“Nederland moet niet afwachten tot het Europese fit for 55-pakket wordt aangenomen, en moet nu al klimaatinvesteringen in transport en de bouw doen. Het Europese herstelfonds kan hierbij helpen”

Boter bij de vis

In klimaatbeleid staan we nu op achterstand, maar Nederland zou zich richting de Europese kopgroep moeten bewegen. De vermindering van de uitstoot in 2030, zoals afgesproken in het klimaatakkoord, lukt niet met het huidige beleid. Daarnaast zijn er nu al problemen met de uitvoering, onder meer door arbeids- en materiaaltekorten voor het verzwaren van elektriciteitsnetwerken, de aanleg van bijvoorbeeld nieuwe wind- en zonneparken, het isoleren van huizen en het maken van waterpompen. Het kabinet moet bovendien in internationale kringen geloofwaardig zien te blijven op het terrein van klimaatadaptatie, een onderwerp waar Nederland zich sterk op profileert. Tijdens de klimaattop in Glasgow drongen ontwikkelingslanden aan op een grotere bijdrage van de rijkere landen. In de aanloop naar de volgende klimaattop in Sharm-el-Sheikh zal dat geluid toenemen. Ook Nederland zal boter bij de vis moeten doen en meer moeten inzetten op giften dan op leningen.

Nederlanders meenemen in omschakeling

Er staat een enorme investering van 35 miljard in het akkoord voor het tegengaan van klimaatverandering in de komende 10 jaar. De uitvoerbaarheid van beleid is daarbij een terecht aandachtspunt. De erkenning dat er groene industriepolitiek nodig is, en de introductie van een minister voor Klimaat en Energie, is hoopvol. Het doel is beleid te maken voor een reductie van 60% in 2030 en een resultaat te behalen van ten minste 55% reductie. Die 55% is gelijk aan het doel dat in de Europese klimaatwet is afgesproken. Het kabinet steunt nadrukkelijk het Europese fit for 55-pakket en verwelkomt de verdere vereuropeanisering van klimaatbeleid in de transportsector en voor verwarming van gebouwen. Bovendien wil het aanvullende maatregelen nemen op het Europees beleid. Nederland wil dat doen met een extra heffing op de CO2-prijs in sectoren die onder het Europese emissiehandelssysteem vallen. Er komen ook maatwerkafspraken met de top 20 grote vervuilers. Tenslotte staat er dat “financiële prikkels voor fossiele brandstoffen” worden afgebouwd. Dat is goed nieuws, in 2020 gaf de minister voor Economische Zaken en Klimaat nog aan dat Nederland fossiele brandstoffen voor circa 4,5 miljard euro steunde. Eerder nam Nederland genoegen met een middenpositie in de EU waar het de eigen emissie­reductie­doelen betrof. Omdat wij een dichtbevolkt land zijn met relatief veel oude energie-inefficiënte gebouwen en eigen reserves van met name gas, werd het minder urgent geacht sterk in te zetten op duurzame energie. Nu kiest het kabinet nadrukkelijk voor klimaatbeleid met onder meer twee kerncentrales – door Brussel aangemerkt als ‘groen’ –, en wil Nederland zelfs toetreden tot de Europese voorhoede. Het is spannend of het gaat lukken. Worden goede keuzes gemaakt in de groene industriepolitiek? Lukt het om Nederlanders daadwerkelijk mee te nemen in de omschakeling? Zadelen we toekomstige generaties niet op met onverantwoord grote schulden? Het is nog niet duidelijk of het Europese herstelfonds, waaruit bijna 6 miljard voor Nederland is bestemd, ook voor de groene transitieagenda zal worden gebruikt, maar het is wel waarschijnlijk omdat geld uit het fonds voor ten minste 35% aan klimaatdoeleinden moet worden besteed.

Maak gebruik van Europees herstelfonds

Het kabinet moet duidelijker aangeven welk aanvullend beleid aan dat van de EU gewenst en nodig is om de klimaatdoelstellingen in Nederland te halen. Daarnaast is het beter om niet af te wachten tot het Europese fit for 55-pakket is aangenomen en om nu al investeringen te doen in transport en in de bouw. Hoe eerder je start met investeringen, hoe meer resultaat. Het Europese herstelfonds kan hier zeker bij helpen.