“Nederland merkt de gevolgen van georganiseerde misdaad, illegale migratie en extremisme in de Sahel. Het zou goed zijn als dit kabinet bijdraagt aan een meer gemeenschappelijk Europees en minder exclusief militair antwoord daarop”

Jihadisme in de Sahel

Het conflict in de Sahel en in kuststaten van West-Afrika grijpt om zich heen. Militante jihadistische organisaties zoals JNIM (Jama’a Nusrat ul-Islam wa al-Muslimin) en ISGS (The Islamic State in the Greater Sahara) hebben vooralsnog een lokaal karakter, maar vooral bij ISGS bestaat het risico dat ze een kalifaat willen stichten. Steeds vaker zijn ook West-Afrikaanse kuststaten een doelwit van jihadistisch geweld vanuit de Sahel. Bovendien zien we toenemende geopolitieke concurrentie in de Sahel, vooral van Rusland en Turkije. Voortdurende conflicten en uitzichtloosheid kunnen tot verhoging van de migratiedruk op de Europese buitengrenzen leiden. Waarom lukt het met stabilisatie-initiatieven in de Sahel tot dusver maar niet om het geweld te beteugelen? Welke lessen uit Afghanistan zijn relevant voor de Europese inzet in de Sahel? Veranderingen in het Amerikaanse beleid en de Brexit dragen bij aan een besef dat er een gezamenlijk Europees antwoord moet komen op het conflict in de Sahel. Er is toenemend besef dat een militair antwoord onvoldoende zal zijn. De grote uitdaging wordt duurzame stabilisatie van de Sahel op een andere manier te realiseren.

Georganiseerde misdaad en governance

In ontwikkelingssamenwerking kiest het kabinet voor continuïteit met de doelstellingen “…bestrijden van de grond­oorzaken van armoede, terreur, migratie en klimaatverandering en sustainable development goals. Deze inzet zou meer focus krijgen met het besef dat een inclusieve benadering van governance zowel nationaal als lokaal het belangrijkste aangrijpingspunt is om deze grondoorzaken aan te pakken. De structurele extra middelen voor ontwikkelingssamenwerking worden ingezet voor opvang in de regio en klimaatmitigatie en -adaptatie. Een lokale vertaling van de inzet van middelen, bijvoorbeeld in de Sahel, ontbreekt echter. Het onderdeel over misdaad en veiligheid in het regeerakkoord meldt het belang van een up to date internationaal omgevingsbeeld. Hier zal de internationale drugshandel en de koppeling tussen georganiseerde misdaad en extremisme in de Sahel in beeld komen. Tezamen met de al enige jaren sterke focus op beperking van illegale migratie en terrorisme, zal dit een grotere rol van Justitie en Veiligheid betekenen op voormalige beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken.

Lessen uit eerdere missies

Het regeerakkoord lijkt een opening te bieden voor een nieuwe internationale missie. Zo is het streven van het kabinet om op EU-niveau de samenwerking te versterken in de vorm van gemeenschappelijke oefeningen en missies, op grond van een duidelijk mandaat van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, waarbij de lessen uit eerdere missies wordt betrokken. De Sahel lijkt daarvoor een logische kandidaat, denk aan een nieuwe bijdrage aan MINUSMA, TaskForce Takuba of zelfs een missie tegen piraterij in de Golf van Guinea. Een nieuwe missie veronderstelt echter een beter gezamenlijk Europees antwoord op het complexe conflict in de Sahel, waarin ook de lessen uit Afghanistan zijn verwerkt. Dit wordt bemoeilijkt door een toenemend anti-Frans sentiment bij de Europese inzet, terwijl die juist Frans gedreven is. Het zou goed zijn als de internationale voortrekkersrol die dit kabinet wil spelen, kan bijdragen aan een alternatief, meer gemeenschappelijk Europees en minder exclusief militair antwoord.