Research

Security and Defence

Op-ed

Het jaar 2023 is een test voor Oekraïne maar ook voor ons

04 Jan 2023 - 13:40
Source: Reuters

Dit opinieartikel door Dick Zandee is ook gepubliceerd in het Nederlands Dagblad van 2 januari 2023.

… Nóg belangrijker dan de vraag of het Westen wapens kan leveren aan Oekraïne, is dit: blijven we bereid om Oekraïne te ondersteunen.

Terwijl de bevolking in Oekraïne kou en duisternis moet trotseren om de winter door te komen nadert de oorlog de mijlpaal van een jaar. Op 24 februari 2022 schokte Rusland de wereld, en de inwoners van Oekraïne voorop, met een militaire invasie. Ruim tien maanden verder tellen we – volgens Amerikaanse schattingen – meer dan 200.000 dode of gewonde militairen. Het aantal getelde burgerslachtoffers bedraagt bijna 7.000, aldus de Verenigde Naties, maar ligt in werkelijkheid waarschijnlijk hoger. Kritische infrastructuur, steden en dorpen zijn verwoest. De schade werd medio 2022 geschat op 350 miljard dollar, maar lijkt nu al op te lopen naar het dubbele. Het menselijk leed is ongekend, met oorlogsmisdaden begaan door Russische militairen in plaatsen als Boetsja, Irpin en Marioepol  als tragisch dieptepunt.

Rusland heeft het verloop van de invasie volkomen verkeerd ingeschat. Oorspronkelijke doeleinden zijn niet gehaald, waaronder de inname van Kyiv om een marionettenregering te installeren. Sinds afgelopen zomer is het Russische leger in het defensief gedrongen. Met de wapenleveranties uit het Westen en goed gemotiveerde militairen heeft Oekraïne de tegenstander forse klappen toegedeeld. Na de gedwongen terugtrekking uit Cherson oefent Kyiv weer het gezag uit in het hele gebied ten westen van de Dnipro rivier. De Russen graven zich in door uitgebreide aanleg van loopgravenstelsels en andere verdedigingswerken, wat duidt op het nastreven van een gevechtspauze aan de frontlinies, die de Russische krijgsmacht kan benutten voor herstel, bevoorrading en hergroepering. Training van gemobiliseerde troepen vraagt eveneens om een adempauze.

Een algehele winterpauze in de oorlog ligt evenwel niet voor de hand. Allereerst blijft Rusland met raketten, kruisvluchtwapens en drones energiefaciliteiten in heel Oekraïne aanvallen. Moskou beoogt hiermee de Oekraïense maatschappij te ontwrichten, de steun van de bevolking voor de voortzetting van de strijd te ondermijnen en nieuwe vluchtelingenstromen te genereren. Tot nog toe is de weerbaarheid van de Oekraïense bevolking ongekend, maar een algehele energy lock-down kan later deze winter leiden tot vertrek van grote aantallen inwoners, waarmee de druk op de Europese landen toeneemt. Ten tweede zal het Oekraïense leger aanvallen blijven uitvoeren, ook met zwaar materieel zodra de ondergrond hard bevroren is. Mogelijkerwijs wordt een poging ondernomen  om de hele zuidelijke regio in tweeën te splitsen door een aanval op Melitopol, maar daarvoor zal Oekraïne zware middelen moeten concentreren. Rusland zal dit willen voorkomen, onder meer door te blijven aanvallen in de Donbas, al lijkt dat vooralsnog van lokale aard zoals de langdurige prestigestrijd om Bachmoet toont. Tegelijkertijd houdt Moskou via de versterkte militaire band met Belarus ook druk op de noordelijke grenzen, wat Oekraïne dwingt om de posities daar te versterken ten koste van het front in het zuiden.

Mocht een nieuwe Oekraïense doorbraak in de winter uitblijven, dan resulteert deze tijdelijke patstelling niet direct in een wapenstilstand, laat staan een vredesakkoord. Daarvoor liggen de uitgangspunten van beide zijden veel te ver uiteen. President Zelensky heeft als voorwaarde gesteld dat Rusland eerst alle militairen uit Oekraïne moet terugtrekken, een eis die Moskou niet aanvaardt. Ook zal Rusland niet akkoord gaan met verandering van de status van de Krim en de vier oblasten Loehansk, Donetsk, Zaporizja en Cherson, die bij besluit van de Doema onderdeel van de Russische Federatie zijn. Daardoor is de diplomatieke weg naar herstel van overheidsgezag door Kyiv in deze gebieden uitgesloten.

Aangenomen dat Oekraïne de koudste periode van de winter (januari-februari) door weet te komen zonder grote maatschappelijke gevolgen, kan Rusland dan nog andere militaire stappen ondernemen om Kyiv op de knieën te dwingen? Afgelopen jaar heeft Poetin een aantal keren gedreigd met het nucleaire wapen. Het doel was vooral om angst in te boezemen bij de Oekraïense bevolking en ook in het Westen. Het effect is beperkt gebleven en afgenomen naarmate Poetin het dreigement herhaalde. Daadwerkelijke inzet blijft vooralsnog onwaarschijnlijk. Moskou kan de regie over het escalatieproces verliezen, want het Westen (lees de Verenigde Staten) zal hierop reageren – niet noodzakelijkerwijs met inzet van eigen kernwapens maar wellicht met een conventionele aanvalsactie. De voormalige Amerikaanse  topmilitair generaal Petraeus heeft eerder de vernietiging van de Russische Zwarte Zee Vloot in Sebastopol als een mogelijkheid genoemd. Bovendien bestaat voor Moskou het risico dat landen zoals China en India hun houding van afzijdigheid aanpassen. Dan dreigt een nog groter isolement van de Russische Federatie op het wereldtoneel.

Het meest voor de hand ligt een scenario van voortgezette strijd, die steeds meer het karakter van een slijtageslag krijgt. Voor Rusland zal allereerst bepalend zijn of de politieke leiding eensgezind blijft. De machtspositie van Poetin is verzwakt, maar niet wezenlijk aangetast. Nieuwe nederlagen aan het front kunnen dat veranderen. Een zwenking van 180 graden naar een geheel ander regime is nagenoeg uitgesloten, omdat een dergelijke oppositie in georganiseerde vorm ontbreekt. De verandering moet van binnenuit komen, maar de mogelijkheden zijn beperkt. Een machtscollectief ontbreekt zoals in de tijd van het communisme in de vorm van het ‘Presidium’ van de Communistische Partij. Wat dat betreft is Poetin eerder een 21e-eeuwse Tsaar dan een neo-Sovjetleider. Wisseling van de wacht vereist vooral gezamenlijke actie van de legerleiding en de geheime diensten. Uit te sluiten is dit niet, maar het is twijfelachtig of in dat geval de koers van het Kremlin fundamenteel verandert.

Meer bepalend voor het volhoudingsvermogen van Rusland is de eigen militaire sterkte. Het land is al afhankelijk van Iraanse drones en de eigen wapen- en munitievoorraden raken steeds verder uitgeput. Bij langdurige voortzetting van de oorlog zal de Russische defensie-industrie wellicht soelaas kunnen bieden, maar dat geldt minder voor de hoogtechnologische wapens. De Russische afhankelijkheid van westerse technologie is funest gebleken, omdat sancties de import daarvan aan banden heeft gelegd. Het personele probleem blijft voor Moskou een dilemma. Alleen grootschalige mobilisatie lost de tekorten op, maar het voedt interne onrust. De beperkte mobilisatie werd afgelopen najaar in grote steden als Moskou en Sint-Petersburg stopgezet vanwege toenemende protesten en de vlucht van grote aantallen jonge mannen naar het buitenland. Ook in de verderaf gelegen gebieden voorbij de Oeral is verzet ontstaan. Ongetrainde en slecht uitgeruste reservisten bleken kanonnenvlees. De aanvoer van getrainde militairen uit de rest van het eerder gemobiliseerde bestand kan enig soelaas bieden, maar zal het verschil niet gaan maken

Aan Oekraïense zijde blijft de motivatie zeer groot, terwijl de trainingsprogramma’s van de Europese landen en de VS ook hun effecten beginnen te krijgen. Het kritieke punt is eerder de blijvende stroom van westerse wapens en munitie. Het accent heeft recentelijk vooral gelegen op luchtafweersystemen tegen de golven van raketten en drones die Rusland nog steeds weet af te schieten op Oekraïne. Offensieve acties van het Oekraïense leger vereisen evenwel meer tanks, artillerie en pantservoertuigen, die de westerse landen maar in beperkte zin beschikbaar willen en kunnen stellen. Ook de industriële productie van dergelijke wapensystemen kost veel tijd. Nog belangrijker is de vraag of het Westen de cohesie weet te bewaren om Oekraïne blijvend te ondersteunen. Een langdurige oorlog kan leiden tot oorlogsmoeheid, maar evenzeer tot afnemende hulpbereidheid door de negatieve gevolgen van prijsstijgingen, economische recessie en de opvang van meer vluchtelingen. Het jaar 2023 kan bepalend worden voor de afloop van de oorlog in Oekraïne. Het wordt een nog grotere test voor het doorzettingsvermogen van de bevolking en het leger in het geteisterde land, maar ook voor het Westen om blijvende steun te verlenen.