hier echter al eerder genomen. Het is de vraag in hoeverre het regeerakkoord meer biedt dan een andere toon. Of er een nieuwe richting komt, zien we pas als de rente – en de Europese onrust – gaat stijgen.

Handhaving en een stabiele euro

Als de EU verdiept en nieuwe afspraken worden gemaakt dan zal ook ambitieus werk gemaakt moeten worden van de essentiële Nederlandse wens: handhaving. De bestaande onvrede over de Europese Commissie moet gekoppeld worden aan de ambitie van Nederland als voortrekker. Effectieve Europese handhaving zal prioriteit moeten hebben om de eurozone te stabiliseren, om opgelopen schulden draagbaar te houden, en om de groeikracht van de lidstaten te versterken. Betere handhaving is ook nodig omtrent rechtsstatelijkheid. Er zijn modellen voor Europees toezicht maar in het Europese politieke krachtenveld is weinig oog voor dit ‘ambtelijke’ thema. Zonder stabiele economie en euro zijn de topprioriteiten van transities en van versterking van de geopolitieke kracht echter onhaalbaar.

Rutte IV en de Europese handhaving

Rutte IV heeft in zijn eerste week ongewild aan de EU laten zien hoe belangrijk onafhankelijk toezicht is. De kritiek van het CPB, de Algemene Rekenkamer en van de Raad van State op het begrotingsbeleid heeft binnenlands veel aandacht gekregen. De Europese media hebben aandachtig meegekeken. De kritiek van eigen bodem deed meer pijn dan een rapport van de Europese Commissie dat hetzelfde constateerde. De Italiaanse oud-premier Matteo Renzi deed de Commissie ooit af als an old, boring aunt telling us what to do. Ze is makkelijker te negeren dan binnenlandse geluiden. Toezicht begint nationaal. Versterking van het nationale toezicht in de zwakkere lidstaten vraagt wel een Europese omslag: een grondige herziening van toezichtstaken en ambities van de Europese Commissie en goed ingerichte Europese toezichtsnetwerken. Vooruitkijken vraagt van Rutte IV: wat gaat Nederland doen aan Europese handhaving?